Afbeelding
Foto: eigen foto

Steegh: 'Change the game, not the girl'

Kiel/Leunen | Anneke Steegh (38) verdedigde op 28 oktober met succes haar proefschrift 'Change the game, not the girl' aan het Leibniz Institute for Science and Mathematics Education gelieerd aan de Christian-Albrechts-Universiteit in de Noord-Duitse stad Kiel. De verdediging was voor haar ouders Nel en Piet live te volgen vanuit de huiskamer in Leunen. Het echtpaar zag dat hun dochter de verdediging summa cum laude afsloot. "Ik kreeg een nul", vertelt Steegh lachend. "Dat is in Duitsland het hoogste cijfer bij een promotie. De cijfers lopen tijdens promoties van nul tot zes."


Het onderzoek van Steegh richtte zich op het gebrek aan diversiteit in bètawedstrijden voor middelbare scholieren. "Iedereen kent bijvoorbeeld wel de Wiskunde Olympiade (NWO). Dat is een wiskundewedstrijd voor alle scholieren, maar daar doen dus veel meer jongens dan meisjes aan mee, vooral in de tweede en derde ronde. Meisjes worden niet gestimuleerd mee te doen of verliezen al snel hun interesse, omdat ze het gevoel krijgen dat het een jongenswereld is. Dat is natuurlijk niet zo en het is eeuwig zonde dat er daardoor minder meiden doorstromen naar bètavakken als wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Toen ik tijdens mijn promotieonderzoek een lezing gaf op de bètafaculteit van de universiteit in Groningen werd dit probleem pijnlijk duidelijk. Er zaten overwegend mannen in de zaal en veel professoren zagen het probleem niet. Dan is er fundamenteel wat mis in mijn ogen. We creëren op allerlei manieren stereotypen en dat gaat niet alleen om gender, maar ook om etniciteit of sociale achtergrond."


Het gevoel wordt volgens Steegh onder meer door praatprogramma's op televisie in stand gehouden. "Je ziet op het moment veel mannelijke experts, terwijl er ook heel veel goede vrouwelijke virologen zijn die hun verhaal kunnen vertellen op televisie. Bèta is echt niet alleen voor jongens. Dat heb ik met mijn onderzoek wel aangetoond, maar dat er te weinig vrouwen in deze tak van sport zitten, vooral onder gepromoveerden en professoren, is wel nog steeds een feit."

Dat probleem werkt volgens Steegh twee kanten op, want op bijvoorbeeld de pabo, de opleiding tot basisschoolleraar, zijn er meer vrouwen. "Als een jongen op de gehele basisschool nooit les krijg van een man, dan krijgt hij niet het gevoel dat dat beroep bij een man past. Dat is natuurlijk niet zo, maar dat gevoel gaat dan wel leven en dat is in mijn ogen niet goed."


Positieve rolmodellen in bijvoorbeeld reclamecampagnes kunnen door Steegh bijdragen aan meer diversiteit. Volgens haar doet bijvoorbeeld de Hema het tegenwoordig goed. "In die campagnes zie je echt een afspiegeling van de samenleving, daar kunnen andere bedrijven wel wat van leren. Tijdens mijn onderzoek heb ik overigens geen maatregelen getest, maar heb ik vooral fundamenteel onderzoek naar de negatieve invloed van stereotypen op papier gezet."


Het onderzoek van Steegh richt zich volledig op Duitsland. "Uit eigen ervaring weet ik dat het verschil met Nederland nihil is, al is Nederland over het algemeen wat progressiever en Duitsland wat conservatiever. Ik had heel chauvinistisch gehoopt dat we het in Nederland wel aantoonbaar beter zouden doen, maar qua gendergelijkheid is er ook in Nederland nog veel te winnen."