Afbeelding
Foto: Archieffoto

Nieuwsblad Peel en Maas na WOII

Venray | De oorlogs- en bezettingsjaren waren ook voor Peel en Maas roerig . Het nummer van 10 mei 1940, de dag van de inval, werd nog wel gedrukt, maar kon door de oorlogsomstandigheden niet meer bezorgd worden. Aanvankelijk bestond er enige journalistieke vrijheid, maar na de instelling van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten op 15 november 1940, werd door de invoering van een groot aantal besluiten en beschikkingen de pers steeds meer gemuilkorfd.

47 dagbladen, 480 nieuwsbladen en ruim 2000 tijdschriften kregen een verschijningsverbod. Met ingang van 1 november 1941 werd hen een verbod opgelegd. Hierbij was ook Peel en Maas betrokken. Mede dankzij de interventie van het gemeentebestuur werd het verbod echter na vijf weken weer ongedaan gemaakt. Op 13 december mocht Peel en Maas weer verschijnen.

Bij Beschikking van 3 december 1942 werd de verschijning opnieuw verboden. Ditmaal door de Presseabteilung van het Rijkscommissariaat en de afdeling Perswezen van het Departement van Vorksvoorlichting en Kunsten. Opnieuw probeerde het gemeentebestuur het verbod -waarvan de ingang was bepaald op 1 januari 1943 - weer ingetrokken te krijgen. Als argument werd aangevoerd dat het uitkomen van het blad noodzakelijk was om de burgers van de zeer uitgestrekte gemeente Venray op de hoogte te kunnen houden van de gemeentelijke en andere overheidsmaatregelen, verduisteringsvoorschriften, distributiebekendmakingen, etc..

Bij brief van 21 december 1942 liet het Departement echter weten, dat het verschijningsverbod was opgelegd om overleg met het Rijkscommissariaat en de Beauftragte voor Limburg en dat het verbod niet kon worden opgeheven. De verrassing was groot, toen het Rijksbureau voor de Grafische Industrie bij brief van 9 februari 1943, alsnog liet weten, dat Peel en Maas weer mocht verschijnen met twee pagina’s, de helft van voorheen, op een gereduceerd formaat
(55 x 38.5 cm.).

Peel en Maas behoorde daarmee tot de drie dag- en weekbladen die na 1 april 1943 in de provincie nog mochten verschijnen. Op 16 augustus 1944 werd Arie van den Munckhof - die vanaf 10 april 1943 verantwoordelijk was voor de inhoud van de uitgave - omdat hij zich onttrokken had aan tewerkstelling in Duitsland, door het beruchte Kontrollkommando van Ommen in Castenray opgepakt en via Venlo, Amersfoort naar het concentratiekamp Neuengamme (bij Hamburg) getransporteerd. In Kaltenkirchen, een subkamp van Neuengamme, overleed hij op 24 januari 1945. In Venray begon na Dolle Dinsdag (5 september 1944) en de luchtlandingen bij Eindhoven, Arnhem en Nijmegen (17 september 1944) de situatie zeer verward te worden. Het front rukte steeds dichterbij en Peel en Maas werd opnieuw gedwongen de uitgave te staken. Na drie weken van angst, spanning en diepe ellende kwam de zo lang verwachte bevrijding op 18 oktober.

De vreugde hierover was echter maar van korte duur, want al op 25 oktober kwam het bevel tot de algehele evacuatie van Venray. Ook de familie Van den Munckhof moest haar zwaar beschadigde huis verlaten. In Lieshout vonden de familieleden een voorlopig onderdak. Het zou tot medio februari 1945 duren voordat ze weer terug konden keren naar Venray. Snel daarna konden de drukkerij en de boekwinkel weer in gebruik worden genomen. Peel en Maas mocht echter vooralsnog niet meer gedrukt en worden uitgegeven.

'Lokaal en betrokken: dat is al 140 jaar onze kracht'

Op 11 september 1944 was door de Nederlandse regering in Londen een Tijdelijk Persbesluit afgekondigd (Staatsblad 1944, nr. E 69), dat voorzieningen inhield betreffende de zuivering van de pers in het (nog) te bevrijden vaderland. Bepaald werd onder meer dat de herverschijning van dag- of nieuwsbladen en tijdschriften die na 1 januari 1943 nog uitgekomen waren, afhankelijk zou zijn van de beoordeling van de directie en redactie van die bladen en tijdschriften, door een Perscommissie. In de periode dat alleen het zuiden nog maar bevrijd was, werd de competentie tot de perszuivering daar in handen gelegd van het zogeheten Militair Gezag.

Deze instantie verleende Peel en Maas op 26 juli 1945 een voorlopige verschijningsvergunning. Intussen was in Venray echter een ander weekblad verschenen, De Zwijger, die gedurende de bezetting reeds een aantal maanden illegaal verscheen. Het eerste legale nummer verscheen 24 november 1944. Het blad, dat tot het voorjaar van 1945 werd gedrukt in Helmond, had aanvankelijk tot doel de contacten te onderhouden tussen de in Brabant geëvacueerde inwoners.

Vanaf het voorjaar van 1945 - toen de meeste Venraynaren weer naar het berooide Venray waren teruggekeerd - werd het afwisselend gedrukt op de persen van de firma’s Messemaeckers en Van den Munckhof. Omdat Peel en Maas weer mocht verschijnen, werd besloten de uitgave van De Zwijger te staken. Op 15 september verscheen het laatste ‘weekblad’, gevolgd door het bekende slotnummer op 18 oktober 1945, de eerste verjaardag van de bevrijding. Inmiddels verleende de minister van Binnenlandse Zaken en Onderwijs, de Persraad gehoord hebbende, op 7 september 1945 de definitieve toestemming voor de heruitgave van Peel en Maas. Een andere beslissing was ook moeilijk denkbaar geweest.

