De op ogen lijkende tekening op zijn vleugels moet vijanden afschrikken
De op ogen lijkende tekening op zijn vleugels moet vijanden afschrikken Foto: Melanie van den IJssel

De Dagpauwoog

Een bonte kleurrijke vlinder van een redelijk formaat. Vrijwel iedereen kent deze mooie vlinder, met zijn getekende ogen op haar vleugels. In deze tijd van het jaar weer te zien als overwinterraar. Want deze vlinder overwintert als vlinder in boomholtes of oude schuren. Tijdens de eerste warme dagen in februari en maart komen de dagpauwogen uit hun winterkwartier en gaan op zoek naar een partner om te paren. Mannetjes verdedigen een territorium en als daar een vrouwtje opduikt gaat het mannetje haar achterna om vervolgens te paren. Deze overwinterraars hebben maar een doel en dat is voortplanten.


Als er dan is gepaard legt het vrouwtjes een grote hoeveelheid van 800 tot wel 1000 eitjes onder een blad van de grote brandnetel. Als deze eitjes uitkomen kruipen de jonge rupsen bij elkaar en spinnen zich in. Deze rupsen zijn te zien van mei tot juni. Soms kan er een tweede generatie ontstaan waar men de rupsen tussen juli en september kunt waarnemen. Aangezien de vlinder prachtige kleuren vertoont is de rups een stuk saaier, alhoewel de rups nogal stekelig is met zijn zwarte kleur met kleine witte stipjes is hij goed zichtbaar als hij zich op de waardplant begeeft. De rupsen spinnen zich vrijwel meteen in en leven in het begin bij elkaar.

Op een later tijdstip spint de grote rups zich alleen in waarna hij zich vervolgens gaat verpoppen. De eerste generatie dagpauwogen leeft van mei tot juni, en de tweede generatie van juli tot september. Bij goede weersomstandigheden kan de rups binnen een maand ontpoppen, het transformeren duurt ongeveer een week. Het blijft een fascinerende manier om van rups te volgroeien tot een waardige vlinder.

Fascinerend hoe een rups zich ontwikkelt tot een volwaardige mooie vlinder

Na de vliegtijd van maart tot september overwintert de

vlinder als imago (volwassen dier) op vochtige koele plekken. Het kan voorkomen dat je een dagpauwoog tegenkomt in kelders, schuren of tuinhuisjes. De reden dat deze vlinder de bare kou in de winter kan overleven komt door glycol. Dat is een soort van antivries dat zich in het lichaam van de vlinder bevindt. Deze vlindersoort heeft als waardplant de grote brandnetel, soms ook valt de kleine brandnetel of hop in de smaak. De rupsen eten van deze plant. Helaas bannen veel mensen deze planten uit hun tuin, zelfs agrariërs willen deze planten liever niet op hun erf. Door deze plant te bestrijden is het niet mogelijk dat deze

vlinder zich hier verder kan ontwikkelen. De grote brandnetel valt ook in de smaak bij de atalanta, gehakkelde aurelia, de kleine vos, landkaartje en de netelmot. Voor deze vlindersoorten wordt het dus moeilijk voortplanten als de grote brandnetel wordt bestreden. De vlinder haalt vervolgens haar nectar uit diverse soorten bloemen waaronder: distels, pinksterbloem, wilde hyacint, paardenbloem, blauwe knoop, biggenkruid. Maar ook de vlinderstruiken lavendel zijn populair.

Zijn oud-Nederlandse naam was de 'pauwoogvlinder'


Een leuk weetje over deze bonte vlinder is misschien nog wel zijn oud Nederlandse naam. Die luidde: pauwoogvlinder. Waarom deze benaming is vernieuwd komt waarschijnlijk omdat deze vlinder een dagvlinder is en men zo op dagpauwoog uitkwam. In diverse Europese landen hebben de ogen op de vleugels van deze vlinder indruk op de naam. Zo heet de vlinder in Engeland Peacock butterfly. Een peacock is een pauw, en de ogen op de vleugels van de dagpauwoog lijken op de ogen die je vindt op de veren van een pauwhaan. Zo is een naam heel gemakkelijk te vinden. In Duitsland luidt de naam Tagpfauenaugen. Eigenlijk zoals in Nederland.

De Dagpauwoog is een algemene vlinder die over het hele land voorkomt. Deze mooie bonte variant is voor het eerst waargenomen in 1758. En zelf zul je hem deze zomer ook zeker eens voorbij zien fladderen. Deze vlinder is moeilijk te verwarren met andere vlinders, de rups van deze vlinder lijkt een beetje op die van de kleine vos, maar is een tikkeltje groter. Wil jij veel dagpauwogen in je tuin, laat brandnetels staan, of plant wat vlinderrijke planten in je tuin. Een vlinderstruik doet wonderen, maar wil je in het voor- en najaar ook genieten, dan zijn de vroege voorjaarsbloeiers een uitkomst.

De dagpauwoog, Aglais io, familie Nymphalidae en onderfamilie van de aurelia’s. De bekendste vlindersoort in Europa en heeft zelfs een groot verspreidingsgebied in Azië en Japan. Dat betekend dat zij zich ook verspreid in de Maasduinen. Aan bosranden maar ook in jouw tuin of balkon.

De dagpauwoog, een vlinder van stand, een echter overwinterraar een vechter maar zeker ook een vlinder die zo nu en dan op je haar neer strijkt, of op je hand, of op de tafel naast je. Dat betekent maar een ding, en dat is dankbaarheid. Een gedaante dat zich op deze manier kan ontwikkelen tot zoiets puurs, dat vind je alleen maar in de natuur. Daarom, een kleine tip. Ben er zuinig op.

Met veel Liefs,

De vrolijke stadsvogeladviseur

Melanie van den IJssel