Angela en Bas Litjens staan dinsdag aan de start van de Nijmeegse Vierdaagse.
Angela en Bas Litjens staan dinsdag aan de start van de Nijmeegse Vierdaagse. Foto: Rikus ten Brücke

Bas Litjens: 'Ik heb een hekel aan wandelen'

Merselo | Bas Litjens uit Merselo staat op dinsdag 16 juli aan de start van de 103e Nijmeegse Vierdaagse. De 37-jarige wandelaar doet ook dit jaar voor de website van Peel en Maas dagelijks verslag van zijn belevenissen. Aan het einde van het gesprek doet Litjens, die voor de zevende keer deelnemer is aan het grootste wandelevenement van Nederland, een opmerkelijke uitspraak: "Ik heb een hekel aan wandelen."

Door Henk Lammen

Hij werd acht jaar geleden uitgedaagd toen zijn vrouw Angela, haar zus Conny en moeder Hanny deelnamen aan de Kennedymars (een wandeltocht van 80 kilometer, red.) in Someren. Hij lacht: "Bij de finish zei ik: 'Die loop ik op blote voeten, met twee vingers in de neus en zonder te oefenen.'" Een grote mond en bluf zijn hem niet vreemd. Een jaar later stond hij wel aan de start in Someren en liep de mars op zijn tandvlees uit. "Angela en Conny hebben me over de streep geholpen", erkent hij ruiterlijk. "Zonder hen had ik het niet gered. Ik heb wel op schoenen gelopen." Hij koos meteen voor een nieuwe, nog zwaardere beproeving: de Nijmeegse Vierdaagse, vier keer 50 kilometer. Ongetraind. Waar andere deelnemers genieten van de sfeer, links en rechts een praatje maken, handjes schudden en tijdens een pauze genieten van een hapje en een drankje, staat bij Litjens het vizier op oneindig. Voor de Merselonaar is het iedere dag een race tegen de klok om zo snel mogelijk binnen te zijn.

Twee jaar geleden finishte hij na de start om 04.00 ruim zes uur later. De sportman, de winnaar in hem staat dan op. Vanaf het startschot gaat hij op het trottoir en door de struiken om de grote massa achter zich te laten. "Mijn doel is om iedere keer sneller te zijn. Dit jaar wil ik nog eerder finishen. Ik ben nog nooit zo fit geweest. Ren twee keer per week tien kilometer en doe krachttraining. Voor de been- en buikspieren hè." Van lichamelijk ongemak, een enkele blaar uitgezonderd, en de man met de hamer heeft hij geen last. Vorig jaar, op de derde dag, moest ook hij er met een zonnesteek aan geloven. "Ik heb me nog nooit zo beroerd gevoeld. De laatste vier kilometer waren de langste van mijn leven. Ik weet er ook niks meer van. Maar bij de finish wel fit ogen, ik moest toch een kaart voor de laatste dag hebben." De sfeer tijdens de grootse intocht op de slotdag, de laatste meters over de Via Gladiola, met tienduizenden mensen langs de kant, gaan grotendeels aan hem voorbij. Voor hem geen gladiolen.

"Achterlijke bloemen", lacht hij opnieuw. "Als ik ze krijg, geef ik ze meteen aan dametjes in een rolstoel. Die mensen langs de kant interesseren me ook geen reet. Ik vind het wel leuk als mijn kinderen komen kijken. Maar ze krijgen een kusje, een knuffel en dan ga ik weer als een speer verder." Hij heeft een hekel aan wandelen, maar voor de vierdaagse maakt hij graag een uitzondering. "Het is ieder jaar opnieuw een uitdaging." Foto: Rikus ten Brücke.