Afbeelding
Foto: Eigen foto

Gezichten uit het verleden (4)

Overloon | Op de begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission in Overloon, in de volksmond ook wel het Engels kerkhof genoemd, bevinden zich 281 graven. Ieder met een eigen verhaal. In deze reportageserie belicht de Werkgroep Overloon War Cemetery iedere keer één zo’n verhaal. Deze keer grafnummer 11, vak IV, rij E: Andrew Swinley (1920 – 1944), jonge vader aan het front.


“Hij was altijd het verste vooruit, waar het gevaar het grootste was.” (Bron: brief van kapitein John A. Ford aan de weduwe Swinley)


Overal gespannen gezichten, concentratie. Andrew kijkt om zich heen in het landingsvaartuig. Maandenlang hebben ze in Schotland geoefend op deze landing, maar nu komt het eropaan. Want dit is geen training meer, dit is echt! Hij ziet de Franse kust steeds dichterbij komen. Hoe fel zal de tegenstand worden van die Jerries? De adrenaline stijgt.


Andrew Swinley wordt geboren op zaterdag 31 januari 1920 in Buckhaven, een klein dorpje in Fife in Schotland. Hij is de zoon van Andrew en Jean Swinley. Andrew is in lijn het derde kind dat geboren wordt in dit gezin. Het eerste, een meisje, overlijdt al snel na haar geboorte in 1917. In 1918 wordt zus Mary geboren. Na Andrew (1920) volgen nog Elizabeth (1922), Flora (1933), Thomas (1934) en Jean (1936).


Andrew groeit op in dit Schotse dorp en ontmoet daar dorpsgenote Mary Jane Hunter. Ze worden verliefd en trouwen op 29 november 1941. Daarna blijven ze in Buckhaven wonen.


Andrew treedt op jonge leeftijd in dienst bij de lokale steenkolenmijnen en werkt diep onder de grond. Gevaarlijk werk. Mijnwerkers zijn officieel vrijgesteld van militaire dienst, aangezien is bepaald dat de kolendampen die de mijnwerkers inademen een negatief effect hebben op de conditionele prestaties die vereist zijn in een oorlogsconflict.

'Hij was altijd het verste vooruit, waar gevaar grootst was'


Voor sommige Schotten is de baan van mijnwerker een ontsnapping aan de militaire dienst, maar Andrew is niet blij met die bepaling en slaagt er op 29 april 1939 toch in om dienst te kunnen nemen in het leger.


Andrew belandt in het 76e High-land Field Regiment Royal Artillery en wordt signaller (o.a. radio-communicatie), Carrierchauffeur en gunner (schutter). Het 76e Highland Field Regiment is een territoriale unit, samengesteld uit de 303rd (Dundee) en de 302nd (Fife) Batteries.

Op woensdag 5 januari 1944 wordt zoon Andrew geboren, de zesde opeenvolgende generatie Andrew die deze naam draagt.

In de loop van 1944 wordt duidelijk dat er een grote geallieerde landingsoperatie aan zit te komen. Wanneer en waar die operatie exact plaatsvindt is nog top secret. De Moray Firth in het noorden van Schotland, ten oosten van Inverness, is de locatie waar Andrew en zijn regiment samen met onderdelen van de Britse marine trainen op de landing. Steeds opnieuw wordt er geladen in Rosemarkie, waarna de trainingslandingen plaatsvinden 40 kilometer verderop op de zandstranden van Burghead Bay.

Wanneer Andrew met zijn regiment richting Portsmouth moet vertrekken en van daaruit naar het front, besluit zijn vrouw Mary met de kleine Andrew tijdelijk bij haar ouders in te trekken.


De eerste dagen van juni bevinden Andrew en zijn regiment zich in Portsmouth en wordt alles in gereedheid gebracht voor de overtocht naar Frankrijk. De vaartuigen en de manschappen liggen op zondag 4 juni in de havens en wateren van Portsmouth te wachten op vertrek wanneer dat nog 24 uur wordt uitgesteld. Op maandag 5 juni volgt het bevel die middag uit te varen. Op dat moment mag iedereen zijn gesealde pakket openmaken met daarin de exacte informatie over de bestemming en de aankomsttijd.


In de vroege ochtend van dinsdag 6 juni 1944 (D-Day) rond 5.30 uur komt de Normandische kust in zicht voor Andrew, waarna om 6.50 uur de beschietingen richting strand met de codenaam Sword Beach starten. Die hevige beschietingen stoppen na 35 minuten, waarna de eerste landingsgolf van de 8e Brigade kan beginnen. Kort daarna is het de beurt aan Andrews regiment om het strand te bestormen. Sword Beach en de landing is onderdeel van Operation Neptune (het marine-onderdeel en de eerste aanvallen van de totale Operation Overloard). De bevrijding van West-Europa is begonnen!


Andrew is onderdeel van de OP, de Observation Post. Deze OP’s zitten meestal vooraan in de linies om de artillerie te informeren. Het eerste doel is om de strategisch belangrijke Franse stad Caen te veroveren. Maar de Duitse tegenstand is daar zeer fel. Zo fel zelfs dat het meer dan een maand zal duren voordat Caen kan worden ingenomen. In deze strijd sneuvelen 30.000 Britse en Canadese militairen.


