binary comment
binary comment Foto: Rikus ten Brücke

Dolf Berhitu

Venray | In deze serie nodigen we nieuwe Nederlanders/Venraynaren uit voor een kopje koffie en zijn we nieuwsgierig wat ze van Venray vinden. Deze keer: Dolf Berhitu (70) uit de Molukken.


"In 1951 ben ik als baby van zeven maanden met het schip de Kota Inten in Nederland aangekomen. Met mijn ouders en oudere broer. Ik ben geboren in Malang, op Java, Indonesië. Wij werden als Molukkers ondergebracht in voormalige concentratiekampen. Onze eerste woonplaats was Vucht, later Vierlingsbeek en in 1968 kregen we een huis aangeboden in Venray in De houten hoek, een woonwijk met meerdere Molukkers. Het was heel fijn om in Venray terecht te komen. Het was een verademing om een eigen huis te hebben met een eigen toilet en badkamer. In het kamp in Vierlingsbeek moesten we alles delen. Toch is het een mooie tijd geweest. Er was een grote saamhorigheid. Ik speelde veel buiten met de kinderen in het kamp. En met twee Nederlandse vrienden die ik al gauw leerde kennen. Zo gingen de inburgering en integratie eigenlijk vanzelfsprekend. Met burgemeester Gilissen had ik het er nog over. Dat Molukkers zo goed zijn ingeburgerd. Wij zijn het best ingeburgerd van alle mensen die uit een ander land komen. We zijn gaan sporten, zaalvoetbal en tennis. Mijn vader is een hele belangrijke figuur voor mij. Hij was een visionair. Hij wilde dat we gingen studeren. 'Als je dat niet doet, krijg je met mij te maken', zei hij. Ik heb handelswetenschappen gedaan. Mijn zeven broers en drie zussen zijn ook allemaal goed terechtgekomen. Vader was KNIL-militair. Hij had verdriet over hoe we in Nederland zijn afgescheept. Wat ik frappant vind is dat in zijn ouderlijk huis in Ambon een grote foto van Koningin Wilhelmina hing. Daar had hij voor gevochten. Er was hem beloofd dat hij na zes maanden terug zou kunnen keren. Dat is niet gebeurd. Vader had heimwee naar Ambon, Indonesië. Naar de warmte. Maar hij is natuurlijk toch ingeburgerd in Nederland. Familiebanden onder Molukkers zijn hecht. Opa en oma van je ouders, daar de neven en de nichten van, dat is allemaal familie van je. Er zijn veel dwarsverbanden. Je hebt overal familie wonen. Ze vragen als eerste aan je hoe je heet. Ik heet Berhitu. Dan ben jij van eiland Nusalaut. Welk dorp? Akon. Men weet dan meteen te plaatsen uit welke negorij je ouders en grootouders afkomstig zijn. Die verbanden probeert men ook in Nederland in stand te houden. Die zijn soms zelfs hechter dan op de Molukken zelf. Mijn vrouw heb ik op 21 maart 1971 in de trein ontmoet. De trein naar Bennekom. Ik ging die dag huppelend naar mijn werk. Daar vroegen ze wat er aan de hand was. Ik ben verliefd. Op een meisje dat ik ontmoet heb in de trein. Zeven jaar later zijn we getrouwd. We hebben een zoon gekregen en nu hebben we inmiddels drie kleinkinderen waar wie we door de week op passen. Mijn vrouw dan vooral. We zijn gek op ze. De protestantse Molukse kerk in Nederland is ook altijd belangrijk geweest. We komen samen in de kerkelijke synode. We spreken elkaar en blijven op de hoogte. In mijn werkzame leven was ik onder meer directeur van Schoevers. Meteen daarna hebben ze me gevraagd om een taak voor de Moluks Evangelische Kerk te doen. Ik zorg voor het onroerend goed en de financiën. Dat doe ik nu al 26 jaar. Met veel plezier. Ik ga het nu zo langzamerhand wel overdragen. Het is mooi geweest."


Heb je nog een spreekwoord uit de Molukken wat je met ons wilt delen?
"Ale Rasa beta rasa: als jij het voelt, voel ik het ook. En ook: Potong di kuku rasa di dagin; snijden in je nagel voel ik in mijn vlees. Als jij verdriet hebt, zal ik dat verdriet ook met me meedragen."


Interesse om geïnterviewd te worden voor deze rubriek?
Mail dan naar redactie@peelenmaasvenray.nl.

Maria van Dorst