In een week tijd werden twee kalfjes, een bruin en een zwart, geboren in de Castenrayse Vennen.
In een week tijd werden twee kalfjes, een bruin en een zwart, geboren in de Castenrayse Vennen. Foto: Jan Strijbos

Schotse hooglanders geboren

Castenray | Het gaat bijzonder goed met de Schotse hooglanders in de Castenrayse Vennen.


In een week tijd werden twee kalfjes, een bruin en een zwart, geboren in het staatsnatuurreservaat, dat pal tegen de dorpskom van Castenray ligt. Momenteel lopen in het gebied vijf volwassen koeien, een os, een stier en de twee pasgeboren kalfjes. Twee volwassen koeien zijn bruin en de overige volwassen dieren hebben een zwarte vacht. In het natuurgebied liggen aan de zuidwestrand enkele schrale graslanden, die vroeger agrarisch beheerd werden, maar tijdens de ruilverkaveling Lollebeek door de Stichting Beheer Landbouwgronden zijn aangekocht. Ze werden bij het gebied gevoegd en het beheer werd door Staatsbosbeheer gericht op het verschralen van de bodem.


Al vrij snel na de ruilverkaveling in 1969 werd een extensief begrazingsonderzoek met Welsh mountainpony’s verricht in de Castenrayse Paes. In 1973 ging het om twaalf pony’s van Castenrayse hobbyfokkers. Ook werden drie paarden voor begrazing ingezet. De Welsh mountainpony’s kwamen op het open, schrale grasland aan de Grensweg tegen een vergoeding van f 0,25 per dag per pony. Het aantal pony’s breidde zich uit tot zelfs een keer zeventien stuks, maar meestal bedroeg het aantal acht tot tien stuks. Later werd het aantal pony’s door Staatsbosbeheer beperkt tot maximaal zes merries en één hengst. De pony’s bijvoeren mocht niet van Staatsbosbeheer, want ze moesten in de winter het open grasland vrij houden van struikjes en boompjes. Omdat paarden en pony’s een kieskeurige manier van begrazen vertonen, werd op sommige plekken de begroeiing heel kort gehouden, terwijl elders, waar mest lag en waar planten groeiden die paarden en pony’s niet lusten, nauwelijks of niet begraasd werd. Hier was een ruige begroeiing te zien. Op de goed begraasde stukken ontwikkelden zich tal van kleinere plantensoorten, die in de ruiger begroeide delen geen kans zouden krijgen tussen de hoog opgaande kruiden. Grote grazers spelen een sleutelrol bij het beheer van het gebied. Door de begrazing ontstaat een grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden, waarop de flora en fauna sterk reageren. Een biologisch zeer rijk gebied is het gevolg. Veel van de kruiden bloeien in mei en juni en kleuren het schrale grasland hier en daar wit, paars en geel. Talloze insecten bevolken dan deze weilanden. In 2004 werden de Welsh mountainpony’s verkocht en werden met toestemming van Staatsbosbeheer twee in 2000 geboren Schotse hooglanders in het gebied uitgezet.


De bedoeling was dat deze twee bruine koeien de taak van de pony's zouden overnemen, zodat de variëteit in het landschap behouden zou blijven. Schotse hooglanders moeten op ruig terrein grazen, anders worden ze ziek. Ze hebben een plek nodig waar ze ’s zomers voldoende schaduw kunnen vinden, want ze kunnen beter tegen de kou dan tegen de warmte. De runderen zijn winterhard. Ze kunnen tegen extreem lage temperaturen, maar houden niet zo van tropische warmte. Vóór de winter maken de dieren een vetreserve aan, iets wat onze inheemse koeien niet doen. Daarom moeten die in de wintermaanden op stal. De dikke vacht van de Schotse hooglanders beschermt de dieren tegen de kou. Deze vacht bestaat ’s winters uit twee lagen. In de zomer hebben ze een niet zo dikke onderlaag en in de herfst groeit een dikkere laag aan voor de winter. In de lente schuren ze soms langs bomen om hun wintervacht kwijt te raken. Het schrale grasland in de Castenrayse Vennen met het broekbos en bos op de hoger gelegen gronden is ideaal voor de dieren. Al spoedig nadat de eerste twee koeien waren uitgezet, volgden een zwarte os en een zwarte stier. In 2006 werden de eerste kalfjes geboren, een zwart en een bruin.


De kalveren van de Schotse hooglanders worden buiten geboren, zonder enige menselijke hulp en blijven ruim een jaar bij de moeder. Schotse Hooglanders zijn vrijwel nooit agressief. Hoewel de grote hoorns er gevaarlijk uitzien, hebben ze zelfs een vriendelijk karakter, maar wanneer ze kalfjes hebben, blijft het extra oppassen. Een zekere voorzichtigheid moeten wandelaars die de wandelroute nemen altijd in acht blijven nemen en zeker niet tussen moeder en kalf gaan staan.


De runderen zijn nieuwsgierig en komen soms naar je toe lopen, maar afstand houden is altijd raadzaam. Deze prachtige runderen lopen in de Castenrayse Vennen in een afgerasterd deel van ongeveer elf hectare vrij rond. Om de runderen te zien, moet soms even gezocht worden. Met name op warme dagen trekken ze zich graag terug in de beschutting van het broekbos. De pasgeboren kalfjes kunnen nog best een aantal jaren genieten van hun vrijheid in het Castenrayse natuurgebied, want Schotse hooglanders kunnen zo’n achttien jaar oud worden.

Grote grazers spelen sleutelrol bij beheer gebied
Afbeelding