Marco met zijn vrouw Carla en zoon Anthony.
Marco met zijn vrouw Carla en zoon Anthony. Foto: eigen foto

Marco Raaijmakers

Wichita Falls | Marco Raaijmakers had als jochie van 11 jaar oud maar één droom: F-16-piloot worden. Vanaf de eerste kennismaking met de luchtmacht op 20 september 1980 in Vredepeel liet hij de gedachte varen dat hij eigenlijk timmerman wilde zijn. "Tijdens een open dag op vliegbasis De Peel ben ik zo onder de indruk geraakt dat ik die gedachte nooit meer heb losgelaten. Dat ik uiteindelijk vlieger bij de luchtmacht ben geworden, is natuurlijk wel heel bijzonder, maar ik heb er ook hard voor moeten werken", vertelt de 52-jarige Raaijmakers. De oud-Venraynaar woont tegenwoordig samen met zijn zoontje Anthony en tweede vrouw Carla in Wichita Falls (Texas, red.), op een paar uur rijden van Dallas.


Raaijmakers werkt namens de Nederlandse luchtmacht als vlieginstructeur op de Sheppard Air Force Base. "Ik leid Nederlandse militaire piloten in spe op. Als instructeur zit ik voornamelijk achter de piloot in het vliegtuig, maar ik vlieg zelf ook nog. Ik wil mijn bevoegdheid behouden. Over enkele maanden verlaat de laatste klas met goed gevolg de opleiding om naar de F-16-vervolgopleiding te gaan. Daarna neemt de F-35 (Joint Strike Fighter, red.) het definitief over."

Raaijmakers weet zich de open dag in 1980 nog al de dag van gisteren ter herinneren. Samen met jeugdvriend Michel fietste hij van Venray naar Vredepeel om alles te bewonderen. Toen Michel om 11.00 uur naar huis moest voor een handbalwedstrijd, bleef Raaijmakers langer om nog meer van de sfeer op de vliegbasis te proeven. "Ik vond het fantastisch. De vliegtuigen maakten grote indruk om mij als kind. Eigenlijk had ik rond het middaguur afgesproken met mijn ouders, maar die liep ik pas rond 17.00 uur per toeval tegen het lijf. Er was geen mobiele telefoon natuurlijk, het was ontzettend druk en ik had ook geen tijd om aan ze te denken."

Na zijn tijd op basisschool Coninxhof vertrekt Raaijmakers naar het Boschveldcollege. Vanaf zijn eerste schooldag weet hij wat zijn vakkenpakket moet worden, hij heeft immers een droom en daar moet alles voor wijken. Daarnaast begint hij in 1985 met zweefvliegen in Asperden (vlak over de grens bij Goch, red.). Op zijn brommer rijdt hij naar het vliegveld om uren te maken. "Ik was het hele weekend op het vliegveld te vinden. Had nog net wat genoeg tijd om op zaterdagavond te gaan stappen in de Jera in Ysselsteyn. Ik bekostigde alles zelf dankzij mijn krantenwijk. Ik bezorgde het Dagblad voor Noord-Limburg. Het was een route van misschien wel 22 kilometer, maar het werk leverde daardoor wel wat op. Zweefvliegen is nog steeds mijn hobby. Sinds kort heb ik het weer opgepakt, maar ik moet hier in de Verenigde Staten andere papieren hebben. Ik heb nog een opfriscursus nodig, maar dat komt nog wel."

