Misdienaar

'In tegenstelling tot hardnekkige geruchten in Venray dat deken Ed Smeets geen meisjes meer in de kerk zou willen als misdienaar,' schrijft Peel en Maas deze week, 'wil hij er juist meer. "Ze mogen zich melden," zegt hij.'

Mijn zegen hebben ze ook. Al zijn er valkuilen. De ene keer dat ik als misdienaar een kerkelijk huwelijk meemaakte, leverde een traumatische ervaring op. De pastoor had me nota bene gewaarschuwd: 'Als ik mij naar je omdraai om de ringen van het schaaltje te pakken, moet je genoeg afstand houden, want ik heb wijde mouwen.' U voelt hem al aankomen. 'Genoeg afstand' is best subjectief, de ringen vlogen op de grond.

'In de vijfde klas meldde ik me aan als misdienaar,' zei Smeets in oktober in een interview. 'Het mystieke van de eredienst, tradities, attributen, de muziek en gezangen maakten op mij zo'n onuitwisbare en diepe indruk dat voor mij vaststond dat ik priester wilde worden.' Qua diepe indruk kan ik Smeets een heel eind volgen. Dat ik de sfeer van vele kerkdiensten heb meegemaakt, daarvan heb ik nooit een seconde spijt gehad.

Al geef ik toe dat ik opgelucht was toen ik, jaren later, tijdens een kienavond van De Natuurvrienden in café-zaal Het Anker vriendelijk werd toegelachen door het echtpaar uit de kerk.