Alleen in Meerlo wordt Sint Goar vereerd.
Alleen in Meerlo wordt Sint Goar vereerd. Foto: Persfoto

Processie kapel afgelast

Meerlo | De officiële feestdag van de heilige Sint Goar is op maandag 6 juli in alle stilte gevierd. Meerlo is de enige plaats in ons land waar deze heilige wordt vereerd en er al 400 jaar een kapel van is.


Normaal gesproken trekt op zondag, als dat de 6e juli is of de zondag daarna, de processie met de pastoor en misdienaars, de fanfare en parochianen van de Joannes de Doperkerk naar de kapel. Daar wordt dan een openluchtmis opgedragen. Deze dag wordt ook wel de Sint Gewier kermis genoemd. Na de openluchtmis trokken de parochianen weer naar het dorp om bij café Ald Meerlo, tegenover de kerk, het glas te heffen. Dit jaar kan de geplande processie en openluchtmis op zondag 12 juli niet doorgaan vanwege het coronavirus.


Kapel

De in 1662 gebouwde kapel van St. Goar, of zoals ze in Meerlo zeggen Sint Gewier, staat in een sfeervolle bosschage tussen de Postbaan en de Grote Molenbeek, ongeveer op de grens met Wanssum. De kapel is in de loop der jaren enkele keren gerestaureerd. Bovendien wordt de bosschage de laatste jaren goed onderhouden en staat vlak bij de kapel een kunstwerk van de Rotterdamse kunstenaar Chris Ripken: een ijzeren roedel wolven. De put is eind vorige eeuw uit veiligheidsmaatregelen –spelende kinderen- gedempt. Er zijn weer plannen om de put in ere te herstellen. De oudste berichten over pelgrimages naar de St. Goarkapel dateren van omstreeks 1700. Uit de notities van pastoor en historicus M. J. Janssen uit Meerlo blijkt dat in de jaren 1723-1753 sprake is van een toeloop van pelgrims. Er is sprake van giften van de pelgrims. Diezelfde pastoor Janssen had rond 1900 de wens om een relikwie van Sint Goar te krijgen. Dan zouden nog meer pelgrims naar Meerlo komen. Met succes stuurde hij een verzoek naar de pastoor van de St. Castorkerk in Koblenz die over enige relieken beschikken. De pastoor en de bisschop van Trier stemden in dat een botsplinter van de arm van Goar naar Meerlo kon. De zusters Franciscanessen uit Keulen deden het relikwie in een verguld koperen doosje. Op zondag 3 juli 1904 toonde de Meerlose pastoor in de kerk het doosje met het gebeente van de heilige. De relikwie wordt bewaard in de kluis van de parochiekerk in Meerlo. Goar is volgens de legende aan het begin van de zesde eeuw geboren als zoon van adellijke ouders in het Franse Aquitanië (Dordogne).


Vanwege deugdzaamheid was hij geliefd bij het volk. Om verwaandheid te voorkomen vertrok hij naar Duitsland langs de Rijn. Op de plek waar Goar zijn kluis bouwde ontstond later de bekende fraaie toeristische plaats Sankt Goar am Rhein. Goar was erg geliefd en al vlug was er ook afgunst en werd het gerucht verspreid dat hij onzedig zou leven. Dat kwam bisschop Rusticus van Trier ter ore en hij riep Goar ter verantwoording. Hij geloofde Goar pas als hij in staat zou zijn de vader en de moeder te noemen van een kind dat onlangs te vondeling was gelegd. Na een intens gebed van Goar sprak plotseling de drie dagen oude baby, voor iedereen luid en duidelijk: “Flavia is mijn moeder en Rusticus, de bisschop, is mijn vader!” Dat kostte de bisschop zijn kop. Goar werd gevraagd om de bisschopszetel over te nemen maar uit bescheidenheid weigerde hij. Kort daarop werd hij ziek en leed hij zeven jaren aan de bibberkoorts. Hij stierf in 575. Lees rechtsboven verder.