Vervolg voorpagina

Arbeidsmigranten op Roekenbosch op losse schroeven

Den Bosch/ Blitterswijck | Terwijl de gemeente in haar ogen niets doet aan de overlast die arbeidsmigranten zouden veroorzaken, verhalen de bezwaarmakers zelf over boa’s die hun gasten lastigvallen. Die controleren bij de huisjes of de vakantiewoningen niet stiekem toch voor permanente huisvesting worden gebruikt. “Treiterijen”, noemde Roger Verberkt dit. Deze bezwaarmaker woont zelf, met vergunning, permanent op het park.


“Het was vroeger een aardig park”, vertelt een buurtbewoner. “Keurig onderhouden. Toen hebben ze een commerciële gok genomen.” Hij doelt op de komst van het COA op het park, in 2016. In de huisjes zouden vijf jaar lang vluchtelingen worden gehuisvest. De pachters vertellen over mooie cijfers die hen toen werden voorgeschoteld. In vijf jaar verhuur zou er ‘een mooie pot geld’ worden opgebouwd. De werkelijkheid bleek anders. Het COA, geconfronteerd met een minder grote vluchtelingenstroom dan verwacht, vertrok al na twee jaar. “Er is geen park meer over”, vond de buurtbewoner. “De tennisbaan is weg, het zwembad is gesloten en de kinderboerderij is verdwenen.” De gemeente wil het oude park saneren. Ze maakte daarom afspraken met Roekenbosch Ontwikkeling BV: dat zou tien jaar lang zijn huisjes verhuren aan arbeidsmigranten en zogenoemde ‘woonurgenten’. Daarna moesten de woningen worden afgebroken.


De pachters van de huisjes zouden voor dat plan worden uitgekocht. Maar de eigenaren van de woningen kwamen niet tot een akkoord over de prijs: het aanbod betrof volgens hen slechts een habbekrats van de waarde. De gemeente vond het op een gegeven moment welletjes. “De doelstelling was om er samen uit te komen. We zijn niet over een nacht ijs gegaan. Maar je moet op een gegeven moment wel knopen doorhakken”, aldus een woordvoerder.


Vergunning

Venray gaf een vergunning af aan Roekenbosch, voor de huisvesting van arbeidsmigranten en woningurgenten. De pachters mogen zelf hun huizen nog tien jaar lang verhuren voor recreatie. Daarna verloopt hun pachtovereenkomst en moeten ook zij hun woningen afbreken. De vergunning lijkt te conflicteren met het Provinciaal Omgevingsplan (POL). Daarin staat dat huisvesting niet gewenst is op een park, waar ook nog vakantieverhuur plaatsvindt. Dat maakt het recreatieverblijf namelijk minder aantrekkelijk.

De gemeentewoordvoerder toonde een brief van de provincie. Daarin staat dat de plannen van Venray pasten ‘in de geest van onze toekomstvisie’. Volgens de woordvoerder kon dat document beschouwd worden als een officiële ontheffing van het Omgevingsplan.


“Die brief is te mager om te beschouwen als ontheffing”, aldus rechtbankvoorzitter W. Verhoeven. Die was, zo zonder inspraak, ook niet op de juiste manier aangevraagd. “We missen met name enige vorm van overleg met de personen die de ‘samenloop’ (van arbeidsmigranten en recreatie) gaan krijgen. Daar hebben we moeite mee.” De rechtbank had ook haar ‘bedenkingen bij de borging van de parkeeroverlast’. “We missen in het algemeen een goede afweging tussen het algemeen belang om arbeidsmigranten en woningurgenten te huisvesten en de bijzondere belangen van mensen die hier al wonen of huisjes hebben voor de verhuur.”

De rechters waren ‘geneigd’ om het plan ‘terug te sturen naar de gemeente’. Maar daarin zag Verhoeven wel een probleem. De huisjes zijn namelijk al vol in gebruik door arbeidsmigranten en woningurgenten. Die kun je, met de winter voor de deur, natuurlijk niet zomaar buiten zetten. Overigens vroegen de pachters daar ook niet om. Verhoeven suggereerde na de uitspraak nieuw overleg van de gemeente en Roekenbosch met de verhuurders: misschien was er een nieuwe (financiële) regeling te treffen.

Het vertrouwen tussen de pachters en de gemeente leek intussen tot een dieptepunt gedaald. Toen rechter Verhoeven opperde om een regel in de uitspraak op te nemen waarmee Venray zou worden gedwongen om in ieder geval de huisregels op het park te handhaven, volgden veelal cynische reacties. “Dat staat leuk op papier. Maar ze gaan dat toch niet doen.”


Bezwaarmaker Verberkt toonde zich na de rechtszaak wel bijzonder verheugd over de woorden van de rechter. “Je kunt het niet zien onder mijn mondkapje: maar er staat nu een grote glimlach op mijn gezicht.”


Uitspraak binnen zes weken.