Tot we er bij neervallen

Venray | Het eerste team van SV Venray is kampioen geworden en mag het volgend seizoen weer in de hoofdklasse proberen. Gefeliciteerd mannen. Een kampioenschap moet uiteraard gevierd worden. Dat gebeurde donderdag al uitgebreid lees ik in de krant. Zondag werd het feestje nog voortgezet. En dat hebben we gemerkt.  Van vroeg in de middag tot middernacht spoelde er vanaf de kantine op het sportpark een onafgebroken golf herrie over de sportvelden richting woonwijken. Een voortdurend gebonk van beats, slechts ondergebroken door gejuich en geschreeuw. Af en toe was er een schor gebrul dat voor een toespraak moest doorgaan. Het was feesten tot aan het gaatje en verder. Het voortbonkende voetbalfeestje mag exemplarisch heten voor de manier waarop veel mensen, ondanks corona, vluchtelingencrisis en oorlogen ver weg en dichterbij, in het leven staan: meer, meer, meer. Hoger, harder, langer, verder. Geen spoortje van terughoudendheid, bescheidenheid of relativering. Het is nog steeds de mentaliteit van wie doet ons wat, van dansen op de vulkaan en na ons de zondvloed. Of het nou om Chinese rommel kopen, dikke auto’s rijden, feest vieren of vliegvakanties gaat. We hebben het verdiend. Omdat het kan. We hebben er recht op. Tot we erbij neervallen, letterlijk en als samenleving. Klinkt dit somber? Ja, en dat is het ook. Ik ben 64 en vroeger was echt niet alles beter. En ja, de boomers dragen zelf schuld aan de huidige toestand. Maar dat betekent niet dat ik mijn mond moet houden en mijn zorgen mag uiten. Om positief af te sluiten: we leven in een vrij land, waarin iedereen bijna alles mag zeggen en schrijven. Ook ik, ook dit.


Bert Albers, Venray.