Je komt van alles tegen onderweg
Je komt van alles tegen onderweg Foto: Melanie van den IJssel

De natuur in m'n krantenwijk

Als columniste voor de Maasduinen Courant ben ik tevens ook de bezorger van deze kleurrijke krant. En wat is nu leuker? Het schrijven of bezorgen. Het schrijven geeft enorm veel voldoening, maar het bezorgen van de krant levert ook hele mooie momenten. Waar ik iedere keer weer door verrast wordt tijdens het bezorgen van de krant, is de natuur die mij om de twee weken omarmd.


De natuur laat zich horen en laat zich voelen. Ik neem je in deze column dan ook graag mee naar het mooie dorpje Well. Liggend in de Maasduinen, omringd door de Kamp, de Vissert, het Leuken en natuurlijk het kasteel. Ik zeg het wel vaker, dat je niet per se naar een natuurgebied hoeft te reizen om vogels en dieren waar te nemen. Ik merk het iedere keer weer opnieuw. En niet alleen tijdens het bezorgen van het krantje, dat er binnen de gemeente Bergen (en ook daarbuiten) veel dieren leven en planten groeien. En dat is niet alleen heel bijzonder, dat is natuurlijk ook heel goed. Dat houdt in dat we een goed leefgebied hebben gecreëerd voor mens en dier. Ik ga je in deze column dan

ook meenemen naar mijn tweewekelijkse wandeling en vertel je graag wat er zoal op mijn pad terecht komt. Laat ik beginnen met drie ongelooflijk knappe en vooral ook luidruchtige ezels. Ze staan er bijna iedere keer, vaak half in de stal of in hun wei. Ezels zijn te leuk, te grappig en zo hartverwarmend. Als ik met mijn scooter voorbij sjees dan heb ik altijd het idee alsof ze me begroeten. En natuurlijk doe ik dat ook. Van de ezels gaan we door naar het groepje jonge kalfjes en het lichtbruine paard. Iedere keer weer even een praatje en iedere keer weer opnieuw een knipoog. Het mooiste stuk van mijn route is gelegen tussen de boerderij van de familie Valckx, richting de

manege op de Vossenheuvel. Daar zat midden op het zandpad een enorme haas. Hij zat zich uitgebreid te wassen en zijn oren floepte op en neer. Ik ben bewust gestopt en net toen ik mijn telefoon pakte ging hij er als een haas vandoor om een paar meter verder op in het gras zijn hoofd omhoog te steken om te kijken waar ik was gebleven. Dit zandpaadje brengt me iedere keer weer terug naar mijn kindertijd, toen er vele wegen nog niet verhard waren en we in die tijd bijna altijd buiten speelden. Als ik dan vervolgens zachtjes langs de paarden op rij en ze natuurlijk even begroet, ontstaat er toch weer een glimlach en denk ik iedere keer weer opnieuw, goh, wat

is dit toch een heerlijk plekje. Als ik dan van de manege richting de Rijksweg rij kom ik bij nummer tien en daar zitten bijna altijd liefdevolle knuffel katjes, de laatste keer heb ik me moeten beheersen om niet van mijn scooter af te stappen om een paar kleine kittens te knuffelen. Zo lief, zo schattig en oh, zo knuffelbaar. Op de Sterrenbos trof ik een merelnest in een klimop, bijna naast de brievenbus! Natuurlijk zijn deze kleine wekkerradio’s (zie column uit een oudere Maasduinen Courant) al lang uitgevlogen. Een boomklevernest in een nestkast hangend op de Klokkenmakerstraat. Waar paps en mams nieuwsgierig keken naar mijn scooter die vol lag met kranten. Uit het

nestkastje staken de kopjes van deze jonge klevertjes, met hun snaveltjes open roepend naar paps en mams om wat eten. Een groepje huismussen presenteren het iedere keer weer opnieuw om luid vanuit een dakgoot me toe te roepen. Soms heb ik het idee dat ze met me meevliegen. Vlinders, ik zie tal van vlinders op het moment. Dagpauwogen, koolwitjes, citroentjes maar ook de kleine kriebeldiertjes zoals bijvoorbeeld de vuurwantsen. Deze kleine jongens moet ik werkelijk ontlopen als ik met een stapel kranten onder mijn arm voorbijloop. Hommels zoemend van bloemhoofdje naar bloemhoofdje, ze vliegen allen door de veelal kleurrijke tuinen.