'De Spurkt niet in plaats van natuur'
Venray | De gemeente Venray wil op De Spurkt in Venray een nieuw bedrijventerrein van dertig hectare inrichten voor bedrijven. Daarbij zou rekening gehouden worden met de natuur in de buurt. Volgens het college van burgemeester en wethouders is het bedrijventerrein nodig om Venrayse ondernemers de gelegenheid te bieden om te groeien of een bedrijf te starten. Niet alle partijen in de gemeenteraad lijken voorstander van het nieuwe bedrijventerrein en ook een aantal inwoners van de gemeente Venray maakt zich zorgen. Naar aanleiding van de ingezonden brieven en reacties, veelal gericht aan het adres Jan Loonen, besloot de redactie van Peel en Maas onder het motto ‘er wordt van alles geroepen, maar hoe zit het nu eigenlijk echt?’ een aantal vragen over de Spurkt aan wethouder Loonen voor te leggen.
Helemaal naar het begin. Het college wil een nieuw bedrijventerrein realiseren. Waarom is dat nodig volgens jullie?
“We willen Venrayse ondernemers de kans geven om te groeien. Om te innoveren. Vanuit die ondernemers kwam de vraag naar meer ruimte. Die vraag uit de markt komt ook uit allerlei onderzoeken die zijn gedaan. En, de ontwikkelbare grond is op. Dat is ook niet gek, want het laatste bedrijventerrein dat we hebben gerealiseerd is De Blakt en dat is al lang geleden. De vraag uit de markt is er. In het kort: we willen die ondernemers voor Venray behouden en daarom willen we De Spurkt ontwikkelen.”
Maar klopt het dan niet dat er al veel leegstand in Venray is?
“Er is altijd een bepaalde frictieleegstand. Zo werkt dat ook op de arbeidsmarkt: de werkloosheid is nooit precies nul. Er is in Venray gewoon nauwelijks ontwikkelruimte meer. Bovendien blijkt uit een onderzoek van STEC dat in de regio Venlo-Venray de vraag naar hectares blijft: de komende tien jaar zelfs 250 tot 300 hectare.”
Zagen jullie dat niet al eerder aankomen dan?
'Groen terrein maakt werknemers gelukkiger'
“Jawel! De ontwikkeling van De Spurkt is onderdeel van Greenport Venlo. Daarbinnen hebben we er als gemeente voor gezorgd dat deze ontwikkelruimte er ook binnen Venray zou zijn. Dit komt ook niet uit de lucht vallen: er liggen al raadsbesluiten over dit gebied die deze richting met het gebied ondersteunen.”
Wat voor bedrijven verwachten jullie op De Spurkt?
“Het toverwoord is diversiteit. En die vraag komt precies ook uit de markt. De Spurkt wordt een bedrijventerrein voor Venrayse ondernemers die willen doorgroeien. Met name in de maakindustrie, de agrobusiness en de logistiek. Op die middelgrote bedrijven zetten we in, daar is ook de kleinere kavelgrootte op gebaseerd.”
U zegt: dit wordt kleinschaliger dan we gewend zijn. Komen hier geen dozen voor de logistiek dan?
“De Spurkt gaat straks een plek bieden voor middelgrote bedrijven, dus niet voor de enorme bedrijven die we bij onze buren in Venlo zien landen. Daarom zijn de grootste kavels op De Spurkt 7,5 hectare, waarvan maximaal 5 hectare bebouwd mag worden. In totaal wordt er dertig hectare uitgeefbare grond toegevoegd. De logistieke bedrijven die er landen…”
Ah, dus toch weer die dozen…
“Nou, door de kleinere kavels komen die grote logistieke hallen hier niet. Die hebben meer plaats nodig dan we hen hier op De Spurkt bieden. De logistieke bedrijven die hier landen zijn juist ook de kleinere tot middelgrote. Tegelijkertijd wil ik in bredere zin het beeld over de logistiek wel een beetje bijstellen. Als wij verwachten dat we in deze coronatijd met een paar clicks op onze smartphones pakketjes kunnen bestellen die morgen aan de deur worden afgeleverd, dan gaat dat niet vanzelf. Dan zit daarachter een logistieke sector die ervoor zorgt dat de juiste bezorger met het juiste pakketje bij jou op het juiste moment aan de deur staat.”
Oké, terug naar het bedrijventerrein. U zegt in een persbericht dat het een ander bedrijventerrein wordt dan we gewend zijn. Maar hoe vernieuwend kan een bedrijventerrein zijn? Het is niet dat die andere bedrijventerreinen er zo bijzonder uit zien.
“Eén van de dingen is, wat ik eerder al zei, dat we kleinere kavels hebben en daardoor meer groen in het gebied kunnen aanleggen. De bedrijven die hier straks komen, moeten hun regenwater gaan infiltreren. Dus niet in sloten en rioleringen en weg, maar dat water gaat in de bodem zakken. Veel natuurlijker en goed tegen de droogte. Dat zorgt ervoor dat we straks wadi’s en ander groen gaan toevoegen. We willen sowieso meer groen op het terrein. Denk bijvoorbeeld aan de bestaande groenstructuren in het gebied. Die behouden we. Groen neemt water beter op dan stenen, groen zorgt ervoor dat het fijner en gezonder is voor werknemers, groen maakt de omgeving minder warm op hete dagen. Een groen bedrijventerrein maakt werknemers gelukkiger.”
