Wilbert Jeuken (links) en Jan Fleurkens maken zich op voor Schijt aan de Grens.
Wilbert Jeuken (links) en Jan Fleurkens maken zich op voor Schijt aan de Grens. Foto: Persfoto

'Regio barst van talent'

Venray | In het weekend van 24 en 25 augustus vindt in Venray, Overloon en Geijsteren de derde editie van Schijt aan de Grens plaats, het provinciegrensoverschrijdend muziek-, kunst- en cultuurfestival. In de aanloop naar Schijt aan de Grens belicht Peel en Maas in een korte serie de drie locaties en het totale programma. Vandaag deel 4: het verhaal achter het festival .

"Als mensen denken dat Schijt aan de Grens een veredelde braderie is, stoppen we acuut." Zo, dat is eruit. Jan Fleurkens en Wilbert Jeuken, twee van de drie aanstichters van Schijt aan de Grens, zijn eensgezind en resoluut. "Een paar bandjes en een tapkraan neerzetten is niet moeilijk. We willen niet verwaand klinken, maar Schijt aan de Grens wil meer zijn", vervolgt Jeuken.

Zeven jaar na het ontstaan van het grensoverschrijdend cultureel festival en aan de vooravond van de derde editie heeft het tweetal aan ambitie en overtuiging nog niks ingeboet. In 2012, tijdens de kermis in Venray, ontstond het idee en kreeg het idee een werktitel. "We zaten aan het bier, wij tweeën en Hay Bos, die zojuist terug kwam van Oerol op Terschelling. 'Zoiets zou hier toch ook moeten kunnen', verzuchtte Hay. En een paar biertjes later was Schijt aan de Grens geboren", herinnert Wilbert zich. "We zijn drie Venrayse mannen, die toevallig in Brabant wonen, net over de grens. De grens verbindt, de grens scheidt. Maar je moet af en toe schijt hebben aan grenzen. Zo is het begonnen."

De werktitel werd de geuzennaam van het festival. Wilbert Jeuken weer: "Een naam die een beetje schuurt. En dat is wat wij ook willen. We merkten als import-Brabanders dat de grens tussen Brabant en Limburg bestaat. Op veel terreinen, ook cultureel. We willen die grenzen aantonen. De 'grens' moet je ook overdrachtelijk zien: we willen creatief talent uit de regio uitdagen, stimuleren om hun eigen grenzen over te steken , samen te werken met anderen om iets moois neer te zetten. We willen iedereen laten zien dat Noord-Limburg en Noordoost-Brabant, zeg maar de Peelregio, geen culturele woestenij is. Integendeel. We hebben ontdekt dat het barst van het talent."

Werken aan de leefbaarheid

"En dat is wat Schijt aan de Grens werkelijk is en waar we voor willen gaan: mensen hier uit de regio, die elkaar leren kennen en samen iets doen. Zonder dat het veel geld moet kosten", zegt Jan Fleurkens, die op stoom begint te komen. Hij vervolgt: "We willen een platform zijn voor creatieve geesten, jong en oud. Het komt allemaal bij elkaar in die twee dagen, maar wat er daarvóór en erna gebeurt is zeker zo belangrijk. Mensen en groepen die elkaar leren kennen en samenwerken. Zo zijn bijvoorbeeld Kitsch en kunstenaarscollectief KIK ontstaan. Op onze manier willen we werken aan de leefbaarheid in de regio."

Lukt dat een beetje?, is dan de vraag. Het tweetal is aan de vooravond van de derde editie niet ontevreden. De provincies Limburg en Brabant in combinatie met de gemeentes Venray en Boxmeer hebben deze derde editie mede mogelijk gemaakt. Maar ze blijven wensen hebben en het hart op de tong. De regelgevingreflex van de overheid, waar alle organisatoren van evenementen in Nederland mee worstelen. De steeds moeizamere klus om vrijwilligers te vinden en te binden. En dan de jeugd. De jeugd die ze zo graag ook bij Schijt aan de Grens willen betrekken. "Kitsch, een groep die ontstaan is na de eerste editie, wilde het avondprogramma mee verzorgen, gericht op jongeren. Helaas, we moeten in het Stadspark om acht uur 's avonds stoppen. Jammer. We kunnen wel concluderen dat het programma dat nu op de drie podia te zien zal zijn, gerealiseerd is door een kleine groep hardwerkende gepassioneerde
vrijwilligers", aldus Jan Fleurkens.

Het duo is echter niet pessimistisch over de toekomst. " Schijt aan de Grens heeft nog tal van mogelijkheden in zich", zegt Jeuken weer. "Samenwerking uitbreiden naar andere gemeenten, wellicht andere vormen. We hoeven niet groter te worden, maar we blijven streven naar beter." "We zijn inderdaad nog lang niet klaar", besluit Jan Fleurkens.