Geert (links) en Bert Pelzer hebben afscheid genomen van De Uitmarkt in Venray.
Geert (links) en Bert Pelzer hebben afscheid genomen van De Uitmarkt in Venray. Foto: Rikus ten Brücke

Horecabroers Pelzer na de verkoop

Venray | Aan het begin van de zomer stopten de broers Bert en Geert Pelzer na achttien jaar met café De Uitmarkt en daarmee eindigde de reis van drie decennia van het duo door de horeca in Venray en daarbuiten. 


De Uitmarkt was de laatst overgebleven tak aan de boom van horecabedrijven die de broers sinds beginjaren negentig opzetten. In Venray met eetcafé Etcetera, café ’t Podium, restaurant en dansclub De Rooyerie en Frieties, een heuse automatiek met verse frieten. Plus enkele uitstapjes naar Uden, Vegchel en Roermond. Een indrukwekkend rijtje. Niet allemaal even succesvol, geven Bert (65) en z’n één jaar jongere broer grif toe. Het eetcafé in Vegchel noemen ze ronduit mislukt.


“De Rooyerie was moeizaam”, zegt Geert. Het voormalige raadhuis met z’n vier verdiepingen, trappen en vele ruimtes was een logistieke uitdaging en geen doorslaand succes. Terugkijkend waren vooral de elf jaar in ’t Podium en daarna de achttien in De Uitmarkt het meest succesvol. ’t Podium was de eerste gezamenlijke onderneming. Daarvoor werkten de broers in de zorg, Bert kluste bij in de Venrayse horeca, Geert runde naast z’n werk eetcafé Etcetera. “’t Podium was vanaf dag één geslaagd”, vertelt Bert. Met het alternatieve Nakse Dakrame Festival in de aanloop naar carnaval en vooral de Amsterdamse avonden, waar Geert optrad als zingende kastelein. “In de Podiumjaren waren we trendsettend in Venray”, stelt Geert. “’t Podium lag aan de rand van het centrum”, vervolgt Bert. “Niet in de loop van het uitgaanspubliek, dus we moesten elk keer iets nieuws verzinnen om de klanten naar het café lokken. Met de Amsterdamse avonden lukte dat keer op keer.”


Kermis

Die ligging was uiteindelijk de reden om na elf jaar over te stappen naar de Grote Markt, waar ze de voormalige bakkerij van Pierre Pijpers veranderden in grand café De Uitmarkt. Overdag en ’s avonds eten en drinken dat naadloos overging in uitgaan. Geert was in die tijd daarnaast de spreekbuis van de Venrayse horeca. In de Uitmarkt legden de broers zich de laatste jaren meer toe op het managen van de kroeg. Ze zeggen het niet met zoveel woorden, maar het heilig vuur begon een beetje te doven. Bert: “Je merkt dat het moeilijker wordt om het allemaal bij te houden, met social media en zo.” Geert: “Dertig keer kermis, dertig keer carnaval. Op je 65e moet je niet meer met volle bladen bier gaan lopen.”


Stille verkoop

Begin dit jaar volgde het logische besluit om te stoppen. “Onze kinderen willen het niet overnemen, dus hebben we het café in de stille verkoop gezet”, aldus Geert. “We zeiden tegen elkaar: ‘We trekken er twee jaar voor uit.' Maar het ging veel vlotter dan we hadden verwacht.” Nog geen half jaar later waren de broers kroegbaas af en pensionado. Een status waar Bert elke dag van geniet. Met tennissen, de moestuin, lezen en de kleinkinderen. Bij Geert daarentegen sloeg al na twee dagen de paniek toe. “Alleen in het grote huis. Ik ben niet zo van fietsen en wandelen.” Sinds september werkt hij weer 24 uur per week in de zorg. Waarna Bert meteen inhaakt: “Zo zie je maar, we zijn wel broers maar ook best verschillend. En dat is volgens mij ook de reden dat het dertig jaar goed is gegaan, zonder dat we daar ook maar ooit één afspraak over hebben gemaakt.”


Dertig jaar samen in de horeca levert natuurlijk een schat aan smakelijke anekdotes op. Niet alles is voor publicatie geschikt, maar een paar zijn te mooi om te laten liggen. Zoals het geheim van Frieties. “In Maastricht zit Reitz, waar ze de lekkerste friet bakken. Als je in Maastricht bent, moet je daar zeker langs gaan. Zo’n friet wilde ik ook bakken, maar ze geven hun geheim niet uit handen. Via de tussenkomst van Maastrichtenaar en oud-wethouder Bert Kersten kwam ik er toch achter. Ze bakken de friet in Belgische reuzel, varkensvet. Dus toen we met Frieties begonnen, reden we regelmatig de grens over om het juiste frituurvet te halen.”


Roermond

De broers exploiteerden een tijdlang een restaurant in het hogere segment in Roermond. Ze kochten het van vastgoedman Piet van de Pol, bekend door zijn innige relatie met Roermondse bestuurders, in het bijzonder met Jos van Rey. "Het restaurant was zo'n beetje het privédomein van Van de Pol. Hij had bij de verkoop alles laten staan en liggen. De kelder lag vol met dure wijnen. Maar de vergunning liet op zich wachten. Een week voor de opening hadden we nog niks. Daarop belden we Piet van de Pol. Twee dagen laten kwam een ambtenaar van de gemeente de vergunning persoonlijk overhandigen."

Afbeelding