Gebleken was namelijk dat de firma Van den Munckhof in de bezettingstijd een aantal malen illegale publicaties had gedrukt en verder ook nog aan een drietal onderduikers onderdak had geboden. Op 23 september konden de Venraynaren kennismaken met het eerste naoorlogse nummer van Peel en Maas, geredigeerd door Wim van den Munckhof. De oplage bedroeg 2500, bestond uit vier pagina’s en de ondertitel luidde vanaf die dag Weekblad voor Venray en omstreken. Vanwege het heersende papiertekort was de omvang nog zeer beperkt (4 pagina’s). Einde 1949 kon de distributie van krantenpapier worden opgeheven, maar de schaarste bleef toch nog voortduren. Bovendien was ook de prijs van het papier sterk gestegen. Bedroeg deze vóór de oorlog ongeveer 6 gulden per ton, in 1950 bedroeg deze al ongeveer 45 gulden. Pas in 1951 kon worden overgeschakeld van vier op zes pagina’s.

Met de naoorlogse groei van Venray - grotendeels een gevolg van de in 1950 begonnen industrialisatie en de Peelontginningen -nam ook het aantal abonnees op het Venrayse Weekblad snel toe (gemiddeld 160 per jaar). Voor en na werd er in het bedrijf een technische vernieuwing uitgevoerd. Bijvoorbeeld in 1960, toen de uit 1912 daterende cylinderpers met handinleg, vervangen werd door een met automatische inleg. Een zeer zware slag trof het blad op 24 april 1976, door het vrij onverwachte overlijden van haar redacteur Wim van den Munckhof, die vanaf 1945 met grote inzet, enthousiasme en deskundigheid werkzaam was geweest. Geslagen, maar niet bij de pakken neerzittend, zetten de twee broers Dick en Toon de krant voort, terwijl Mia, de echtgenote van Wim, de boekhandel onder haar hoede nam.

En niet zonder succes, want in 1980, bij het honderdjarig bestaan, overschreed de oplage van Peel en Maas het getal van 8.000. Enkele maanden na het overlijden van Wim van den Munckhof waren de gebroeders door machinebreuk genoodzaakt het drukken van hun krant elders te laten verzorgen. Dat beviel ze zo goed vanwege de tijdwinst die dit opleverde, dat men besloot om het drukken voortaan uit te besteden. Het zetten en opmaken bleef echter geheel in eigen bedrijf geschieden. Een situatie die sindsdien niet meer
gewijzigd is.

Wat wel wijzigde was de techniek. Bij het honderdjarig bestaan in 1980 werd krant nog volledig traditioneel ‘in lood’ gezet. In die tijd nam het gebruik van computers en de offset druktechniek een vogelvlucht. Van den Munckhof en Peel en Maas moesten meegaan in die ontwikkeling, om te voorkomen dat het bedrijf vaktechnisch een achterstand zou oplopen en daarmee het voortbestaan van de krant gevaar kon lopen. De komst van Christ en John van den Munckhof, de vierde generatie uit deze drukkersfamilie, bracht nieuwe kennis in huis. De vaktechnische vernieuwing werd begin tachtiger jaren ingezet.

Binnen enkele jaren vormden zetcomputers, reproductiecamera’s, ontwikkelapparaten en plakpagina’s het gereedschap waarmee de krant werd vervaardigd. Door een ongeval, midden tachtiger jaren, werd Toon van den Munckhof deels arbeidsongeschikt. Toen Dick van den Munckhof eind 1989 de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, ging het bedrijf over in andere
handen.

Colien, John en Christ van den Munckhof, nazaten van respectievelijk Wim, Toon en Dick van den Munckhof, namen op 1 januari 1990 het bedrijf over van hun ouders. Mede dankzij de technologische ontwikkelingen was de uitgeverij inmiddels in staat om wekelijks een krant te produceren van gemiddeld 20 pagina’s. Pagina’s die na de dood van Wim van den Munckhof werden volgeschreven door Dick van den Munckhof, bijgestaan door correspondent Frits Hovens en Gerard Schütte, voormalig voorlichter van de gemeente Venray. In de tweede helft van de tachtiger jaren startte Christ van den Munckhof als hoofdredacteur van Peel en Maas. John richtte zich op de handelsdrukkerij, terwijl Colien de verantwoording voor de boek- en kantoorboekhandel op zich nam. Toen in de negentiger jaren de groei van de krant zich verder doorzette, de oplage was inmiddels de 10.000 overstegen, werd besloten om, voor het eerst in de historie, een fulltime journalist in dienst te nemen in de persoon van Bert Albers. Toen Van den Munckhof in oktober 1993 startte met Kabelkrant Venray werd de redactie verder uitgebreid met Henk Lammen, die momenteel nog altijd werkzaam is bij Peel en Maas. Zij vervingen de oude redactieleden Hovens en
Schütte.


Delen van dit artikel werden in 1980 geschreven door W. Willemsen, voormalig gemeentearchivaris van Venray.

Peel en Maas is inmiddels 40 jaar verder en is voor Venray en omstreken nog altijd een belangrijk nieuwsmedium. Maar anno 2020 is Peel en Maas meer dan een nieuwsblad alleen. Met Peel en Maas TV, een eigen nieuwssite, Twitter, Facebook, Instagram en een eigen YouTube-kanaal is het mediabedrijf op allerlei fronten druk bezig met de toekomst. Hoe alles anno 2020 reilt en zeilt, ook binnen de drukkerij, leest u elders in deze uitgave.

Foto: Het bedrijfspand na de bevrijding zag er nog redelijk ongeschonden uit Links van het pand stond de winkel-woning van de familie Thomassen. Daar was niets meer van over.