'Haast maken met onderzoek naar volksgezondheid'

VENRAY | Volgens vele medici, onder wie longartsen, politici en belangenorganisaties, zijn forse ingrepen nodig om de volksgezondheid in Noord-Limburg en Oost-Brabant beter te beschermen. Ze geven breed aan dat het forse aantal coronadoden voor het RIVM aanleiding moet zijn haast te maken met onderzoek, nu volgens hen internationale studies uitwijzen dat corona meer slachtoffers maakt in gebieden met meer luchtvervuiling.


Door onze redactie


"Moet je nu het zoveelste bewijs gaan leveren voor zo’n verband en daar een paar jaar aan verliezen, of kun je je ook baseren op gezond verstand?” vraagt Pascal Wielders, longarts in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, zich af in enkele Persgroep-dagbladen. Brabant en Limburg nemen samen bijna 40 procent van de Nederlandse coronadoden voor hun rekening, terwijl 20 procent van de Nederlanders in deze provincies woont. Vooral in het oosten van Brabant en het noorden van Limburg is door onder meer fijnstof de luchtsituatie slecht, onder meer door intensieve veehouderij, maar ook door luchtvaart, industrie en verkeer, stellen de Persgroep-kranten. Oncologisch chirurg Ignas van Bebber van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch slaat al jaren alarm over de luchtkwaliteit. Avond aan avond pluist hij studies en luchtmetingen uit. Dat er invloed is op het aantal coronaslachtoffers, is voor hem niet eens een vraag. "Nieuw onderzoek mag geen excuus zijn om stil te zitten. Je mag ook leren van studies uit het buitenland”, beklemtoont hij. "Daar komt bij dat ook zonder de coronacrisis duidelijk is dat vieze lucht zorgt dat mensen meer aandoeningen hebben en eerder overlijden."

'Waardes in Venray zijn volstrekt vergelijkbaar '

Peter van Dijck, varkenshouder in Ysselsteyn en lid van het LLTB-hoofdbestuur: "Om te bepalen of luchtverontreiniging van belang is, is volgens deskundigen verdere studie nodig. Maar ze zeggen ook dat dit heel fijn stof een rol kan spelen bij de ernst van de ziekte. Over fijnstof publiceert het RIVM kaarten en cijfers; die zijn voor iedereen in te zien. En dan blijkt dat de concentraties niet veel verschillen in West-, Midden- en Zuid-Nederland. Alleen in Noordoost-Nederland, een gebied zonder veel verkeer en industrie, zijn de waardes iets lager. De waardes in Venray zijn volstrekt vergelijkbaar met de rest van Nederland." Martien van Kempen, eigenaar van varkensbedrijf Kempfarm in Leunen, stelt dat de boeren onderhand zijn verworden tot de schrik van de samenleving. Waarom alleen de negatieve aspecten van de veehouderij onderzoeken?, meent Van Kempen. "Waarom worden de positieve punten niet verder onderzocht?" Lees verder op pagina 6 en 20.