Dissidenten afgeserveerd

Venray | Een volledig bestuur stond klaar om per direct het Historisch Platform Venray (HPV) te gaan leiden. Maar daar stak de HPV-vergadering maandagavond een stokje voor. 'Niet de emotie maar de rede heeft gezegevierd', viel na afloop te beluisteren.


Half april trad het vorige HPV-bestuur onder voorzitterschap van Will Weijers af. Dat gebeurde na geruzie over de historische website RooyNet, die door HPV-leden wordt bijgehouden. De site viel juridisch onder het Venrays Museum, dat is gevestigd in de Borggraaf, waar ook RooyNet zit. Nadat het bestuur zich terugtrok en alleen nog lopende zaken afhandelde, besloot de gemeente Venray de site voorlopig over te nemen. Venray is gebaat bij het in de lucht houden van RooyNet, omdat veel gemeentelijke stukken op de site worden gezet. Wethouder Anne Thielen laat onafhankelijke kwartiermakers onderzoeken hoe HPV en RooyNet het beste verder kunnen en wat de rol van het Venrays Museum en de Borggraaf daarin kunnen zijn. Begin september komt hier duidelijkheid over, tot dan is het oude bestuur ad interim.
Maar Jan Strijbos uit Castenray, May Vollenberg uit Venray en Jac Haegens uit Leunen stelden dat een club als HPV (waarbij 47 cultuurhistorische stichtingen, verenigingen en werkgroepen uit gemeente Venray zijn aangesloten, red.) niet zo lang zonder een volwaardig bestuur kan. In een brief van 30 mei lieten ze de HPV-leden weten een bestuur van zeven leden paraat te hebben. De dagelijkse bestuursfuncties waren ook al ingevuld, zo bleek uit de brief.

Enkele dagen later kwam een tegenbeweging van een drietal HPV-leden op gang, met onder meer Guus Reintjes uit Leunen van Stichting Gussen Wie Guus en tevens CDA-raadslid. Het trio liet de HPV-leden in een brief weten dat de actie van Strijbos en consorten tegen de uitdrukkelijke wens is van Thielen. Reintjes met zijn medestanders André Poels en Rob van der Heijden trokken maandag dus aan het langste eind. Bronnen uit de vergadering spraken over 'dissidenten die in het stof beten en over de kwartiermakers die nu hun belangrijke werk kunnen doen en dat het de beste oplossing is voor de toekomst van het erfgoed'.