Literair Café Venray

Venray | De Nederlandse Literatuur wordt gedefinieerd als: De literatuur van het Nederlandstalige gebied, (Nederland en Vlaanderen) vanaf ongeveer 1100 (de eerste in het vroeg-Nederlands geschreven teksten) tot heden. De Nederlandse en Vlaamse literaire canon bevat de literaire productie van negen eeuwen, vanaf dat de ‘Lage Landen’ nog geen politieke eenheid vormden. De term ‘Nederlands’ voor de eerste eeuwen is daarom een anachronisme. Dit geldt eveneens voor ‘literatuur’. Wat wij nu literatuur noemen heeft zich ontwikkeld van álles wat geschreven werd naar (zeg, sinds begin negentiende eeuw) de taalkunst, de schone letteren.


Op dezelfde wijze wordt de ‘Limburgse Literatuur’ gedefinieerd: De literatuur uit het Limburgse taalgebied vanaf 1150 met Hendrik van Veldeke, de eerste schrijver, die in de volkstaal, een Limburgs dialect schreef en wiens geschriften worden beschouwd als de oorsprong van de Duitse, Nederlandse en …. Limburgse Literatuur!

Dit roept natuurlijk welk vragen op. Moet Limburgse Literatuur in het Limburgs, een Limburgs dialect geschreven zijn? Kan alleen iemand die in Limburg geboren (en/of getogen) is Limburgse Literatuur schrijven? Moet Limburgse Literatuur over Limburgse thema’s, onderwerpen en gebeurtenissen gaan, en (zich) in Limburg (af)spelen? Wordt Limburgse Literatuur voor Limburgers geschreven, zoals kinderliteratuur voor kinderen? En ten slotte, moet Limburgse Literatuur aan al deze voorwaarden voldoen, of is aan een, twee, of drie voldoende om tot de Limburgse literatuur gerekend te worden?

De antwoorden verschijnen in 2016 met de ‘Geschiedenis van de literatuur in Limburg’, onder redactie van Lou Spronck, Ben van Melick en Wiel Kusters en onder auspiciën van het L.G.O.G. Zij schrijven: De wieg van de Nederlandse literatuur stond in Limburg: met het belangrijke werk van Hendrik van Veldeke kwam daar al in de twaalfde eeuw een levendige literaire cultuur tot stand, die tot op de dag van vandaag invloedrijke auteurs en teksten voortbrengt. Van de Servaaslegende tot Connie Palmen en van de Percessie van Scherpenheuvel tot Jan Hanlo. …….. Het literaire landschap van Limburg is veeltalig, behalve Nederlands en Latijn ook Frans en de streektaal (dialecten) en het is zeer gevarieerd. Niet alleen geboren en getogen Limburgers, als Erycius Puteanus, Pascal Delruelle, Frans Erens, Pierre Kemp en Pé Hawinkels, krijgen volop aandacht. Maar er wordt ook stilgestaan bij werken met Limburg als locatie of thema. …… Door dit brede, grensoverschrijdende perspectief is ‘Geschiedenis van de literatuur in Limburg’ een veelkleurig overzichtswerk, dat zich niet beperkt tot proza en poëzie, maar ook ruimte biedt aan journalistiek werk van bijvoorbeeld Jozef Thissen, Willem K. Coumans en (lied)teksten van Toon Hermans, Gé Reinders en Jack Poels (Rowwen Hèze).

Wat ik wil zeggen? U kent Conny Palmen en Peter Buwalda? Ton van Reen en Marcia Luyten wellicht ook? Nodig eens met als uitgangspunt en leidraad ‘Geschiedenis van de literatuur in Limburg nog meer andere Limburgse schrijvers uit. Hanneke Hendrix, Wiel Kusters, Huub Beurskens, Rosalie Sprooten, Nicolette Smabers, Elle Eggels, Frans Pollux, Ger Thijs, Anke Scheeren, Peter Lenssen, Frans Budé, A.H.J. Dautzenberg, Peer Engels, Margriet Kousen, Fons Erens, Maarten Plukker, Felix Rutten, Cyrille Offermans, Jo Wijnen, Peter Lenssen en Paul Weelen bijvoorbeeld. Die kent u niet allemaal? Dat hoeft ook niet. Alleen wat je niet kent, kan je verrassen. Sommigen van deze schrijvers hebben een heel bescheiden oeuvre. Hun werk is echter zeer divers en …. Limburgs, in de breedste zin van het woord. Daarom in niet-Limburgs Nederland waarschijnlijk onbekend, maar het lezen zeker wel waard .…… Veel leesplezier.


Jan Thijssen (bestuurslid Literair Café Venray)