Afbeelding
Foto: eigen foto

Promotieonderzoek Betty Steenkamer

Oostrum – Tilburg | Populatiemanagement wordt gezien als oplossing voor de grote uitdagingen in de gezondheidszorg. In negen regio’s zijn door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS) proeftuinen ingesteld om populatiemanagement te introduceren en de resultaten te evalueren.

Bij populatiemanagement gaat het om het samenbrengen van preventie, zorg en welzijn met als doel verbetering van de gezondheid van de bevolking en de kwaliteit van de zorg tegen lagere kosten (triple aim). De resultaten van dit hervormingsmodel zijn echter nog niet bevredigend, blijkt uit onderzoek van Betty Steenkamer uit Oostrum. De overheid moet daarom verder investeren in elementen als data- en kennisinfrastructuur, netwerkopbouw en nieuwe bekostigingsmodellen. De promovenda verdedigt haar proefschrift, getiteld Population Health Managament unravelled, op 27 november aan Tilburg University.

In de gezondheidszorg zijn grote aanpassingen nodig als gevolg van vergrijzing, multimorbiditeit, technologische vooruitgang en veranderende behoeften aan preventie, zorg en ondersteuning, bij toenemende financiële lasten en arbeidstekort. Bij populatiemanagement werken aanbieders van zorg en welzijn, zorgverzekeraars, gemeenten en andere partijen, zoals patiëntvertegenwoordigers, regionale bedrijven en educatieve instellingen, samen. Ook proberen zij de manier waarop de gezondheidszorg wordt verleend te veranderen om vanuit een integraal perspectief te bouwen aan meer vitale en gezondere gemeenschappen.

Betty Steenkamer: “De coronacrisis maakt dit eens te meer duidelijk. Om de crisis het hoofd te bieden zijn bestuurders en organisaties over hun eigen belang heen gestapt ten dienste van een gezamenlijke opgave in elke regio. De rolvastheid van wat we normaal belangrijk vinden helpt niet in coronatijd. Dit geldt ook voor de transitie naar een duurzaam gezondheidssysteem. Samenwerking, los van rollen en belangen, en gezamenlijk leiderschap, centraal en regionaal, helpen om stappen vooruit te zetten.”

'Overheid moet meer investeren in populatie- management'

Het onderzoek van Betty Steenkamer biedt inzicht in de vele aspecten die een rol spelen bij de ontwikkeling van populatiemanagement en hoe de implementatie ervan in de praktijk kan worden bevorderd. Acht componenten zijn daarin essentieel: sociaal-maatschappelijke krachten, hulpbronnen, financiën, persoonlijke relaties, wet- en regelgeving, de regionale markt, leiderschap en verantwoording. Elke component levert inzicht in de specifieke strategieën die toegepast kunnen worden om populatiemanagement te versnellen en hoe en waarom dit zo is. Bij elkaar vormen ze het Collaborative Adaptive Health Network (CAHN)-raamwerk.

CAHN is gebruikt om de ontwikkeling van negen proeftuinregio’s in kaart te brengen in de periode 2014-2018. Het betreft de zorgregio’s: Friesland Voorop, Blauwe Zorg en Mijn Zorg (Z-Limburg), Goed Leven (Zeeuws-Vlaanderen), PZF (regio Rijnland), PELGRIM (Arnhem-Nijmegen), Samen Sterk in Zorg (N-Holland), Slimmer met Zorg (ZO-Brabant) en Vitaal Vechtdal. Op basis van die ontwikkelingen zijn acht leidende principes geformuleerd die van belang zijn om een regionaal samenwerkingsinitiatief goed in te richten, in casu: een gezamenlijke visie, onderling vertrouwen, gezamenlijke verantwoording, leiderschap, betrokkenheid van burgers, politiek draagvlak, financiële prikkels die het behalen van gezamenlijke doelen stimuleren, en een data- en kennisinfrastructuur die dit ondersteund. Steenkamer maakt duidelijk hoe deze principes het beste kunnen worden vormgegeven en in welke fase welke investeringen nodig zijn richting een duurzaam gezondheidssysteem. De proeftuinen die stapsgewijs hebben geïnvesteerd in de principes blijken de meeste vooruitgang te hebben geboekt.

De promovenda analyseerde ook vier internationale initiatieven: Greater Manchester Devolution (GB), Vancouver Healthy City Strategy (Canada), General Health (VS) en Gesundes Kinzigtal (Duitsland). Door de Nederlandse ervaringen in een internationaal perspectief te plaatsen bleek dat bepaalde mechanismen universeel zijn, zoals het creëren van vertrouwen in een gezamenlijke visie en gezamenlijk eigenaarschap voor het bereiken van regionale doelstellingen.

Steenkamer concludeert dat de overheid populatiemanagement verder moet stimuleren met investeringen in een netwerkopbouw, die het nationale en regionale niveau met elkaar verbindt. Verder zijn experimenten nodig met nieuwe bekostigingsmodellen en contracten, die samenwerking stimuleren en leiden tot betere resultaten in zorg en ondersteuning. Denk ook aan investeringen in leeromgevingen met een gezamenlijke data- en kennisinfrastructuur. Tot slot, populatiemanagement moet in de regio’s versneld worden, met een verantwoordelijke rol voor alle stakeholders. VWS zal die versnelling naar een duurzaam gezondheidssysteem moeten afdwingen.


Betty Steenkamer (Venray, 9 mei 1963) heeft verschillende bestuurlijke functies vervuld in de gezondheidszorg. Door die jarenlange werkervaring en belangenbehartiging spreekt zij de taal van zorgprofessionals, bestuurders, beleidsmakers en politici. Op dit moment richt zij zich op de transitie naar een duurzaam voedselsysteem. Zij is onder meer een van de initiatiefnemers van een Voedselbos. Daarnaast is zij in Leiden en Stein werkzaam in de eerste lijn als zorgprofessional met focus op patiënten met psychische, psychosociale en psychosomatische problematiek.