Nederland en Duitsland werken intensief samen op het gebied van lucht- en raketverdediging.
Nederland en Duitsland werken intensief samen op het gebied van lucht- en raketverdediging. Persfoto Defensie

Nederlandse en Duitse luchtverdedigers intensiveren samenwerking

Algemeen Werk en Economie Vredepeel

Nederlandse en Duitse luchtverdedigers tekenen op maandag 7 februari  op de Luitenant-generaal Bestkazerne in Vredepeel voor het eerst in  de geschiedenis een concept over geïntegreerd optreden tegen luchtdreigingen. De twee buurlanden werken al intensief samen op het gebied van lucht- en raketverdediging, maar voor het eerst in de geschiedenis ondertekenen ze een concept over de wijze van geïntegreerd optreden. “Dit is belangrijk, want de Duitse en Nederlandse luchtverdedigers staan in 2023 samen, als één binationale eenheid, paraat voor NAVO’s snelst inzetbare interventiemacht. Vanaf dat moment kunnen ze binnen enkele dagen overal ter wereld worden ingezet”, zo meldt een Defensiewoordvoerder. 

Op maandag 7 februari ondertekenen de Duitse commandant grondeenheden brigadegeneraal Volker Samanns en de Nederlandse plaatsvervangend commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Rob Jeulink de wijze van optreden voor de Duitse en Nederlandse luchtverdedigingseenheden. In de wijze van optreden staat beschreven hoe de eenheden, met elkaar geïntegreerd als één binationale eenheid, bescherming bieden tegen luchtdreigingen. Er zijn afgesproken werkwijzen en procedures die ervoor zorgen dat alle luchtverdedigers op dezelfde golflengte zitten bij een mogelijke inzet.

Binationaal samenwerken is voor de luchtverdedigers van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) in Vredepeel niet nieuw. De Duitse eenheid Flugabwehrraketengruppe 61 uit Todendorf in Noord-Duitsland staat al bijna vier jaar onder het bevel van het DGLC. Optredens vonden altijd naast elkaar plaats, in plaats van mét elkaar. Met de oprichting van de Binational Short Range Air Defence Task Force (BSTF) is er één eenheid gevormd uit Duitse en Nederlandse luchtverdedigers en wapensystemen tegen luchtdreigingen op de korte afstand. Met deze oprichting is de samenwerking tussen Nederland en Duitsland verder geïntegreerd en geïntensiveerd. 

In 2023 moeten de luchtverdedigers binnen enkele dagen inzetbaar zijn als onderdeel van het snelst inzetbare deel van de NAVO Response Force genaamd de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF). De VJTF bestaat uit ongeveer 20.000 militairen uit verschillende landen met verschillende specialisaties onder andere van de land-, luchtmacht en marine en dient als punt van de speer bij een mogelijke inzet waar dan ook ter wereld. 

De BSTF is op dit moment aan het opwerken om vóór eind 2022 volledig gecertificeerd te zijn voor het snelst inzetbare deel van de NAVO-flitsmacht. Om die reden wordt er intensief geïntegreerd geoefend om volledig op elkaar ingespeeld te raken. Grootschalig oefenen vond eerder in 2019 tijdens Tobruq Legacy plaats in Polen en vorig jaar in Nederland tijdens Cerberus Knife. Ook nu in 2022 zijn de luchtverdedigers volop in Nederland aan het oefenen in tijdens Cerberus Dagger. 

Cerberus Dagger is op 31 januari gestart en eindigt 10 februari en speelt zich grotendeels af in de omgeving tussen Helmond, Weert, Roermond, Venlo, Venray en Uden. Naast het voeren van luchtverdedigingsoperaties oefenen de eenheden ook het correct uitvoeren van besluitvormingsprocessen en verplaatsingen. De omgeving kan militairen overdag en ’s nachts tegenkomen bij verplaatsingen over de weg. “Een goed geïntegreerde luchtverdediging is cruciaal voor de bescherming van grondeenheden en vitale infrastructuur tegen verschillende dreigingen uit de lucht zoals raketten, vliegtuigen en helikopters”, zo besluit de woordvoerder.

Uit de krant