Raaijmakers werd in 1969 geboren in Venray en groeide op in Veltum. Sinds 1987 woont hij niet meer in Noord-Limburg. Na omzwervingen in Delft en Enschede belandde hij voor zijn werk in Canada en nu in de grootste staat van de Verenigde Staten. "Na de middelbare school wilde ik naar de Koninklijke Militaire Academie (KMA), maar uiteindelijk kwam ik niet door de psychologische test. Achteraf begrijp ik dat wel. Ik was pas 17 jaar oud en qua levenservaring had ik nog niet veel te melden. Ik besloot toen lucht- en ruimtevaartkunde te gaan studeren in Delft en ging op kamers. Dat was een flinke stap, van Venray naar de Randstad. Ik merkte wel dat ik niet zo'n student was. Na 1,5 jaar heb ik opnieuw een poging gedaan om bij de luchtmacht binnen te komen en toen lukte het wel. Ik ben meteen gestopt met mijn studie en op 3 april 1989 ben ik in Woensdrecht begonnen met mijn opleiding. Eerst militaire vorming gevolgd door de basis vliegopleiding, en in september 1990 vertrok ik naar Wichita Falls voor mijn vervolgvliegopleiding. In december 1992 vloog ik voor het eerst alleen in een F-16. Toen dacht ik: 'Ik ben er, ze kunnen mij niks meer maken'. Maar ik moest er nog hard aan trekken om de opleiding volledig af te ronden."

Raaijmakers wordt in 1993 geplaatst op vliegbasis Twenthe nabij Enschede. In april 1993 werd hij voor het eerst uitgezonden namens de Nederlandse luchtmacht. Vanuit Italië vloog hij over voormalig Joegoslavië. "Dat was een hele vreemde gewaarwording. Op de grond werd er gevochten en je zag dat veel mensen het moeilijk hadden, maar wij konden niks doen. We vlogen altijd weer terug naar Italië en sliepen in een hotel aan het Gardameer. In totaal heb ik anderhalf jaar in Italië gezeten, verdeeld over meerdere jaren. Aan het einde van mijn periode in Enschede in 1999 kreeg ik de kans om naar Canada te gaan voor een uitwisselingsproject. Mijn relatie was toen net op de klippen gelopen en ik woonde op de basis. Het leek mij een ideaal moment om naar Canada te gaan. Het zou maar voor drie jaar zijn, maar dat liep uiteindelijk anders. Na die drie jaar wilde ik eigenlijk de burgerluchtvaart in, maar na de aanslagen op 11 september 2001 was dat erg moeilijk."

Hij krijgt de kans om bij de Canadese luchtmacht aan de slag te gaan en grijpt die mogelijkheid met beide handen aan. In Canada leert hij zijn eerste vrouw Nathalie kennen en hun zoon Anthony wordt geboren. Dat het leven ook diepe dalen kent, leert Raaijmakers in die periode. "Mijn vrouw raakte in een diepe depressie en raakte verslaafd aan alcohol. We hebben er alles aan gedaan om ons leven weer op de rit te krijgen en zijn zelfs verhuisd naar haar geboortegrond. Uiteindelijk lukt dat niet. Ze stapte in 2018 uit het leven. Het was een hele heftige periode."

Ook qua werk verandert er in die tijd veel. Raaijmakers besluit om te vertrekken bij de Canadese luchtmacht, maar kan weer aan de slag bij de Nederlandse luchtmacht in Texas. Op de plek waar het voor hem allemaal begon, werkt hij nu als instructeur. "Ik heb gigantisch veel ervaring en dat helpt natuurlijk. Ik wil dit werk zo lang mogelijk blijven doen en ik denk ook dat ik hier blijf wonen. Wellicht gaan we nog een paar jaar naar Nederland, maar dat is nog koffiedik kijken."

Normaliter komt Raaijmakers om het jaar in Nederland, maar de laatste jaren is hij onder meer vanwege de coronacrisis niet meer op bezoek geweest. Zijn zus woont inmiddels met haar vriend in Overloon en zijn vader in Weert. "Mijn moeder is ruim vijf jaar terug overleden. Dat is wel extra moeilijk als je aan de andere kant van de wereld woont. Ik denk altijd met een goed gevoel terug aan Venray. Ik heb er een hele plezierige en zorgeloze jeugd gehad."

Afbeelding
Afbeelding