Verdachte: 'Spuwen agent ongepast'

DEN BOSCH/VENRAY | Venraynaar A. M. vertelde twee agenten dat hij ‘positief was getest op corona’ en spuwde vervolgens in hun richting. Daarvan beschuldigde het Openbaar Ministerie de 24-jarige verdachte. M. vertelde tegen de politierechter in Den Bosch een heel ander verhaal over zijn arrestatie op 18 mei 2020: “Die agent zat met zijn vinger in mijn mond.”


Door Geert van der Star


De politie kwam in aanvaring met M. na een ‘achtervolging’ door Valkenswaard. De agenten zaten een auto op de hielen, die uiteindelijk bij een beek op zijn kant belandde. De verdachte werd ‘in de omgeving’ aangehouden. Het bleef tijdens de snelrechtszaak tegen de Venraynaar onduidelijk waarom de agenten de wagen op de korrel namen.


De verdachte was namelijk niet de bestuurder, maar de bijrijder: hij was alleen aangeklaagd voor zijn gedrag tijdens en na de aanhouding. “Er kwam een bus op me afrijden”, vertelde M. Er stapten twee agenten uit. “Ze riepen: ‘Staan blijven’. Daarna deden ze mij de boeien om.” De agenten behandelden de bestuurder van de auto ‘netjes’, vond de Venraynaar. Bij hem ging het anders, beweerde M.


Een agent duwde hem met het hoofd tegen de bus aan. “De manier waarop ze mij aanhielden, was onprofessioneel. Waarom was het nodig om handen tegen mijn gezicht te houden? Zijn vinger kwam in mijn mond! Dat was ongepast: niet alleen voor mijn veiligheid, maar voor die van hemzelf! Hij droeg niet eens handschoenen.” De agenten gaven aan dat de man na een uitspraak over een corona-diagnose tweemaal in hun richting had
gespuwd.


De politiemensen namen de verdachte mee naar Eindhoven. Daar zou hij ook tekeer zijn gegaan tegen een hulpofficier van de politie. M. stond volgens deze vrouw op korte afstand in haar gezicht te schreeuwen en te schelden. Toen de vrouw later hoorde dat de Venraynaar had verteld dat hij positief was getest op corona, vond de hulpofficier dit schreeuwen ‘bedreigend’ voor haar gezondheid.


De rechter vond dat de man schuldig was aan bedreiging met zware mishandeling, waar het de agenten betrof. “Corona is een zeer besmettelijk virus. Door te spuwen ontstond er een reële vrees voor infectie.”


Dat gold niet voor zijn schreeuwpartij tegen de hulpofficier. De man was duidelijk boos, maar had volgens de rechter op dat moment niet ‘de intentie om te dreigen’. “Het blijft wel gedrag dat u niet had moeten vertonen.” Hij veroordeelde de man wel voor de ‘belediging’ van dit
slachtoffer.


M. kreeg een celstraf van tien weken, waarvan vier weken voorwaardelijk.