Coronavirus: topdrukte en crisistijd
Venray | Het aantal patiënten met het coronavirus in Nederland loopt gestaag op en ook de eerste besmettingen met een directe Venrayse link zijn inmiddels een feit. De verspreiding van COVID-19 heeft ook directe invloed op het bedrijfsleven in Venray. Zo kan Incare de vraag nauwelijks aan en bij standbouwer So Expo liggen de werkzaamheden bijna stil.
Incare produceert op industrieterrein Keizersveld onder meer vochtige doekjes. De vraag naar de producten is explosief gestegen. "Veel handgels en zeepjes zijn uitverkocht en mensen zijn op zoek naar een alternatief. Vochtige reinigingsdoekjes zijn een uitstekend alternatief", vertelt Melchior van Haren van Incare. Dagelijks worden er nu meer dan 100.000 verpakkingen met reinigingsdoekjes geproduceerd. Voor de uitbraak van het coronavirus waren dat er maximaal 70.000. "We zitten aan ons plafond. Vanaf deze week nemen we geen nieuwe klanten meer aan en proberen we ons huidige klantenbestand zo goed mogelijk te voorzien. Ons personeel loopt op zijn tandvlees. Deze piekbelasting is ook voor ons lastig." Incare heeft ook nog fabrieken in Veenendaal en het Duitse Naumburg. Op de drie locaties worden jaarlijks 165 miljoen verpakkingen met verschillende soorten vochtige doekjes geproduceerd.
Van Haren staat in mei in principe met Incare op de beurs Interclean in Amsterdam, maar hij verwacht dat de beurs wordt afgelast vanwege het coronavirus. Het afgelasten van dergelijke beurzen heeft ook direct impact op het Venrayse bedrijf So Expo. Het bedrijf bouwt stands op beurzen en zit door het virus in de hoek waar de klappen vallen. "95 procent van onze werkzaamheden ligt stil", legt Hans van der Heijden van So Expo uit. "We hadden voor dit jaar een mooie volle planning, maar bijna alle beurzen in Frankrijk, Duitsland en Italië worden afgelast. Onlangs hebben we 25 stands gebouwd op een beurs in Berlijn, maar die beurs werd een dag voor aanvang alsnog afgelast." Bij het bedrijf werken 24 mensen in vaste dienst. Zij hoeven volgens Van der Heijden niet te vrezen voor hun baan. "We hebben een aardige buffer opgebouwd door de jaren heen. Verschillende andere bedrijven in onze tak van sport hebben het een stuk zwaarder."
So Expo heeft wel met succes werktijdverkorting voor het personeel aangevraagd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor een periode van zes weken. Op die manier blijven de vaste medewerkers in dienst en merken zij, in de meeste gevallen, financieel weinig van de werktijdverkorting. Ondanks de problemen heeft Van der Heijden wel begrip voor de situatie. "Ik snap wel dat er veel evenementen worden afgelast. In Italië is men wellicht te lang doorgegaan. Toch blijft het voor ons onzeker. Voorlopig zit alles in ieder geval op slot."