ACHTERGROND

Kon Patrick van der Broeck niet meer om de brief heen of zag hij het niet eerder?

VENRAY | Is er in 2016 integer gehandeld bij de gronddeal tussen toenmalig Waterschap Peel en Maas en Jan Loonen? De Venrayse wethouder kocht als privépersoon van het schap zo'n 37 hectare aan gronden bij de Loobeek in de buurt van Merselo. Woensdag 12 mei volgt uitsluitsel over die integriteitsvraag. Patrick van der Broeck, huidig dijkgraaf van Waterschap Limburg, stelde zichzelf begin dit jaar dezelfde vraag in een brief aan de Commissie Integriteit van het waterschap. Waarom deed hij dat niet eerder, bijvoorbeeld vorig jaar juni toen de gronden bij de notaris officieel werden overgedragen?


Door Henk Baltussen


Dat heeft alles te maken met vragen die Peel en Maas op 23 december vorig jaar stelde aan Van der Broeck over die grondver- en aankopen, NRC deed dat op 7 januari van dit jaar. Beide kranten berichtten vervolgens uitvoerig over de gronddeal. Letterlijk schrijft de dijkgraaf op 15 januari aan de integriteitscommissie van zijn organisatie: 'Op 23 december jongstleden zijn door Weekblad Peel en Maas vraagtekens gesteld bij deze transacties. Op 7 januari zijn over dezelfde transacties vragen gesteld door NRC. Hoewel uit een reconstructie door het waterschap blijkt dat er conform de regels is gehandeld, heb ik gemeend, daarin gesteund door de fractievoorzitters, dat het feit dat er tot twee maal toe vragen worden gesteld over een en dezelfde casus, een integriteitsmelding rechtvaardigt. Ik verzoek u als hoeder van de integriteit bij deze de melding in behandeling te nemen en te komen tot een advies'.

Door onder meer vragen van Peel en Maas stelde dijkgraaf integriteitsvraag

Tevens geeft Van der Broeck in de brief aan dat hij de vragen van Peel en Maas en van NRC al bij de commissie heeft voorgelegd, inclusief de antwoorden van het dagelijks bestuur van het waterschap. De vragen die Peel en Maas destijds stelde aan Van den Broeck (ingegeven na inzage te hebben gehad in notariële akten van de grondtransacties) waren als volgt: Hoe beoordeelt u de grondtransacties van Waterschap Limburg met de heer Loonen? Speelt hierbij belangenverstrengeling een rol? Waarom vond het waterschap het beter de genoemde gronden niet in eigen bezit te houden en ze te verkopen aan de heer Loonen?

Naar aanleiding van die vragen en het conceptartikel over de transacties tussen Loonen en het waterschap dat Peel en Maas klaar had liggen, kwamen secretaris-directeur Erik Keulers en een woordvoerder van het waterschap op 24 december naar de Venray voor een onderhoud met de redactie. Omdat ze tijd nodig hadden om de vragen te beantwoorden en het conceptartikel 'tal van feitelijke onjuistheden', zou bevatten, ging Keulers ervan uit dat Peel en Maas niet eerder tot publicatie zou overgaan 'nadat u mij een redelijke termijn heeft gegund om u deze informatie aan te reiken'. De antwoorden kwamen uiteindelijk op dinsdag 5 januari. Die werden meteen gedeeld met de gemeente Venray, waar de redactie later pas achter kwam. Een normale procedure, bleek uit navraag bij het waterschap: 'Het is correct dat deze mail gedeeld is met de gemeente Venray. Het is gebruikelijk dat wij een collega-overheid informeren over onze beantwoording van persvragen die (mogelijk) op hen betrekking hebben'.

'Hoe oordeelt u over het proces van grondtransacties, in het bijzonder met de familie Loonen?'

Donderdag 7 januari zou Peel en Maas tot publicatie overgaan. Enkele telefoontjes later van burgemeester Luc Winants met de redactie deed Peel en Maas besluiten de publicatie uit te stellen. NRC berichtte in de uitgave van 9 januari paginagroot over de gronddeals, enkele dagen later volgde Peel en Maas alsnog. In beide artikelen werden werden vraagtekens geplaatst bij de integriteit van bestuurders bij het waterschap en die van wethouder Jan Loonen. In de brief van Van der Broeck op 15 januari: ‘Het waterschap heeft misschien wel correct gehandeld, maar had men niet meer moeten laten meetellen dat een van de leden van de tegenpartij wethouder is en daarom meer veiligheden moeten inbouwen?'

Van der Broeck vraagt tevens of de integriteitscommissie bereid is de integriteitsmelding in behandeling te nemen, een onderzoeksopdracht te formuleren en daarbij gebruik te maken van een extern bureau? De dijkgraaf had de vragen voor zichzelf al klaar: Heeft Waterschap Peel en Maasvallei en zijn rechtsopvolger (Waterschap Limburg) zich bij deze transacties gehouden aan de eigen beleidskaders? Hoe oordeelt u over het proces van grondtransacties met particulieren zoals die hebben plaatsgevonden in het Loobeekdal, en daarbij de transacties met de familie Loonen in het bijzonder? Hoe oordeelt u over de integriteitsaspecten vanuit Waterschap Peel en Maasvallei dan wel Waterschap Limburg ten opzichte van deze transacties? Hoe kijkt u naar transacties waarbij, zoals in dit geval, een ambtsdrager betrokken is als eigenaar? Zijn hier extra processtappen gewenst?

Uiteindelijk werd Bureau Hoffmann in de arm genomen om onderzoek te doen naar de vraag of de integriteit van het waterschapsbestuur in het gedrang kwam toen wethouder Loonen in 2016 met Waterschap Peel en Maasvallei de gronddeal overeenkwam.

Hoffmann heeft zijn eindrapport klaar. Het advies en eindoordeel van de Commissie Integriteit wordt 12 mei in het algemeen bestuur besproken. De volgende vragen dienen zich aan: Had dijkgraaf Patrick van der Broeck de gronddeal gewoon niet in de gaten, of had hij dat wel en liep hij er vervolgens met een boogje omheen? Of gingen bij hem plots de ogen open toen Peel en Maas en NRC hem er vragen over stelden en hij er niet meer omheen kon om de integriteitscommissie op 15 januari de brief te sturen?