'Vakdocenten voor dialectonderwijs is ondoenlijk'

VENRAY | Dialectlessen op school. Goed of geen goed plan? Leonie Cornips, taalonderzoeker en hoogleraar taalcultuur in Limburg, vindt het een prima plan. Daan Janssen, de Venrayse fractieleider van 'onderwijspartij' D66, is er voorstander van om aandacht te besteden aan het Limburgs dialect. "Maar om dat onderdeel te laten zijn van taalonderwijs, lijkt me niet goed."


Door Henk Baltussen


"Vastelaovend zou bijvoorbeeld een mooie aanleiding kunnen zijn om kinderen bekend te maken met dialect", zegt Janssen. "Maar kinderen moeten op de eerste plaats de Nederlandse taal leren. Door ze goed Nederlands te leren spreken, bereiden we ze voor op de toekomst."

Het baart Cornips zorgen dat steeds minder mensen het dialect spreken, zei ze onlangs in dagblad De Limburger. "We verliezen het”, zegt ze. "Juist daarom moet er wat gebeuren.” Ze wil dat de overheid zich meer inspant om het Limburgs in het onderwijs in te passen. "Steeds minder peuters spreken dialect”, zegt Cornips. "Het Limburgs is in 1997 erkend als officiële streektaal. Maar het is nu al de zoveelste rapportage waaruit blijkt dat de overheid aangespoord moet worden.” Met aansporen doelt ze op de Raad van Europa die structureel om meer aandacht vraagt voor meertaligheid.

Die oproep voor structureel meer aandacht doet de Raad van Europa niet alleen voor het Limburgs maar voor alle erkende streektalen in Nederland. "Dat is een belangrijk statement in een tijd dat steeds minder mensen de taal spreken. Het handvest roept overheden juist op om die regionale talen te bevorderen."
Marcel Reulen, voorzitter van de College van Bestuur van Stichting Primair Onderwijs Venray (SPOV), snapt Cornips, maar dialectonderwijs inpassen is vrijwel onmogelijk. "Daarvoor moet je vakdocenten hebben. Daarbij spreken ze overal een ander dialect. In Ysselsteyn spreken ze al anders dan in Venray. Aan de andere kant wil ik ook graag dat het blijft bestaan. Het hoort bij de eigenheid van de provincie. Ik denk dat de kinderen het vooral thuis moeten leren."

'Op de eerste plaats de Nederlandse taal leren aan kinderen'

Cornips sprak met het comité van experts van de Raad van Europa over dit thema. Ze deelt het advies dat er vooral kansen liggen om het Limburgs te promoten bij de peuterspeelzalen en in het basisonderwijs. 75 procent van de kinderen die op de peuterspeelzaal nog Limburgs spreken, blijkt daarmee te stoppen als ze ervan af gaan. Daar kun je wat aan doen, aldus Cornips, die aangeeft dat scholen onderwijs in het Limburgs mogen geven. Volgens haar zou enige bewustwording op de basisscholen niet misstaan.