De patrijs komt nog maar op enkele plekken in ons agrarische landschap voor.
De patrijs komt nog maar op enkele plekken in ons agrarische landschap voor. Foto: Frans van Ool

Spannende tijden voor patrijzenkoppels; broedseizoen van start

Algemeen

Het gaat slecht met de patrijs, de boerenlandvogel komt nog maar op enkele plekken in ons agrarische landschap voor. De vooruitzichten zijn ronduit sober, des te belangrijker dat het broedseizoen van de vogels zo min mogelijk verstoord wordt.

Patrijzen leven in open en halfopen landbouwgebieden, bij voorkeur in akkers. Een gunstig leefgebied heeft een verscheidenheid aan gewassen en veel lijnvormige landschapselementen zoals kruidenrijke bermen, akkerranden, houtwallen, hagen en overhoekjes. Agrariërs leggen bloemrijke percelen aan met een speciaal graan/ bloemen mengsel waar de patrijzen voedsel en schuilmogelijkheden vinden. Daarnaast komen ze veel voor in overhoekjes en ruige wegbermen. Een beetje rommelig landschap, dat is waar deze soort van houdt.

Vanaf het vroege voorjaar (januari t/m maart ) zijn de vogels in koppels waar te nemen. De verschillende koppels zitten - als?er niets verstorends is gebeurd - al enkele weken nabij hun broedplaats. In onze regio begint het broeden in mei. Nu dus. Maar, daar ging nog een periode van zo'n twee tot drie weken aan vooraf waarin de hen haar eieren legt. Het legsel kan bij het eerste broedsel wel tot 20 eieren bevatten! Gemiddeld moet je denken aan 14 eieren. Bij mislukking van het nest, door verstoring van een maaimachine of een loslopende hond, zal een patrijzen koppel weer opnieuw beginnen. Helaas bevat een tweede legsel veel minder eieren, 6-8. De grote hoeveelheid eieren in het eerste legsel is nodig omdat er nou eenmaal veel nesten én vogels verloren gaan door predatie van roofdieren. Je ziet dat vogels die daarentegen nauwelijks vijanden hebben, zoals een bosuil en een ooievaar maar 1 of 2 eieren per seizoen hebben. Helaas is dat voor patrijzen niet zo; vossen, buizerds, maar ook loslopende honden en maaimachines kunnen de nesten verstoren.

Patrijzen hebben gemiddeld 25 dagen nodig om te broeden, waarna alle eieren tegelijk uitkomen. Dat moet ook wel, want de kuikens moeten met hun moeder zo snel mogelijk naar insectenrijke locaties lopen om zelf te eten. Een patrijzenhen heeft dus een periode van 6 weken nodig waarin er geen verstoring mag zijn. Iets wat bijna niet realistisch is in het huidige agrarisch gebied. Maar, toch lukt het ruim de helft van de broedende hennen om de eieren in de tweede week van juni uit te broeden. Het is een grote, risicovolle klus voor de vogels, en het voorspel begint eigenlijk al in januari met de baltsende mannetjes.

''Het enige wat wij kunnen doen om te helpen is voor veilige nestplaatsen zorgen en erop letten dat ze niet onnodig verstoord worden'', zegt Sabine de Jong van Stichting IKL. De stichting roept jaarlijks op om geen slootkanten of overhoeken te maaien in het broedseizoen als dit niet noodzakelijk is. ''Als we verwachten dat ergens een koppel zit sporen we het nest niet op om verstoring te voorkomen. Niet maaien en ook het waarschuwen van aangrenzende perceel eigenaren helpt de koppels. Gelukkig gebeurt dit op steeds meer plaatsen in Nederland, waar vrijwilligers en agrariërs nauw samenwerken om patrijzen een kans te geven'', aldus Sabine de Jong.

Uit de krant