Afbeelding
Foto: Jolijn van Goch

Marivi Claessens

Venray | In deze serie nodigen we nieuwe Nederlanders/Venraynaren uit voor een kopje koffie en zijn we nieuwsgierig wat ze van Venray vinden. Deze keer: Marivi Claessens-Omar Alvarez (56) uit Spanje.


‘Op mijn zesde kwam ik samen met mijn zusje naar Nederland en werden we herenigd met mijn ouders. Wij waren nog even achtergebleven in Spanje bij onze opa en oma. Mijn ouders waren naar Nederland gegaan omdat ze werk hadden gevonden bij Rank Xerox in Venray in 1970. Er waren in die tijd heel veel Spanjaarden richting Nederland en Duitsland gekomen. De reden daarvoor was werk. In Venray zaten veel Spaanse gezinnen. Ze waren afkomstig uit de armere gebieden van Spanje, waar weinig banen waren. Wij kwamen uit het noordwesten van Spanje, uit de badplaats Gijon in Asturias. Het was de bedoeling dat mijn ouders hier geld gingen verdienen en dan terug zouden gaan naar Spanje. Geld dat naar hun ouders in Spanje werd gestuurd. Maar uiteindelijk zijn ze toch hier gebleven, want ze hadden het hier goed naar hun zin. Wél gingen we in de zomer zes weken op vakantie naar Spanje en logeerden dan bij mijn opa en oma op de flat. De Spaanse gezinnen in Venray hadden onderling veel contact. Er was zondags zelfs een Spaanse mis in de kapel achter Jerusalem. Er was een Nederlandse pastoor, Padre Juan, die de mis deed in het Spaans. De kinderen zagen elkaar ook vaak. We speelden samen en we kregen Spaanse les, op zaterdag. En Spaanse geschiedenis en aardrijkskunde. In Venray zijn we snel ingeburgerd. Ik voelde me een Hazekeutel en had genoeg aansluiting op school en in de buurt. Sinterklaas komt uit Spanje, dus dan kun je iemand die daar vandaan komt maar beter te vriend houden. Op mijn zestiende ben ik nog 2,5 jaar terug geweest naar Spanje, waar ik de middelbare school heb afgemaakt. Ik woonde bij mijn opa en oma. Toen kon ik goed de verschillen zien tussen hier en daar. In Spanje woonde ik in een stad, in Venray in een dorp. De dagindeling in Spanje is heel anders. Er is een lange siësta van ongeveer twee uur. Ook op de scholen. Die zijn pas om zes uur uit. Kantoren en winkels zijn open tot acht uur. En dan moeten de mensen nog eten om een uur of tien. Ook het sociale leven is in Spanje anders. Mensen ontmoeten elkaar buitenshuis. De kinderen zijn daar gewoon bij. Soms wel tot elf uur ’s avonds. In Nederland is het wat gestructureerder en er is meer verenigingsleven. Ik heb toen toch voor Nederland gekozen. Dat was voor mij iets bekender en vertrouwder omdat ik er was opgegroeid. En niet lang na mijn terugkomst, op mijn negentiende, ontmoette ik mijn man op een oud- en nieuwjaarsfeest in Oirlo. Dat was nog een reden om hier te blijven. We hebben twee kinderen gekregen, een zoon en een dochter. Al snel ben ik gaan werken en deed daarnaast enkele avondopleidingen, de meao, vwo en mba. Ik vond werk bij de gemeente Venray. En daar werk ik inmiddels al 31 jaar, onder meer op de afdelingen burgerzaken en gebiedsregie. Naast mijn werk heb ik altijd veel vrijwilligerswerk gedaan. Bij Amnesty International, de werkgroep emancipatiebeleid, de Venrayse Vrouwenraad, het bestuur van de korfbalvereniging en zeventien jaar in de Sportvereniging Oostrum, in de ouderraad van de school van onze kinderen en tegenwoordig ben ik actief bij Literair Café Venray. Lezen is altijd een grote hobby van mij geweest. En meteen een nuttige omdat ik mijn Nederlands natuurlijk altijd goed bij moest houden, want thuis spraken we Spaans. En het lezen houd ik ook bij in enkele leesclubs. We gaan er nu zelf een oprichten en begeleiden. Daar hebben we veel zin in." Heb je nog een spreekwoord dat je met ons wilt delen? ‘Menos da una piedra: wees blij met wat je krijgt.’


Interesse om geïnterviewd te worden voor deze rubriek? Mail dan naar redactie@peelenmaasvenray.nl.

Maria van Dorst