Na Caen komt Andrews regiment via Noord-Frankrijk en België Nederland binnen. Op 23 september krijgt het 76e Field Regiment de opdracht het kanaal bij Maastricht te verdedigen en op 25 september ondersteunt het regiment weer het 8e Britse infanterieregiment in Weert. Een dag later zijn ze in omgeving Heeze, waarna ze op 27 september aankomen in Bakel. Op 1 oktober komt het 76e in actie ten noorden van de Maas.


Vanaf 13 oktober wordt het regiment ingezet tijdens Operation Aintree, de Slag om Overloon, en trekken ze op naar Venray. Waarna ze op 26 oktober de 185e Brigade ondersteunen. De geallieerden gaan op 14 november opnieuw in de aanval om alsnog bruggenhoofd Venlo op te rollen via Operation Nutcracker. Op 20 november valt de 15e Schotse divisie aan en deze wordt twee dagen later gevolgd door de 11e pantserdivisie. Vervolgens houdt het 86e korps bruggenhoofd Venlo in handen tot 3 december. Dan zijn alle Duitsers eindelijk teruggedreven over de
Maas.


Op woensdagavond 22 november 1944 rukt Andrews regiment op ter ondersteuning van de infanterie. Andrew rijdt in zijn Carrier. Plotseling een explosie, Andrew is op een Duitse mijn gereden die onder de oppervlakte van de weg is geplaatst door terugtrekkende Duitse troepen. De Carrier wordt compleet over de kop geblazen. Andrew vindt onmiddellijk de dood.


Andrews kameraden zijn geschokt door zijn dood en samen met Andrews kapitein, John A. Ford, begraven zij Andrew nog diezelfde avond in een veldgraf. De volgende ochtend wordt Andrew begraven naast het kruisbeeld aan de Gildestraat in Holthees waar een korte indrukwekkende plechtigheid plaatsvindt.


In zijn brief gedateerd 27 november 1944 aan weduwe Mary Swinley benoemt Ford de moed en het plichtsbesef van Andrew: “Being in the OP party he had always been the farthest forward, where the danger had been greatest, yet he had never complained or asked to be given a safer or more comfortable job at the gun-end. His death is a great blow to us all.” (Als onderdeel van de OP party [Observation Post, AVD] was hij altijd het verste vooruit, waar het gevaar het grootste was, maar toch heeft hij nooit geklaagd of gevraagd om een veiligere en meer comfortabele job. Zijn dood is een grote schok voor ons allen.”)


Op 2 juni 1947 worden de stoffelijke resten van Andrew overgebracht naar de CWGC-begraafplaats in Overloon. Al snel na de oorlog ontmoet weduwe Mary in Buckhaven John Denouette Patterson. John is in de oorlog krijgsgevangen gemaakt door de Japanners en gedwongen te werken aan de beruchte Birma-spoorlijn. Mary en John trouwen in augustus 1946 en ze krijgen drie kinderen. De kleine Andrew wordt door John opgevoed als zijn eigen zoon.


In 2020 is de al achtste opeenvolgende generatie Andrew in de familie Swinley geboren, een familietraditie die zijn oorsprong kent bij de eerste Andrew (geboren in 1824). De familiefoto’s bereikten ons via Andrews kleinzoon Andrew Swinley in Singapore, de 7e generatie Andrew in de familie. Andrew Swinley, de moedige en trotse jonge vader aan het front. De herinnering aan hem zal voor altijd door zijn nakomelingen worden geëerd.


De Werkgroep Overloon War Cemetery stelt zich onder meer ten doel om bij zoveel mogelijk graven op de CWGC-begraafplaats de foto’s en verhalen te achterhalen, eer te brengen aan de aldaar begraven gevallenen en zo deze geschiedenis levend te houden.

Meer informatie over het project en de werkgroep op: www.werkgroepoverloonwarcemetery.jouwweb.nl en/of www.facebook.com/WerkgroepOverloonWarCemetery/


Bronvermelding:

Brief Capt. John A. Ford van de 302. Field Battery aan Mary Jane Hunter Swinley;

Brief Buster (dienstkameraad) aan Mary Jane Hunter Swinley;

Andrew Swinley – Singapore;

Operation Aintree – De Slag om Overloon & Venray (auteurs Antal Giesbers en Herman Dinnissen, Giesbers Media, 2004).


Foto: Andrew Swinley (Foto: Collectie Andrew Swinley).

Foto uit 1943, gemaakt tijdens een verlof van Andrew, met van links naar rechts: Andrews zus Mary, een vriendin van de familie, George Simpson (getrouwd met Andrews zus Elizabeth), Andrews vrouw Mary en Andrew Swinley. Foto gemaakt voor het huis van Andrews ouders in Methil, Fife. (Foto: Collectie Andrew Swinley).


Foto: Het graf van Andrew Swinley op de Overloon War Cemetery (Foto: Collectie Andrew Swinley).

Foto: Het kruisbeeld in de Gildestraat, Holthees, de tijdelijke begraafplaats van Andrew. (Foto: Collectie Piet Peters).

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding