Marjo Jenniskens bivakkeert in een bergdorpje in de Himalaya.
Marjo Jenniskens bivakkeert in een bergdorpje in de Himalaya. Foto: eigen foto

Coronacrisis in Nepal

Algemeen

Marjo Jenniskens uit Ysselsteyn woont als sinds jaren in Nepal. Het Aziatische land ligt ingeklemd tussen China en India en was lange tijd vrij van covid-19. Nu heeft ook het noodlot toegeslagen in het land, dat mede wordt gekenmerkt door de hoge toppen van het Himalayagebergte. "Lange tijd was het aantal besmettingen erg laat volgens de Nepalese overheid", vertelt Jenniskens.

De lage besmettingscijfers werden toegeschreven aan de gezonde levensstijl in de Himalaya, het goede eten, de bevolking zou daarnaast voldoende bewegen. "Ook Buddha, Shiva en andere godsdienstige figuren zouden de inwoners beschermen voor het virus. Maandenlang leek dit zo te kunnen zijn en leek Nepal de dans te ontspringen terwijl de situatie in buurlanden China en Inda steeds erger werkt. Lijkt helaas, want inmiddels waart het virus ook in Nepal volop rond."

Tussen 5 en 18 november hebben er 29.994 mensen positief getest op het coronavirus en in totaal is bij ruim 217.000 Nepalezen corona vastgesteld en zijn er 1298 mensen aan de gevolgen van het virus bezweken. "Tienduizenden Nepalezen die werkzaam zijn in onder meer het Midden-Oosten, India en de Verenigde Staten zijn teruggekeerd naar hun moederland vanwege gebrek aan werk. Nepal krijgt sinds die tijd voor het eerst serieus te maken met het coronaviris. Duizenden gastarbeiders uit India werden buiten de deur gehouden aan de grens, nadat ze dagen of soms wel weken gelopen hadden om Nepal te kunnen bereiken. Zonder eten en onderdak wachtten zij noodgedwongen om toegelaten te worden in hun eigen land. Heel erg triest en een 'open haard' voor het coronavirus om zich makkelijk onder die mensen te verspreiden."

Een coronatest in Nepal kost omgerekend dertig euro. Een bedrag dat het gros van de Nepalese bevolking niet kan betalen. Daarnaast zijn er geen testfaciliteiten in de Himalayadorpjes en de getelde coronatesten zijn hoogstwaarschijnlijk niet afkomstig van de onderkant van de bevolking. "Verblijven in quarantaine na aankomst in Nepal, of bij binnenkomst uit een ander district is al snel afgeschaft. Dit kost de overheid waarschijnlijk teveel geld. Een dagopname op de intensive care kost tussen de 250 en 500 euro en het minimale verblijf op de ic is vier dagen. Dat kan bijna niemand opbrengen in Nepal."

Volgens Jenniskens is de situatie in Nepal erg zorgwekkend. "De genezing van besmette en zieke Nepalezen is alleen weggelegd voor de rijken, overheidsambtenaren, militairen en politieagenten. Bedden in ziekenhuizen zijn allemaal bezet of gereserveerd voor de machthebbers en hun familieleden." Wereldgezondheidsorganisatie WHO steunt Nepal, maar Jenniskens schetst dat die hulp alleen voor de toplaag van de bevolking beschikbaar is. "Van elke 10.000 euro gaat 1.000 euro naar een dokter en 9.000 euro gaat naar ziekenhuisopnames en testen, maar wie worden er opgenomen in het ziekenhuis en getest? De rijken."

In ontwikkelingsland Nepal heeft de hele kleine bovenlaag van de bevolking enorm veel macht en geld. "Vele anderen hebben niet voldoende middelen om in hun eerste levensbehoefte te voorzien. Het is echt een trieste situatie. Ontelbaar veel mensen in Nepal zijn afhankelijk van dagarbeid en verdienen net genoeg of net niet genoeg om in hun dagelijkse basisbehoeften te voorzien. Het gaat om bedragen tussen de vier en acht euro per dag. De meeste mensen hebben geen werk meer en kunnen de huur al zeven maanden niet meer betalen en ook eten wordt schaarser. Hoe kunnen zij er ooit weer bovenop komen?"

Jenniskens zegt dat ook de criminaliteit groeit en het aantal zelfmoorden stijgt. "Kinderen gaan al meer dan acht maanden niet naar school. Met name in de bergdorpen is dit een groot probleem. Hoe motiveer je ouders om hun kinderen weer naar school te sturen? Hoe kunnen zij het schoolgeld betalen als ze geen werk hebben? Het zijn vragen waar niemand het antwoord op weet. De mensen hier blijven geloven dat Shiva, Buddha of wie dan ook over de mensen en Nepal waakt."

Bergdorp
Sinds maart verblijft Jenniskens in Gangyul, een klein dorpje op 2.500 meter hoogte. "Tot op heden is het coronavirus hier nog niet doorgedrongen en laten we hopen dat dit zo blijft. De angst groeit echter, omdat mensen uit de vallei naar het bergdorpje komen om de situatie daar te ontvluchten. Ons wordt geadviseerd om niet naar de vallei te gaan, tenzij het niet anders kan."

Toch hoeft de oud-inwoner van Ysselsteyn zich niet te vervelen. "Ik hou me bezig met Engelse les voor de nonnen, bestudeer zelf de Nepalese taal, lees veel, bestudeer zelf het Nepalese script. Daarnaast kap ik hout om te koken, tuinier ik veel, doe ik constructiewerk in het dorp en klooster, kap ik onder meer stenen voor de herbouw (verwoest na een aardbeving, red.) en doe ik andere werkzaamheden. Op afstand houden we ons ook nog bezig met de distributie van voedsel naar mensen in de sloppenwijken en andere bevolkingsgroepen die het zwaar hebben op dit moment."

Het leven in het dorp Gangyul gaat dus gewoon door. De mensen in het dorp hoeven geen huur te betalen en hebben eten van het land. "De afgelegen bergdorpjes zijn op dit moment een relatief veilige en comfortabele plek om te zijn. Er is voldoende eten en velen weten niet eens wat er zich in de rest van de wereld afspeelt. Aanvoer van de nodige producten uit de vallei is soms wel lastig."

Jenniskens bekommert zich ook over de situatie in Nederland. "Het virus is bij velen dichtbij gekomen. Ik wens jullie allemaal een goede gezondheid en hoop dat het beloofde vaccin snel beschikbaar is en dat het coronavirus snel gaat verdwijnen. Blijf gezond allemaal!"

Uit de krant