Afbeelding
Foto: Jolijn van Goch

Monique van Nispen

Geijsteren | In deze serie nodigen we nieuwe Nederlanders/Venraynaren uit voor een kopje koffie en zijn we nieuwsgierig naar wat ze van Venray vinden. Deze keer: Monique van Nispen tot Pannerden-Pollak uit Frankrijk.


Nog net voor de coronacrisis zit ik aan tafel met Monique Pollak uit Frankrijk. “Op mijn twintigste ben ik mijn grote liefde achterna gereisd naar Nederland. We leerden elkaar in Frankrijk kennen. Hij studeerde na zijn middelbare school een jaar in de buurt van Parijs. Ik ging naar de sociale academie om maatschappelijk werkster te worden. Mijn vader wilde graag dat ik dokter zou worden. Ik maakte na een jaar een switch en wilde graag verpleegkundige worden. Om de opleiding in Nederland te kunnen doen moest ik Nederlands spreken. Ik kon een intensieve cursus volgen in het asielzoekerscentrum in Driebergen-Zeist. Er waren daar zevenentwintig nationaliteiten. Iedereen met zijn eigen verhaal. De spreektaal was Nederlands. Het was einde 1972, ik had twee maanden voordat mijn opleiding begon, dus ik moest hard werken en ook slim zijn."


"Op mijn eerste dag van de verpleegopleiding zocht ik iemand met een leesbaar handschrift, die me zou kunnen helpen. Ik zag in de pauze een heel mooi handschrift liggen en een meisje dat heel lief naar me keek. Ik ging naast haar zitten. Zij is mijn beste vriendin geworden sindsdien. Na onze opleidingen zijn mijn man en ik na wat omzwervingen door Nederland onder de rivieren terecht gekomen. Mijn man kon een baan krijgen op het psychiatrisch instituut Sint Servaas. We woonden eerst in Merselo en later Geijsteren. En dan inburgeren. Je moet vooral niet denken dat iedereen op je zit te wachten. Niemand zit op je te wachten. Ik ben een fransoos voor de mensen. Dus als jij niet de eerste bent die een stap zet, dan blijf je alleen. Zo ben ik op de tweede dag dat ik mijn drie kinderen in Merselo naar school bracht de andere ouders een hand gaan geven. Ik heb me voorgesteld als nieuw in het dorp. En dat werkte. Kom je hier wonen, of kom je hier leven. Dus meedoen. Jaren later heb ik Franse lesgegeven en ook veel vrijwilligerswerk gedaan. In de ouderraad en het schoolbestuur. En daarna gewerkt als verpleegkundige op het asielzoekerscentrum in Oirlo, Stevensbeek en Grave. De vluchtelingen vroegen mij regelmatig om advies. Zo ook een rechter uit Afghanistan met zeven dochters. Toen hij zijn A-status kreeg, mocht hij zijn gezin over laten komen. Hij vroeg mij: 'Mrs. Monique, wat moet ik doen in deze maatschappij in Nederland met zeven dochters?' Ja dat is lastig. Ik denk dat het heel belangrijk is dat u in uw huis uw eigenheid, uw eigen wortels behoudt, maar zodra u de deur uitgaat, u aanpast aan het geheel."

"De rechter heeft daar veel aan gehad. Hij begreep dat je moet integreren en je moet aanpassen. Maar niemand mag je achter de voordeur je de wet lezen. Dus ook voor mij geldt dat. Dus huishouding op zijn Frans. En dat is niet per se met de Franse slag! In ons gezin spreken wij Nederlands en Frans. Inmiddels hebben mijn man en ik vijf kleinkinderen, die ik allemaal graag Frans wil leren. Onze hond ‘spreekt’ alleen Frans. Dat is altijd de truc geweest, zodat zowel onze kinderen als kleinkinderen Frans leren spreken! En het werkt wel. Simple comme bonjour!” Heb je nog een spreekwoord dat je met ons wilt delen? 'L'essentiel est invisible pour les yeux, …on ne voit bien qu'avec le coeur': het wezenlijke van het leven is onzichtbaar voor de ogen, alleen met je hart kun je zien. Vanaf mijn twaalfde is dit mijn levensmotto geweest. De tekst is van A. de Saint-Exupery.”


Ook interesse om geïnterviewd te worden voor deze rubriek? mail dan naar redactie@peelenmaasvenray.nl.


Foto: Jolijn van Goch.

Maria van Dorst