Burenruzie voor de rechtbank

Den Bosch/Ysselsteyn | Eigenaresse J. Goossens wil de kassen op haar terrein aan de Rouwkuilenweg in Ysselsteyn niet weghalen. De vrouw kweekt bessen in de bouwwerken, die volgens de gemeente Venray niet passen in het bestemmingsplan. Goossens spande daarom een ‘voorlopige voorziening’ aan tegen de gemeente bij de rechtbank in Den Bosch.


Door Geert van der Star


De zaak kwam aan het rollen na klachten van E. Direks, de eigenaar van een intensieve veehouderij achter het perceel. Hij wees op een grote reeks overtredingen op het terrein, waaronder de verboden plaatsing van kassen en kweekruimtes met worteldoek.


Waarom de veehouder problemen had met deze activiteiten en een ‘handhavingsverzoek’ indiende bij de gemeente Venray, bleef onduidelijk. Goossens en haar vertegenwoordiger hadden daar hun eigen ideeën over: “Pure pesterij. Hij is niet gericht op het vinden van een oplossing.” Direks kwam vorige week niet naar de rechtbank om zelf een toelichting te geven.


De zaak had een lange voorgeschiedenis. Het terrein was vroeger onderdeel van het perceel van de veehouder. De inmiddels overleden echtgenoot van Goossens kocht het lapje grond, waarop een bedrijfswoning stond. Volgens het bestemmingsplan was ‘gewone’ bewoning hier niet mogelijk. Het was voor ‘intensieve veehouderij’ natuurlijk niet handig om een burgerhuis in de buurt te hebben liggen. Dat zou op termijn problemen geven met het woon- en leefklimaat.


De eigenaresse verhuurde haar perceeltje lange tijd aan een man, die hier planten kweekte. Hij bouwde de kassen. Het bestemmingsplan liet opvallend genoeg wel degelijk ruimte voor dat soort bouwwerken. Een volwaardig agrarisch bedrijf mag kassen plaatsen. Maar zo’n onderneming heeft Goossens niet. “Er is toch een intensieve veehouderij in de buurt”, merkte de rechter op. De gemeente gaf toe dat als veehouder Direks de bouwwerken had willen plaatsen, dit wel zou mogen. “Als er een stal staat, mag je er ook een kas bijbouwen. Dat is de gebruikelijke regel”, stelde de rechter.


“Dan zou iedere burger wel een kas bij een stal kunnen bouwen”, wierp een woordvoerder van de gemeente tegen: “De regels voor het bouwen van de kassen zijn alleen bedoeld voor de eigenaar van het bedrijf.” De rechter merkte kalmpjes op dat dit misschien ‘wel de bedoeling is’: “Maar zo staat het niet opgeschreven.”


De rechter wees erop dat de gemeente misschien zelf had kunnen voorkomen dat ‘bedrijfswoningen’, zoals die van Goossens, werden afgesplitst van een stallencomplex. De ‘bouwregels’ hadden ook anders kunnen worden omschreven.


Uitspraak volgt volgende week.