Kummelek

Het gebeurde dinsdag om 11.30 uur. Ik stapte binnen bij een lokaal café (om te werken!), waar mede-eigenaar Bert stond uit te kijken over de Grote Markt. Mannen in oranje hesjes wezen naar de bomen die het plein sieren. Nou ja, sieren? Bert vertelde dat de gemeente in zijn maag zit met deze bomen. 'Die zien kummelek,' aldus Bert. 'Iejne is al gesneuveld.'

De Duitsers kozen ooit Habseligkeiten tot hun mooiste woord. Lezers van Onze Taal kozen desalniettemin. Het mooiste Europese woord is minnepin (Noors voor usb-stick). En lezers van De Limburger gingen voor schóttelslet. Ik kies kummelek.

Ik vroeg ma en enkele andere dagelijkse dialectsprekers hoe zij kummelek vertalen. Chagrijnig, niet tegen kritiek kunnen, vervelend, geïrriteerd, antwoordden ze. En inderdaad: het onvolprezen 'Venrays woordenboek' heeft het over korzelig, lastig, kribbig en lichtgeraakt. Toen zocht ik in Meertens dialectwoordenboek. Daar staat kieskeurig, kommervol én veul zörg nuëdig hebbe. Die laatste, zó bedoelde Bert het.

Ik zei tegen Bert: 'Hopelijk krijgen we straks betere bomen in de plaats.' Maar later bedacht ik me dat ik dat helemaal niet hoop. Ik hoop dat ze de zorgbehoevende bomen laten staan. Dat de kummeleke buujm op de Grote Markt een begrip worden in Venray. Dat Bert er nog vaak over begint tegen klanten. Dat het woord nog eeuwen bestaat.