MOY-voorzitter Huub Hendrix en dorpsondersteuner Linda Custers op het Lovinckplein.
MOY-voorzitter Huub Hendrix en dorpsondersteuner Linda Custers op het Lovinckplein. Foto: Rikus ten Brucke

'Veel verborgen leed is opvallend'

YSSELSTEYN | Precies twee jaar mag Linda Custers zich dorpsondersteuner van Ysselsteyn noemen. Een functie die niemand eerder bekleedde, een functie die haar past als een handschoen, een functie die ook door de gemeente Venray omarmd moet worden. Daar zijn Custers en Huub Hendrix, voorzitter van de werkgroep Maatschappelijke Ondersteuning Ysselsteyn (MOY), inmiddels van overtuigd. "De dorpsondersteuner wordt steeds belangrijker in deze tijden van terugtrekkende overheden en burgers die meer en meer op elkaar zijn aangewezen." 


De dorpsondersteuner haalt onmiskenbaar wat druk weg bij de Wmo, de Wet maatschappelijke ondersteuning die in het leven is geroepen om ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. In de afgelopen twee jaar kreeg Custers 143 hulpvragen van dorpsgenoten. Ze zijn uiteenlopend van aard; van iemand die haar verwaarloosde tuinhekje geschilderd wilde hebben, van een vrouw wiens man door een ongelukje plots immobiel raakte en hulp nodig had, tot een uit huis geplaatst gezin dat met de handen in het haar zat. "Ik heb ze kunnen helpen", zegt Custers. "Ook de vrouw die de kapotte lampenpeer niet kon vervangen kreeg hulp of iemand die wat werk in de tuin niet zelf meer kon doen. Parkeeroverlast heb ik bij de hand gehad of ik ga wandelen met iemand die vervolgens zijn hart lucht. Tussen de regels hoor je dan een hulpvraag waar ik graag op inga. Ik heb inmiddels een hele lijst van mensen die wat vrijwillig kluswerk kunnen doen. Maar meestal pols ik eerst de buren of ze hulp kunnen bieden. Dat werkt vaak prima. Het gevolg kan dan zijn dat ze wat vaker bij elkaar op visite gaan, een kopje koffie drinken. Is er dan weer hulp nodig, dan hoef ik niet meer in actie te komen. Dan regelen ze het zelf."


Vragen stellen aan Custers en Hendrix is nauwelijks nodig. Ze willen graag vertellen over hun ervaringen. En doen dat honderduit, over hun drie jaar durende pilotproject waarmee ze in mei 2020 in Ysselsteyn begonnen. MOY heeft 75.000 euro beschikbaar voor de proef, met dank aan Zorghuus Ysselsteyn, Rabobank en gemeente Venray die elk 25.000 euro bijdroegen. In dienst van MOY werkt Custers, tevens werkzaam bij de Land van Cuijkse welzijnsorganisatie Sociom, wekelijks twaalf uur als dorpsondersteuner. Inmiddels is duidelijk dat ze in die tijdspanne het werk niet kan doen. "Er zitten wel eens weken tussen van meer dan dertig uur. Dan is dan maar zo. Ik ga er volledig voor." Dat Custers in de lente van 2020 startte, was wat ongelukkig. Het coronavirus teisterde Nederland, met elkaar in contact komen was moeilijk. "Je stapte niet zomaar binnen bij een KBO of andere verenigingen of instanties", zegt Custers. "Terwijl dat wel erg belangrijk is om bekendheid aan de dorpsondersteuner te geven, om een netwerk op te bouwen. Door directe contacten en gesprekken met besturen kun je vertellen wat een dorpsondersteuner inhoudt, kun je ervaringen delen en vragen goed beantwoorden." Maar Custers liet zich daardoor niet uit veld slaan. Met haar enthousiasme en inventiviteit won ze vertrouwen, belangrijk om in gesprek te kunnen gaan met zowel hulpvragers als (mogelijke) hulpverleners. Ze gaf met Hendrix en de MOY-werkgroep, bestaande uit medici en vertegenwoordigers uit de paramedische en ggz-hoek, een eigen draai aan het fenomeen dorpsondersteuner. Noem het maar het Ysselsteynse model. "In Elsendorp en America hadden ze al eerder een dorpsondersteuner", zegt Custers. "Daar haal je info op, hoe doen ze het daar? Vervolgens ga ja na wat passend is bij Ysselsteyn, wat niet en wel kan. Huub en ik hebben regelmatig contact. Wat ons opvalt is hoeveel verborgen leed niet aan de oppervlakte komt. Zonder dorpsondersteuner was dat waarschijnlijk onbekend gebleven."


Dat de dorpsondersteuner in een behoefte voorziet, blijkt uit het feit dat ze steeds meer in dorpen en wijken werkzaam zijn, zegt Hendrix. "De pioniersfase is voorbij, het is tijd voor erkenning en bekendheid. Dorpsondersteuners zijn de ogen en oren van de gemeenschap. Ze zijn het vertrouwde gezicht en aanspreekpunt voor allerlei organisaties en overheid die aansluiting zoeken bij de gemeenschap, en de zorg zover mogelijk terug bij de burgers wil leggen. En niet onbelangrijk: een dorpsondersteuner werkt in opdracht van het dorp." Custers en Hendrix zijn inmiddels actief in diverse gemeentelijke werkgroepen. Om aandacht en ondersteuning te vragen op maatschappelijk, sociaal en financieel gebied.


Over een jaar loopt de pilot af. Hendrix wil zo snel mogelijk met de nieuwe wethouder (die er nog niet is) aan tafel. "We overleggen al regelmatig met de gemeente. Doen we al vanaf het eerste begin, vinden we belangrijk. En we willen graag onze ervaringen met andere dorpen delen."

Afbeelding