Niets verhindert komst mestfabriek

VENRAY | De vergunning voor de bouw van een mestfabriek aan de Metaalweg in Venray is onherroepelijk. Ook aan de noodzakelijke aanpassingen van het bestemmingsplan ter plekke valt niet meer te tornen. Dat antwoorden burgemeester en wethouders op vragen die Venray Lokaal op 11 september stelde.

Door Henk Baltussen

Ook de door de provincie verleende vergunning op grond van de Wet natuurbescherming is in kannen en kruiken. Comiva heeft als initiatiefnemer van de fabriek geen last van de uitspraak van de Raad van State aangaande het PAS (Programma Aanpak Stikstof). In tegenstelling tot veel andere (bouw)vergunningen is die van Comiva niet vernietigd door de hoogste bestuursrechter, die op 29 mei de PAS als ongeschikt beoordeelde als meetlat bij vergunningverleningen. In juni 2017 deed de Raad van State al eens uitspraak over de Comiva. Die was toen positief voor de coƶperatie.
Dat Comiva enkele maanden terug werd overgenomen door Biemans Recycling Venray en de aandeelhouders John Hendriks en Wim van Horck van Agro Limburg, is geen probleem voor al eerder verleende vergunningen, aldus het college: "Comiva blijft houder van de vergunningen." Dat Comiva in andere handen terecht is gekomen, hoeft volgens het college niet publiek te worden gemaakt.

Er zit in principe geen tijdslimiet aan het opstarten van de fabriek. Wel kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken, mochten daar goede redenen voor zijn. Dat kan bijvoorbeeld als na de vergunningverlening (in dit geval juni 2017, red.) er gedurende drie jaar geen gebruik van gemaakt is. 'Maar', zo antwoorden B en W op een vraag van Venray Lokaal, 'het verstrijken van deze termijn alleen is onvoldoende voor intrekking. Er moet daarnaast sprake zijn van zwaarwegende belangen'. Op de vraag van Venray Lokaal wanneer Comiva met de bouw gaat beginnen, blijft het college het antwoord schuldig. Navraag van deze krant bij de nieuwe eigenaren van Comiva leerde eerder al dat in november met de bouw naast de waterzuiveringsinstallatie wordt begonnen. Er mag jaarlijks 150.000 ton mest worden aangevoerd. De verwerkte mest wordt voornamelijk naar Duitsland en Frankrijk geƫxporteerd.

Dat de antwoorden van het college op de vragen van Venray Lokaal zo lang op zich lieten wachten, kan fractieleider Tino Zandbergen niet waarderen. "Wekenlang hoorden we niets. Laat tenminste wat horen, leg uit waarom het zo lang moet duren. Dan weten we in elk geval iets."