Afbeelding
Foto: Jolijn van Goch

Parmida Baladi

Venray | In deze serie nodigen we nieuwe Nederlanders/Venraynaren uit voor een kopje koffie of thee en zijn we nieuwsgierig wat ze van Venray vinden. Deze keer: Parmida Baladi (24) uit Iran.


"Op mijn 21ste vluchtte ik met mijn moeder en broer uit Iran. We waren daar niet meer veilig. We gingen deels met het vliegtuig en met diverse bussen. Zo zijn we uiteindelijk in het asielzoekerscentrum in Overloon terechtgekomen. Mijn vader is nog achtergebleven omdat we niet genoeg geld hadden voor ons alle vier. Mijn vader en moeder vonden dat de kinderen een veilige, goede toekomst moesten hebben. De familie aan moeders kant is een voor een gevlucht vanwege politieke problemen met het regime. Wij waren de laatsten. We hebben bijna geen contact met onze vader, want dat is te gevaarlijk. Het plan is om hier in het azc veilig en gezond blijven en om hopelijk een gezond leven in Nederland te kunnen opbouwen. Graag zou ik weer studeren aan de universiteit. Dat deed ik in Iran al drie jaar. Ik denk aan de richtingen architectuur en kunstmatige intelligentie. Aan de universiteit studeren kan ik nog niet omdat we nog geen verblijfstatus hebben. Daarom heb ik wat boeken gekocht om de Nederlandse taal onder de knie te krijgen. Internet en Google zijn mijn beste vrienden. Ik zoek er cursussen over programmeren en programmeertalen op en die volg ik dan. Ik oefen met websites bouwen. En ik ben een boek aan het schrijven, over de mondkapjeswereld, in het Nederlands. Daarvoor gebruik ik mijn dagboeken. Die schrijf ik al mijn hele leven. Mijn oude dagboeken heb ik niet uit Iran mee kunnen nemen. Hier ben ik weer opnieuw begonnen. Om rustig en ongestoord te kunnen werken sta ik om vijf uur op. Soms ga ik ook bij vriendinnen studeren. Het is hier in dit gebouw waar we wonen namelijk altijd druk. We wonen met zijn drieën op een kleine kamer. We hebben hier drie bedden, een kast en een koelkast. Mijn broer mag wel studeren, want hij was vijftien toen we hier kwamen en voor hem is het verplicht. Hij doet de opleiding Dienstverlening en Zorg op het ROC in Boxmeer. Daarna wil hij verder studeren om cardioloog te worden. Zijn Nederlands is al hartstikke goed. We zijn hier nu drie jaar. Drie maanden geleden hebben we een eerste gesprek gehad met de IND. We weten nog niet wanneer we een verblijfstatus krijgen. We wonen in het azc in Overloon, maar ik ben aan het inburgeren in Venray. Bij Vrouwencentrum Eva heb ik Nederlandse les gehad van verschillende docenten. Daar heb ik veel mensen leren kennen en veel lieve vriendinnen gekregen. Omdat ik vrijwilligerswerk heb gedaan, is mijn Nederlands ook steeds beter geworden. In Venray heb ik een Nederlandse opa leren kennen via de Nederlandse les. Met zijn buren ben ik ook weer bevriend geraakt. Ik vind Venray super en gezellig. Mijn lievelingsplek is het Hensenius- en Schouwburgplein. Als het mooi weer is, is iedereen blij. Graag zit ik daar op een bank naar de mensen te kijken. Ook ga ik iedere week tennissen in Venray. En bij een van mijn vriendinnen mag ik viool spelen. Dat heb ik vroeger gedaan en het is heel fijn om dat weer te kunnen doen. Het grootste verschil tussen Iran en Nederland is vrijheid. Dat hadden we daar niet, maar hier wel. Op dit moment ben ik het meest trots op het feit dat ik eerst voor veel dingen wel bang was, maar dat ik dan heb doorgezet; je moet namelijk in een nieuw land nieuwe mensen, een nieuwe taal en een nieuwe cultuur leren kennen."

Heb je een spreekwoord dat je met ons wilt delen? "Ghatre Ghatre Jam gardad vangahi darya shawad. Met een kleine moeite kun je grote verschillen maken."

Interesse om geïnterviewd te worden voor deze rubriek? Stuur dan een mail naar redactie@peelenmaasvenray.nl.

Maria van Dorst