Afbeelding
Foto: Eigen foto

Vervolg pagina 5

'We staan echt met onze rug tegen de muur'

Venray | “Voor een bedrijf als dat van ons kan dat de genadeklap zijn”, zegt Frank Claessens, financieel directeur van Interal. “En dat is enorm zonde. Interal TC is een gezond familiebedrijf dat zich met eigen geld, een steeds grotere mate van knowhow en specialisme, een creatieve drive, oog voor kwaliteit en nuchter ondernemerschap heeft opgewerkt tot waar we nu staan. Een gezond bedrijf met 30 werknemers, een mooi klantportfolio, amper leningen of leasecontracten en een veelbelovende toekomst. Wij hebben hier 22 kilometer aan hoogwaardige trussen liggen, klaar om naar de grote festivals en evenementen in verschillende landen te verschepen. Nu de branche op slot zit en voorlopig nog niet open kan, wankelt ineens alles.”


De overheid heeft al diverse maatregelen aangekondigd om branches overeind te houden. Het steekt Verheijen dat bedrijven zoals Interal hierin vaak over het hoofd worden gezien. “Dat geldt niet alleen voor ons, het geldt voor alle toeleveranciers. We hebben het misschien een beetje aan onszelf te danken. We zijn altijd een no-nonsense bedrijf geweest dat liever hard werkt aan kwalitatief hoogstaande producten dan zichzelf op de borst klopt. Maar daardoor zijn we nu minder zichtbaar. Als er subsidie naar cultuur gaat, gaat dit naar gesubsidieerde instellingen zoals schouwburgen, musea en dergelijke en niet naar de partijen die ervoor zorgen dat er een voorstelling is met decorstukken, licht en geluid. Dat wordt namelijk onder meer met onze materialen gerealiseerd.”


Claessens voegt toe dat de NOW-regeling die de overheid in het leven heeft geroepen absoluut scheelt en welkom is. Maar tegelijk biedt deze regeling bedrijven als Interal weinig perspectief. “Vooropgesteld, wij willen geen personeel ontslaan. Dus deze regeling is welkom en verlaagt de druk enigszins. Het neemt echter niet weg dat de vanuit de overheid beloofde ‘tot 90 procent vergoeding’ in de praktijk maar zo’n 70 procent is van de totale loonkosten. Dus moeten we nog altijd 30 procent van de loonkosten blijven betalen, terwijl daar nu geen inkomsten tegenover staan. Nu zijn we als gezegd een gezond bedrijf en kunnen we dat wel een tijdje opvangen, maar dan moeten we wel weten dat de markt op een gegeven moment weer opent, zodat we daarnaartoe kunnen werken.”


Uitspraken

Uitgaande van de huidige uitspraken van de minister, is dat met dertig man personeel echter niet vol te houden, zo stelt Claessens. “Zelfs als we niet anders kunnen en dan alsnog personeel moeten ontslaan, zijn we gebonden aan transitievergoedingen en die zijn als deze situatie aanhoudt op de lange termijn ook niet op te brengen. We staan als bedrijf echt met de rug tegen de muur.” Wat Interal vooral vraagt is een oplossing voor de lange termijn. Dat betekent echter niet zozeer meer ondersteuning. “Zelfs al zouden we 100 procent ondersteuning krijgen, is dat voor de lange termijn geen oplossing. Zonder inkomsten omdat de markt volledig op slot zit, gaan veel bedrijven dit jaar uiteindelijk toch nog failliet. Zo zullen dus ook die werknemers alsnog hun baan verliezen en dat wil je voorkomen. Beter zou zijn als bijvoorbeeld de werkwijze van veel omliggende landen wordt gevolgd. Dat betekent dat bedrijven de mogelijkheid krijgen hun personeel tijdelijk ‘te parkeren’ in een bepaalde uitkering. Zodra de markt dan weer opengaat, kunnen zij direct weer aan de slag. Op die manier blijft veel kennis en expertise geborgd binnen deze branche.”


Stip aan de horizon

Door Interal wordt 2020 inmiddels als een verloren jaar beschouwd. Alle investeringen en werkzaamheden die in de aanloop naar het evenementenseizoen zijn gedaan, zijn door de crisis tenietgedaan. Bij de pakken neerzitten past niet bij het bedrijf en dus wil het niets liever dan een stip aan de horizon om naartoe te werken.

“Voor onszelf, maar ook voor de hele branche”, zo zegt Verheijen. “Veel andere bedrijven kunnen in tijden als deze hun dienstverlening omschakelen door bijvoorbeeld aan zorginstellingen of iets dergelijks te leveren. Wij kunnen dat niet omdat ons product zo branchespecifiek is. Binnen deze wereld zijn we niet de enige met dat probleem. We zijn een relatief jonge branche, die qua professionaliteit de afgelopen jaren enorm grote stappen heeft gemaakt. De Nederlandse evenementenindustrie loopt wereldwijd wat betreft kwaliteit en professionaliteit in de voorhoede mee. We zijn echter van nature geen branche waar een grote onderlinge cohesie heerst. Deze branche heeft zo innovatief kunnen groeien omdat we allemaal creatievelingen zijn die het onmogelijke waar willen maken en op eigen kracht bergen verzetten. Daar gedijt de evenementenwereld enorm goed bij. Maar het heeft ons allen ook wat onzichtbaar gemaakt. Vandaar dat wij als Interal nu naar voren stappen en willen proberen om iedereen te verenigen. Om met zijn allen te kijken wat nog wel kan, om gezien te worden voordat we tot op het bot uitgekleed zijn. Het zijn uitzonderlijke tijden en die vragen om uitzonderlijke samenwerkingen. Alleen door in deze samen op te trekken, kunnen we een vuist maken die de overlevingskans van ons allemaal verhoogt."