Vrijspraak voor 'diefstal met geweld'

Roermond/VENRAY | Een fietser beschuldigde de 41-jarige B.K. uit Venray van een 'diefstal met geweld' in Leunen. De rechtbank in Roermond zag niet genoeg bewijs om het verhaal van de man kracht bij de zetten en sprak de Venrayse daarom vrij.

Door Geert van der Star

Het vermeende slachtoffer reed op 22 augustus 2019 door de Albionstraat in Leunen. Daar stuitte hij op de 41-jarige vrouw. K 'trok aan zijn fiets' omdat ze het rijwiel wilde stelen, zo beweerde de man. Hij viel zelf op de grond.

De rechtbank concludeerde dat het slachtoffer inderdaad 'ten val was gekomen op het trottoir, in het bijzijn van de verdachte'. Er waren twee getuigen. De ene verklaarde dat hij de man 'trillend op de grond zag vallen'. Hij dacht daarbij aan een 'epileptische aanval'. De andere getuige had de fietser ook op de grond zien liggen. Beide mannen stelden dat het slachtoffer op dat moment nog steeds zijn fiets vasthield, terwijl hij hen vertelde dat de Venrayse 'zijn geld of fiets wenste'.

De vrouw ontkende zelf dat 'de val' het gevolg was van een 'poging diefstal met geweld'. De getuigen hadden niet gezien dat de verdachte 'iets wilde stelen of in aanraking was geweest met de fiets van het slachtoffer'.

De aangifte van van de fietser was daardoor 'de enige bron' die repte over een 'poging afpersing'. En voor een veroordeling zijn minimaal twee bewijsstukken nodig. Het Openbaar Ministerie had eerder gesteld dat de vrouw wel degelijk veroordeeld kon worden. De officier van justitie wees daarbij op de 'onjuiste' eerste verklaring van de vrouw bij de politie: ze beweerde toen dat ze helemaal niet in de buurt was geweest van de Albionstraat. Het OM vond dat de vrouw hiervoor twee jaar lang moest worden opgesloten in een Inrichting voor Stelselmatige Daders. Dat was ook het advies van de reclassering. De rechtbank veroordeelde de vrouw wel voor een winkeldiefstal bij de Albert Heijn op 10 september 2019 in Venray. Ze probeerde daarbij een handscanner van het merk Zerba weg te nemen. Volgens de rechters liet ze daarbij zien dat ze 'geen enkel respect' had 'voor de eigendommen van anderen'. De winkeldiefstal was er één in 'een reeks van vele'. De rechtbank legde haar een celstraf van zes weken op.