Sponsordiner voor gebouw Natanaël

Molukkers in Venray 

Venray | Dit jaar wordt herdacht dat het 70 jaar geleden is, dat in het voorjaar van 1951, 3500 Molukse KNIL-militairen met hun gezinnen tijdelijk naar Nederland werden overgebracht. In totaal waren het 12.500 personen. Via Amersfoort werden zij verdeeld over in totaal 90 woonoorden in Nederland. Bijna de helft kwam terecht in de voormalige concentratiekampen in Vught en Westerbork. Hoe kwamen zij in Venray terecht?


Twee dagen na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 werd de Republiek Indonesië uitgeroepen. Nederland erkende de Republiek niet en stuurde een troepenmacht overzee om orde en gezag te herstellen. Er volgde een strijd die pas eindigde als op 27 december 1949 de soevereiniteitsoverdracht wordt getekend. Ook 220 Venrayse militairen namen deel aan deze strijd. Acht jongemannen uit Venray kwamen er om het leven en liggen er begraven.


Daarna moesten de troepen terug naar Nederland. Het KNIL werd opgeheven. De Molukse militairen konden in Indonesische dienst of demobiliseren op de plaats van keuze. Er bleven 3500 militairen over die op Ambon wilden demobiliseren. Daar was echter op 25 april 1950 de Vrije Zuid-Molukse Republiek (RMS) uitgeroepen en was er een oorlog gaande met de Indonesische troepen. Soekarno wilde niet dat deze militairen naar Ambon zouden gaan omdat zij dan waarschijnlijk mee zouden doen met de RMS-strijd. Na onderhandelingen en processen werden zij toen op transport gezet naar Nederland. Het geplande verblijf van enkele maanden werd enkele jaren en vervolgens werd het voor de meesten een verblijf voor het leven.


In december 1953 kwam er een groep van 132 Molukkers naar Venray, 32 gezinnen en vijf alleenstaanden. Zij kwamen voor het merendeel vanuit het klooster Glanerbrug bij Enschede en werden in het woonoord Vlakwater gehuisvest. Daar lag nog een barakkenkamp, dat in 1941 was gebouwd voor de Nederlandse Arbeiders Dienst (NAD). Het werd gebruikt voor een soort Duitse dienstplicht. Na de oorlog werd het een kamp voor de DUW (Dienst Uitvoerende Werken) waar arbeiders voor de Peelontginningen werden gehuisvest. In de regio waren meer Molukse kampen onder andere in Vierlingsbeek, Gennep, Well, Tienray en Blerick. Het kamp bestond uit vier woonbarakken. Verder was een barak ingericht als kerk en kantine. Er was een schooltje voor de eerste drie klassen met een Indische leerkracht die de Maleise taal sprak. Er was een badhuis en een barak was opgedeeld in de woonruimte voor de beheerder, die dus in het kamp woonde en een centrale keuken en een ruimte waar de moeders konden bevallen en de huisarts spreekuur hield. Omdat het verblijf maar enkele maanden zou duren was er gekozen voor een volledige verzorging. Eten werd driemaal daags uitgedeeld vanuit de centrale keuken en men kreeg dekens, bedden, een voorraad kolen en kledingbonnen. Men kreeg een zakgeld van drie gulden per volwassene en een gulden per kind. Werken mocht men niet, dat zou oneerlijke concurrentie betekenen voor de plaatselijke arbeiders.


In 1956 werd de zelfzorgregeling afgeschaft. Men moest zich inschrijven als werkzoekende, dus men ging werken voor de kost of men kreeg een uitkering. De meeste mannen gingen werken bij de industrie in Venray en omgeving. Bij Inalfa bijvoorbeeld hebben zeker 22 Molukkers uit de regio gewerkt in de jaren vijftig en zestig. De vrouwen en kinderen gingen vaak werken bij de boeren in de regio (appels, aardbeien en bessen plukken, asperges steken). In 1959 werd men ingeschreven bij de Burgerlijke Stand en werd men inwoner van Venray.


Het was de Nederlandse regering duidelijk geworden dat het verblijf langer ging duren en dat de kampen opgeheven dienden te worden. Na overleg werd er gekozen voor woonwijken waardoor men toch met een aantal gezinnen bij elkaar kon blijven wonen. Vanaf begin jaren zestig komen er op veel plaatsen Molukse woonwijken.  In Venray duurde het nog enkele jaren waarbij er een discussie werd gevoerd of Protestantse Molukkers wel in een Katholieke omgeving thuishoorden. In 1961 woonden er door met name geboorten bijna 200 personen in Vlakwater. Een aantal gezinnen duurde dit te lang en zij vertrokken naar onder ander Hoogeveen, Tilburg en Nijmegen. In het najaar van 1967 verhuisden een tiental gezinnen naar twee woonblokken op de Houten Hoek. Enkele gezinnen kwamen verspreid in Venray te wonen.


In de jaren zeventig stimuleerde de Nederlandse regering de bouw van Molukse stichtingen voor Samenlevingsopbouw. Na het akkoord van de gemeente Venray wordt er een houten gebouw neergezet bij de verbindingsweg tussen de Merseloweg en de Houten Hoek. In 1987 kreeg dit paadje de naam Kiriwennopad, genoemd naar de dan oudste Molukker die nog in leven was in Venray, opa Jordan Kiriwenno. Het gebouw kreeg de naam Batu Badaun (Bemoste steen) en de titel is van een bekend Moluks volksverhaal. Na verloop van jaren werd alles door vrijwilligers geregeld. In 2000 werd de stichting opgeheven. De gemeente stelde dat de Molukse mensen gebruik konden maken van Venrayse categorale voorzieningen en clubs. De gemeenschap huurt dan het gebouw van de gemeente en in 2005 werd het gebouw eigendom van de Molukse kerk in Venray. Het gebouw bleef een centrale functie behouden voor activiteiten die er door vrijwilligers in eigen beheer werden georganiseerd. Helaas was er van 1979 tot 2005 nauwelijks onderhoud uitgevoerd aan het gebouw. Het gebouw heeft nu de naam Natanaël gekregen, naar een verhaal uit de Bijbel. Het gebouw wordt nog steeds gebruikt bij allerlei activiteiten waarbij de Molukse gemeenschap is betrokken. Het heeft echter wel extra onderhoud nodig. Een aantal zaken kan men in eigen beheer doen. Maar momenteel is het dak, dat stamt uit 1979, dringend aan vervanging toe. Er zijn vaker reparaties uitgevoerd maar na ruim 40 jaar zal er toch iets moeten gebeuren met het dak. De kosten hiervan worden geraamd op 20.000 euro. Daarna zullen nog de andere zaken worden aangepakt.


Op zondag 17 oktober, de dag van de bevrijding van Venray, organiseert het comité Van Verwoesting tot Wederopbouw in samenwerking met het Venrays Museum een sponsordiner. De opbrengst hiervan wordt geschonken aan de Molukse gemeenschap in Venray als aanzet voor het onderhoud van hun gebouw aan het Kiriwennopad. Een financiële bijdrage kan ook worden overgemaakt op rekening nr NL05 RABO 01539911900 t.n.v. Venray museum.