Toon de Haas stond vijftig jaar geleden zijn nier af aan zijn broer Jan.
Toon de Haas stond vijftig jaar geleden zijn nier af aan zijn broer Jan. Foto: Henk Lammen

'Ik zou het zo weer doen'

Venray | Op maandag 7 december is het precies vijftig jaar geleden dat Venraynaar Toon de Haas een nier afstond aan zijn ernstige zieke broer Jan.


Toon de Haas (74) is het negende kind in het bakkersgezin De Haas in Haps. Het gezin telt twaalf kinderen, vijf jongens en zeven jongens. Na zijn jeugdjaren kwam Toon terecht in Well en nu woont hij alweer 25 jaar met zijn vrouw Lenie in Venray. Broer Jan kreeg beginjaren zestig voor het eerst last van zijn nieren. In 1968 ging het steeds minder met de zesde in rij van twaalf kinderen. "Jan was werkzaam in een groothandel en sukkelde al jaren met zijn gezondheid. Op een gegeven moment kon hij nauwelijks nog werken, zoveel pijn had hij. Toen kwam ook een niertransplantantie voor het eerst ter sprake", kijkt Toon terug op die zware jaren. De vraag of hij een nier wilde afstaan aan zijn oudere broer is hetzelfde als hem niet stellen. 'Dat doe ik, meteen!' was zijn eerste reactie. Alle kinderen vanaf 21 jaar uit het gezin kregen een bloedonderzoek. Alleen Toon had van de elf kinderen een match met zijn broer. Begin 1970 werd gestart met de voorbereidingen van de transplantatie. "In het Radboud (ziekenhuis in Nijmegen, red.) zei men dat we wel een tweeling konden zijn. Zoveel overeenkomsten had ons bloed." In het Radboud werd hem ook de cruciale vraag gesteld: bent u bereid een nier af te staan? 'Dat is goed, oké', was zijn krachtige, veelzeggende antwoord. Alleen zijn toenmalige vriendin Lenie, nu zijn vrouw, dreigde roet in het eten te gooien. "We zaten in de auto en ze zei dat ze niet wilde dat ik een nier af zou staan", vertelt Toon de Haas. "Dan maak ik het nu uit, was mijn antwoord! We hebben het toen uitgepraat en het er nooit meer over gehad." Hij is de nuchterheid zelf, praat over de zware operatie of hij het heeft over het kopen van een pakje sigaretten. Na een geslaagde operatie in december 1970 leefde zijn broer Jan nog twaalf jaar. "Weet je wat ik het mooiste vind?", vraagt hij om meteen het antwoord te geven. "Dat mijn broer zijn zoontjes John en Rob nog heeft zien opgroeien. En nog de marathon in New York heeft gelopen." De Haas was zelf pas 24 jaar toen hij zijn nier afstond. Hij lacht: "Ik ben nooit meer op controle geweest, maar heb nooit last gehad van mijn ene nier." Hij laat trots het speldje zien van de Nierstichting dat hij kreeg als erkentelijkheid voor het afstaan van zijn nier. In de loop der jaren kreeg hij wel te maken met diverse kwaaltjes. De krasse zeventiger heeft COPD, asbest op de longen, slaapapneu en het Sweet-syndroom. Klagen doet hij nooit, bang om met een nier te leven is hij nooit geweest. "Ik pieker niet, laat alles op me afkomen. Vroeger dronk ik graag een biertje, nu geen druppel alcohol meer." Een boodschap heeft hij nog wel. "Ik hoop dat andere mensen erover nadenken, dat er mensen zijn die een donor nodig hebben. Ik zou het zo weer doen."

Afbeelding