U begint zelf over meer groen. Het Loobeekdal ligt in de buurt. Er huizen allerlei dieren in de omgeving. Bent u niet bang dat dit bedrijventerrein een aanslag is op de biodiversiteit?
“Ik snap dat mensen dat denken. Maar het is, bijzonder genoeg, precies andersom. Ik probeer dat kort uit te leggen. De Spurkt komt niet in de plaats van natuur. Op dit moment zijn het agrarische gronden. De agrarische gronden die hier liggen dragen slechts beperkt bij aan biodiversiteit.”
Maar een bedrijventerrein toch ook niet?
“Nee, dat klopt. Maar let op: we leggen op die agrarische gronden straks een nieuw en groen bedrijventerrein aan en we gebruiken die ontwikkeling meteen om de randen van het gebied totaal nieuw in te richten. En daardoor gaat die biodiversiteit er juist op vooruit. We nemen een hap uit het gebied, waar geen bedrijven komen, maar waar we een weelderig leefgebied maken voor dassen, steenuilen, huismussen, boerenzwaluwen en vleermuizen. Per saldo gaat de biodiversiteit erop vooruit door de enorme impuls die de randen van het gebied krijgen.”
En dat Loobeekdal dan? Word je daar als achteloze wandelaar straks opeens geconfronteerd met de achterkant van bebouwing?
“Gelukkig niet. Dat zou onverstandig zijn, want we zijn in dat Loobeekdal zelf juist bezig om het gebied te versterken, om het meer klimaatbestendig te maken. Er komt daarom een zachte overgang tussen het dal van de Loobeek en het bedrijventerrein. Het uitgangspunt hierbij is dat je als je vanaf het beekdal richting het zuiden kijkt, je niet een harde muur van bedrijfsgebouwen ziet, maar een groene structuur. Dat is ook fijn voor de mensen die er straks werken trouwens.”
En die werknemers komen straks allemaal op de fiets?
“Dat is wel onze insteek. Of in elk geval de meeste. Aan ons zal het niet liggen. Wij willen door heel Venray het fietsgebruik stimuleren en in dit gebied gaan we een zogenaamde e-bikeway aanleggen. Dat is eigenlijk een vreselijk Engels woord voor een snelfietspad, waar je op een fijne ondergrond goed door kunt fietsen. We denken nu bij het woord ontsluiting nog veel aan auto’s, maar goede ontsluiting per fiets is voor een bedrijventerrein anno 2020 minstens zo belangrijk.”
Hebben al die arbeidsmigranten al een fiets dan?
“Haha, dat is wel een mooie overgang. Zonder gekheid, op dit bedrijventerrein komen straks echt niet alleen maar internationale werknemers te werken. Juist die Venrayse bedrijven die willen innoveren en groeien, zoeken ook werkgelegenheid in de directe regio. Dat geldt trouwens niet alleen voor dit bedrijventerrein. Uit een onderzoek van Greenport Venlo blijkt dat zo’n 60 procent van de functies in de echt grote logistieke bedrijven nog steeds wordt ingevuld door lokale en regionale werknemers. Die internationale werknemer zorgt dus direct ook voor werkgelegenheid voor de lokale en regionale werknemer.”
Maar we zien toch steeds meer internationale werknemers in onze gemeente, dat onderkent u toch wel?
“Natuurlijk. In Venray werken een heleboel internationale werknemers elke dag keihard. En dat dat kan is omdat we in Europa vrij verkeer van personen hebben. Dat is een goeie zaak, als open economie profiteren we enorm van de vrije markt die Europa ons biedt. Maar het brengt wel een grote verantwoordelijkheid. Voor werkgevers, maar ook voor ons als gemeente. Iedereen die zich in hier onze gemeente vestigt, moet goed worden opgevangen, in een degelijke woning. Daar werken we keihard aan, in samenwerking met die bedrijven. Tegelijk komen er belangrijke sociale componenten bij kijken. En internationale werknemers die hier langer blijven, willen we zeker ook meer aan deze omgeving binden. Dat er bij de lokale fanfare, harmonie of voetbalclub wat vaker iemand deelneemt die oorspronkelijk uit Oost-Europa komt, dat zou toch mooi zijn?”
Het klopt toch dat de gemeenteraad hierover besluit?
“Ja, de gemeenteraad heeft hierin het laatste woord. Als college van burgemeester en wethouders hebben we ons uitgesproken voor deze ontwikkeling. We willen een nieuw bedrijventerrein aanleggen, waarmee we ons richten op groeiende Venrayse ondernemers. Daaruit komt de vraag: wij willen groeien en innoveren. Daarvoor is ruimte nodig en die kunnen we hen op De Spurkt bieden, binnen alle voorwaarden die we schetsen en dus met inachtneming van de groene omgeving en de extra maatregelen voor onze biodiversiteit. Natuurlijk moeten we afwachten wat de gemeenteraad straks van ons voorstel vindt en het zal ongetwijfeld een pittig debat worden. Maar wij verwachten dat de meeste fracties, net als het college, hechten aan deze impuls voor onze economische ontwikkeling en werkgelegenheid. We gaan het zien!”
