Joof Teeuwen bij 'grasfalt' in de buurt van zijn woonplaats Oostrum.
Joof Teeuwen bij 'grasfalt' in de buurt van zijn woonplaats Oostrum. Foto: Rikus ten Brucke

'Historie weg door grasfalt'

OOSTRUM | Wie kent ze niet, de onafzienbare velden met graszoden. Kijk om je heen en je ziet ze steeds meer opduiken. Zo glad als een biljartlaken zijn ze, de gemillimeterde grassprietjes allemaal even lang. Je zult ze ook niet gelig zien worden, door droogte. Daar zorgen de regeninstallaties wel voor. Maar de strakke grasmatten, ook wel grasfalt genoemd, zijn voor de biodiversiteit funest.


Joof Teeuwen van de vogelwerkgroep Maas en Peel, een belangrijk onderdeel van IVN Geijsteren-Venray, durft ook de stelling aan dat met de komst van grasfalt een deel van de historie van zijn woonplaats Oostrum langzaam maar zeker wordt gewist. "Met de kweek van graszoden verdwijnt de honderden jaren oude vruchtbare bodemlaag langzaam maar zeker in de graszoden. En die heb je niet zomaar weer terug", stelt Teeuwen.

De inwoner van Oostrum heeft vooral de natuur rondom zijn woonplaats lief, koestert ze en houdt ze daarom extra in de gaten. Hij ziet met lede ogen het grasfalt ook in zijn direct woonomgeving terrein winnen. De oud-onderwijzer laat het niet alleen bij woorden als hij zaken ziet die de natuur geweld aan doen. Hij laat het ook de gemeente weten, om op die manier aandacht te genereren voor de geplaagde en schraler wordende natuur. Namens de vogelwerkgroep Maas en Peel stuurde Joof onlangs nog een brief naar de gemeente om de teloorgang van de Venrayse biodiversiteit bij de bestuurders aan de orde te stellen. Teeuwen: "Door het huidige gebruik en de wijze van bewerking van de akkers worden planten en dieren onder druk gezet en insecten verdwijnen uit de omgeving."

Al eerder maakte hij zich sterk om op De Spurkt in Venray geen industrieterrein te laten landen. Hij is ervan overtuigd dat een deel van het Loobeekdal in die industriële omgeving zou verdwijnen. Tot zijn opluchting keurde de gemeenteraad vorige week de bouw van fabriekshallen op De Spurkt af.


Maar hoe zit het nu met die eindeloze grasvlakten waar alleen kweekgras groeit, waarom de geschiedenis erbij gehaald en wat zou er moeten gebeuren? Teeuwen legt het uit.

"De esgronden langs het spoor ten noorden van Oostrum zijn vanaf de middeleeuwen (van 500 tot 1500 na Christus, red.) vruchtbaar gemaakt door bemesting uit de potstallen. Die mest bestond uit uitwerpselen van dieren aangevuld met stro en vooral heideplaggen. Per jaar groeide de dikte van de vruchtbare laag met een tot twee millimeter. Nu zijn die vruchtbare lagen anderhalve tot twee meter dik. Al decennia komt er geen ruige mest meer op maar kunstmest en vooral mest uit de gierkelders. Hierdoor is de structuur en samenhang uit de grond verdwenen. De laatste jaren zien we weer wat ruige mest ingebracht worden. Maar dat is dan ook hard nodig."

'Tegen graszoden ben ik niet, maar niet op onze esgronden'

"Deze laatste jaren zien we op de Oostrumse velden echter vooral de teelt van graszoden. Behalve dat alle zandwegen volledig aan gort worden gereden. Bijvoorbeeld het zandpad ten westen van de spoorlijn, waar nu zelfs bordjes staan met onbegaanbare weg. Die velden daar worden ontdaan van alle leven. Alleen het gras mag er groeien, het zijn groene woestijnen waar geen plaats is voor vogels of insecten. Grasfalt wordt het dus genoemd. Maar het ergste is misschien nog wel dat de vruchtbare laag verdwijnt. De laag die zo moeizaam gecreëerd is in zo'n zevenhonderd jaar, door de inspanningen van onze voorouders. In enkele jaren wordt die weggegraven en verdwijnt in de zoden van de grasboeren."


"Het is bekend dat met de oogst van sierteeltgewassen, wortelgewassen en bieten tot drie ton grond per hectare per jaar kan verdwijnen. Dit is natuurlijk een schijntje met wat afgestoken wordt met de oogst van de grasrollen. Als dit drie jaar achter elkaar gebeurt, zoals in Oostrum, verdwijnt er al snel twintig centimeter vlakdekkende, vruchtbare aarde van de Oostrumse velden. Er wordt in drie jaar net zoveel grond afgevoerd, als waar onze voorouders meer dan honderd jaar over gedaan hebben om het handmatig op te brengen. Ik heb geen idee hoeveel tonnen vruchtbare grond zo al is verdwenen. Het is vreemd dat er zich blijkbaar niemand druk om maakt dat dit gebeurt. Misschien realiseert men het zich niet dat daarmee een stuk geschiedenis van ons mooie dorp wordt uitgewist."


"Ik vraag mij af of we het afgraven van onze vruchtbare grond kunnen stoppen. Misschien is dit iets voor onze dorpsraad. Maar het kan ook zijn dat men zegt ‘wat boeit dat nou, maak je niet druk'. Toen ik hier veertig jaar geleden kwam wonen was de lucht boven de velden vol met het gezang van leeuweriken. In de spoorgraaf woonden tapuiten, er vlogen massaal hooibeestjes en er zaten levendbarende hagedissen. Dat is er allemaal niet meer. Ik ben niet tegen graszoden, maar niet op onze historische esgronden."