Klompenmaker Carel Jeuken aan het werk in  zijn territorium in Leunen: "Het kan toch niet zo zijn dat dit na 250 jaar verloren gaat?"
Klompenmaker Carel Jeuken aan het werk in zijn territorium in Leunen: "Het kan toch niet zo zijn dat dit na 250 jaar verloren gaat?" Foto: Antoon Jeuken

Plan: klompen van Carel in museum

Leunen | Een zevende generatie Jeuken die klompen maakt en verzamelt gaat er niet komen. Maar het erfgoed mag niet verloren gaan, vindt Carel Jeuken. Hij hoopt dat er een mooie locatie wordt gevonden waar hij zijn klompenmakerij en -verzameling voor het nageslacht een museale plek kan geven. "Het liefst ergens in Leunen, waar ik nog kan laten zien hoe klompen worden gemaakt."


Wie bij Carel Jeuken aan de Albionstraat in Leunen op bezoek gaat, valt als eerste de vele boomstammen op die hier en daar liggen en de emmers met water waar blokken populierenhout in liggen te weken. "Het hout moet nat zijn om het te kunnen bewerken", zegt de goedlachse Jeuken wiens woning helemaal is onderkelderd. Dat is zijn territorium, waar de 72-jarige Leunenaar sinds 1986 klompen maakt en waar hij zijn unieke collectie houten schoeisels bewaart, zo'n 650 klompenparen uit alle windstreken van Nederland. "Ik heb honderden klompenmakers bezocht in Nederland, Duitsland, Belgiƫ en Frankrijk. Uit nieuwsgierigheid, maar ook om mijn klompenverzameling aan te vullen. Er lagen ook altijd paren van mezelf in de auto, om ze te kunnen ruilen. Of eventueel te verkopen."

In tegenstelling tot zijn voorvaderen hoefde Carel Jeuken nooit als klompenmaker zijn brood te verdienen. Dat deed zijn vader wel, tot 1958. "Toen zaagde hij een deel van zijn duim eraf. Dat stuk werd er nog wel aangezet, maar scheef. Daardoor moest hij met klompen maken stoppen en is bij Servaas gaan werken. Ik ging in 1964 in de bouw werken en nam in 1986 de klompenmakerij van pa over. De machines werden in 1996 in bruikleen gegeven aan museum De Locht in Melderslo, ik ging verder met het handwerk. Zo'n twee tot drie klompenparen per dag kon ik maken. Ik verf ze en beschilder ze samen met mijn vrouw. Er komen nog steeds mensen hier klompen halen. Ik ben de enige in Limburg. In Horn zit nog wel iemand die het kan, maar hij is niet meer actief. In Brabant zijn er nog meer die ik les gaf. Dat doe ik nog steeds in Bakel en Sint Oedenrode. Je hebt een jaar of drie, vier nodig om het goed te kunnen."

Carel Jeuken ziet er nog kwiek uit, hij kan nog wel een tijdje in zijn klompen-mancave vooruit. Maar de tijd staat niet stil. Een keer zal hij zijn hobby los moeten laten. Daar baart hem enigszins zorgen. Wat gaat er met zijn klompenmakerij gebeuren? "Het kan toch niet zo zijn dat dit na 250 jaar verloren gaat?", zegt Jeuken.


Hij heeft het er al weleens met deze of gene erover gehad. "Iedereen vindt dat dit behouden moet blijven", zegt Jeuken. "En willen daar moeite voor doen. Maar vervolgens hoor je niets meer. Pas geleden was Tino Zandbergen (fractieleider Venray Lokaal, red.) hier voor een paar klompen. Hij loopt er nog regelmatig op. Toen kregen we het ook over de toekomst. Hij zei dat hij er zich hard voor gaat maken."

Enkele VL-leden, onder wie Leunenaar Sander Hellegers en Peter Custers, zijn inmiddels aan het onderzoeken hoe dit Venrayse erfgoed geconserveerd kan worden. "Het mooiste zou zijn als dat ergens kan waar iedereen terechtkan. En waar ik iedereen die wil kan laten zien hoe klompen worden gemaakt. Wie weet dat er iemand interesse krijgt het ook te gaan doen."

VL heeft inmiddels Cultura Venray en het Toeristisch Platform benaderd. Samen met een museumverzameling van Koenen Slijptechniek uit Leunen zou de klompenmakerij ergens onderdak moeten krijgen. Ook een collectie van Van Staveren Elektro uit Leunen zou aan kunnen sluiten. Er zijn enkele locaties in Leunen geschikt. Maar Jeuken en de VL-leden willen daar nog even niets over kwijt. "Er wordt al over gesproken", zegt Custers. Deze week staan er weer gesprekken met enkele partijen gepland.

Afbeelding