Tbs-patiënt mag ondanks brandstichting weg uit kliniek

Maastricht- OOSTRUM | De 25-jarige tbs-patiënt J.P. stak in november 2018 brand in De Rooyse Wissel in Oostrum en vloog hier begin dit jaar een medewerker naar de keel. De reclassering zag een 'hoog recidiverisico'. P. komt desondanks op 23 december vrij. Dat bleek uit het vonnis van de rechtbank in Maastricht.

Door Geert van der Star

P. was vorig jaar door de kliniek in een 'separeerruimte' geplaatst. De man was hier behoorlijk boos over en wilde zijn behandelaars dwingen om hem uit de afgesloten cel te laten. Op 1 november 2018 stak hij daarom met behulp van een bus deodorant een tas met kleding en beddengoed in de brand. De rookontwikkeling was sterk en M. verloor het bewustzijn. Medewerkers van de kliniek grepen in, waardoor de verdachte nog op tijd de separeercel kon verlaten.

Woede

De woede bij de tbs-patiënt over de volgens hem 'lange en onterechte' plaatsing in een separeercel, leidde enkele weken later tot een geweldsuitbarsting. Boos en gefrustreerd greep P. een medewerker van de Rooijse Wissel vast in zijn hals en kneep deze dicht. Andere medewerkers van de kliniek moesten P. van het slachtoffer afhalen. De verdachte leek volgens de rechters de impact van zijn daden niet te beseffen. Tijdens de rechtszaak sprak hij over de feiten alsof deze een logisch gevolg waren, van 'wat hem door de kliniek werd aangedaan'. P. zat in de Rooyse Wissel vanwege een 'gemaximeerde tbs-maatregel', die op 23 december afloopt. De man had ervoor gekozen om niet mee te werken aan 'resocialisatie' en besloot zijn tijd uit te zitten. Een reclasseringsadvies sprak boekdelen: het recidiverisico was hoog, zeker omdat P. blijk gaf van 'weinig probleeminzicht' en 'onvoldoende openstond voor hulpverlening'.

Tbs-patiënt vloog begin dit jaar medewerker Rooyse Wissel naar de keel

Het gedrag van de verdachte in de kliniek was volgens de rechters 'ernstig' maar 'niet van dien aard' of met 'dusdanige gevolg' dat het de basis kon vormen voor een 'langdurige vrijheidsbenemende maatregel'. P. had volgens de rechters in zijn leven 'nog weinig kans gehad' om te laten zien dat hij kon functioneren 'buiten de muren van instellingen of klinieken'. Tijdens de rechtszaak verklaarde de man dat hij gemotiveerd was om zijn leven op te pakken, met hulp van zijn familie. De rechtbank gaf de P. daarvoor een kans en legde hem slechts een voorwaardelijke celstraf op, van drie maanden, naast een taakstraf van 180 uur.

De straf was lager dan de eis van het Openbaar Ministerie. Dat vroeg twee weken geleden om een celstraf van twee jaar.