De wespspin bezig met het verorberen van een lekker maaltje
De wespspin bezig met het verorberen van een lekker maaltje Foto: Melanie van den IJssel

De Wespspin

Als je een spinnenfobie hebt zit je totaal niet te wachten op deze column. Laat ik nu heel eerlijk zijn en jullie vertellen dat ik panisch ben voor spinnen. Voornamelijk voor de grote varianten. Bovenstaande foto heb ik dan ook gemaakt met een telelens zodat ik er niet zo heel dichtbij hoefde te staan. Daarbij was deze dame net een blauwe waterjuffer aan het verorberen en een spin die eet wil je beslist niet storen.


De naam van de spin heeft alles te maken met haar uiterlijk. Ze kan niet zoals wespen steken en haar beet is ongevaarlijk voor mensen. Het is een van de grootste Europese spinnen. Het lijf van de vrouwtjes, gemeten van de kaken tot aan de punt van het achterlijf, wordt ongeveer 15 millimeter lang terwijl het mannetje maar 5 millimeter groot wordt. Die laatste is dofbruin en wordt door zijn geringe grootte ook niet snel opgemerkt.

Het vrouwtje is wel drie keer zo groot als het mannetje

Oorspronkelijk komt de wespspin uit het Middellandse zeegebied, maar tegenwoordig is deze

spin in geheel Europa aanwezig. In Nederland was deze spin zeer zeldzaam en werd pas in 1980 in Limburg ontdekt. Het mannetje heeft het wel te voorduren want hij kan met een beetje geluk slechts twee keer paren. Hij laat namelijk bij het paren een van zijn twee genitaliën in het vrouwtje zitten. Het mannetje wordt na het paren vrijwel altijd ingesponnen en later opge-geten door het vrouwtje. Zo heel af en toe kan hij ontsnappen en nogmaals paren. Het mannetje leeft als hij volwassen is slechts enkele dagen. In augustus worden de eitjes afgezet. Het vrouwtje bewaakt haar cocon met honderden eitjes totdat ze sterft. Een maand na het weven van de cocon komen

de eitjes uit, maar de kleine spinnetjes verlaten de cocon pas in maart van het jaar erna.

De jonge aanwas overwintert in een veilige cocon

Deze spin eet voornamelijk grotere prooidieren dan de wat kleinere spinnen. Het zijn geen vliegjes of muggen, maar sprinkhanen, libellen en kevers. Ze doet het heel nauwkeurig en spint vaak snel haar prooi in, om op een afstand toe te kijken en aan haar hapje begint als ze ervan overtuigd is dat haar prooi dood is. Toch kan de spin ook zelf ten prooi vallen. Het zijn voornamelijk de jonge vrouwtjes die worden opgegeten door vogels. De

volwassen vrouwtjes worden meestal met rust gelaten.

De wespspin maakt een zogeheten wielweb, dat te herkennen is aan de twee extra zigzag matjes die straalsgewijs vanuit het centrum zijn aangebracht. Het kost haar de nodige moeite om zo’n web te weven en mocht er een prooi in terecht komen, bijt ze vaak enkele draden door, zodat niet meteen het hele web in duigen valt. Het is een spin die vrijwel meteen opvalt zul je denken. Toch kun je zo in een web lopen. Ze weeft haar web laag tussen grashalmen, waar ze altijd ondersteboven in hangt. Al zien ze er spraakzaam uit, met hun tijgerprint. Brullen doen ze niet. Wel kunnen ze gaan trillen als je haar met

een grassprietje aanraakt. Dat is een verdedigingsmiddel dat meer spinnen toepassen. Op deze manier zijn ze moeilijker te grijpen door aanvallers. De tekening van deze spin werkt efficiënt. Ondanks dat ze ongevaarlijk is voor mens en dier schrikt het toch af. Haar grootte bevordert het nog eens dubbel.

De wespspin leeft tussen riet en grasstengels

Ik schreef het al, als je een spinnenfobie hebt ben je niet blij met deze column, maar spinnen blijven natuurlijk zeer nuttig en deze wespspin of tijgerspin net hoe jij hem noemen wil, leeft tussen riet en grasstengels, tussen heide en soms in tuinen. Het is geen huisspin, dat is misschien een geruststelling. In deze tijd van het jaar komen de eitjes uit en zullen de kleine spinnetje in hun cocon overwinteren. De vrouwtjes gaan dood en vanaf volgend jaar zal dit ritueel zich weer herhalen. Dus ben niet te snel met het doodmeppen van dieren, ook al zijn het spinnen. De wespspin steekt niet, de tijgerspin brult niet. Ze doet alleen haar ding en dat is hoofdzakelijk voortplanten. Zorgen voor het nageslacht staat op nummer één, het eten van sprinkhanen staat op nummer twee en op nummer drie staat hun uitwerking, hun angstaanjagende uitstraling wat op mens en dier effect heeft. 

In de Maasduinen tref je ze vooral op de hei

In de Maasduinen zie je ze regelmatig voornamelijk op de hei, of bij het ven. Het zijn de vrouwelijke varianten die het in de spinnenwereld voor het zeggen hebben. De mannetjes hebben minder veel succes. Alhoewel ze bijdragen aan het evenwicht en de jonge wespspinnetjes die in hun grote cocon de winter kunnen overleven.

Merkwaardige diertjes, met een imposante en tevens enge uitstraling. Maar die er wel bij horen om het geheel compleet te maken. De Wespspin die de herfst aankondigt, die ervoor zorgt dat we volgend jaar weer de rillingen krijgen als we wederom bijna in haar markante web lopen.

Of je ze nu eng vindt of niet, stoer zijn deze dames wel degelijk.


Met veel Liefs,
De vrolijke stadsvogeladviseur
Melanie van den IJssel