Het gezin van Victor Asselberghs in 1929.
Het gezin van Victor Asselberghs in 1929. Foto: Venrays Verleden

Mijlpaal Venrays Verleden

Venray | Een mijlpaal binnen de serie Venrays Verleden: tien delen. Sinds het eerste deel in 2003 is dankzij Venrays Verleden een wezenlijke bijdrage aan de plaatselijke geschiedschrijving geleverd: ongeveer tweeduizend bladzijden veelal nieuw materiaal over vroegere tijden. Dat zegt heel veel over de enorme rijkdom aan gegevens over Venray en omgeving, hier beschreven in een bonte verzameling interessante artikelen. Het Historisch Platform Venray draagt door het ondersteunen van dit initiatief een van zijn hoofddoelstellingen uit: het stimuleren van de geschiedschrijving over Venray.


Eind oktober zal het tiende deel uit de serie Venrays Verleden worden gepresenteerd. Vanaf 31 oktober ligt het boek in de winkel voor 15 euro. Eerdere delen zijn in beperkte mate nog verkrijgbaar. In dit nieuwe deel komen in 232 pagina’s vijftien artikelen aan de orde.


Deze keer een klein gedeelte over de molenaarsfamilie Asselberghs. Die komt oorspronkelijk uit de streek tussen Antwerpen en Mechelen. De vroegste gegevens stammen uit 1605. Die staan uitgebreid beschreven in de bijdrage van Fré Thissen. Vanaf 1725 is er sprake van een molenaarsgeslacht, dat in 1918 als zodanig tot een einde kwam door de afbraak van de watermolen op de Loobeek bij Smakt. Andreas Victor trouwde in 1810 met een meisje uit Wanssum: Anna Maria Hoogen. Hij werd de stamvader van de Nederlands-Limburgse tak der Asselberghsen. In dit huwelijk zijn vijf kinderen geboren: de vier zonen Jan (Johannes Jacobus), Hendrik (Hendrikus Ronaldus), Gerard (Gerardus Eduardus) en één dochter Johanna Carolina. Jan, de oudste, volgde zijn vader op als molenaar aan de Loobeek. De Loobeker watermolen bleef honderd jaar, drie generaties lang, eigendom van de familie Asselberghs.


Het land was bezaaid met windmolens, maar waar water aanwezig was, hadden watermolens de voorkeur boven de molens die aangedreven werden met wind als krachtbron. Het waaide immers niet altijd. De Loobeekwatermolen werd in 1347 de eerste keer vermeld en lag precies op de huidige kruising van de Loobeek en de A73. De overheid besloot om de Loobeek te kanaliseren omdat in de winter hoogwater ontstond door de opstuwing van het water bij de molen. Het stuwrecht werd afgekocht door Rijk, provincie en gemeente. De sluiswerken werden in december 1917 opgeruimd en het waterrad in 1918.


Daarmee was een einde gekomen aan het lange bestaan van Venrays oudste watermolen. Victor Asselberghs bewoonde toen een boerderij die vlak naast de kapel van Smakt stond en hij had daarin een café. Smakt was inmiddels wijd en zijd bekend als enige bedevaartsoord van de Heilige Jozef en van heinde en verre kwamen de pelgrims. Velen laafden hun dorst en rustten uit in het café van Victor.
De treinen stopten speciaal in Smakt om de pelgrims de lange loop van het station in Oostrum naar Smakt te besparen. De toeloop werd op een gegeven moment zo groot dat familie Asselberghs de verzorging van de pelgrims niet meer aankon. Daarop liet de toenmalige rector Cremers in 1910 het Pelgrimshuis bouwen. De familie heeft bekende telgen geleverd aan kunsten en wetenschappen. De straatnaam Asselbergsstraat is genoemd naar eerst rector en later de eerste pastoor van Oostrum
(1938-1959).


Foto: Het gezin van Victor Asselberghs in 1929 voor de boerderij naast de kapel in Smakt. Van links naar rechts staand: Christien; Marietje; Jozef; Fina. Zittend: Eduard; moeder Johanna; Nella;
Anna.