Afbeelding
Stan Verhaag

De Peel

Wanneer straaljagers boven je huis oefenen, kun je je lol op. Als voormalig Merselonaar weet ik ervan, want daar woon je praktisch tegen vliegbasis De Peel aan. Als Kolkwegbewoner sinds 2006 weet ik het ook, want toen oefenden ze nog.

Op een dag werd het mijn vriendin te veel. Ze zat met onze jonge zoons in de tuin. 'Eentje kwam héél laag overvliegen! Die ging onder de schommel door!' (Enige overdrijving is haar soms niet vreemd.) Ze belde de basis. 'Ik begrijp dat het vervelend is,' zei men. 'Maar we oefenen voor als het ergens oorlog is. Stelt u zich voor hoe erg dat voor die mensen is.' Lijkt mij inderdaad afschuwelijk, maar tegelijkertijd lijkt het me niet onredelijk dat we onszelf niet vergelijken met mensen in een oorlogsgebied, maar met mensen die geen last hebben van laag overvliegende straaljagers.

Het begint met eerlijke communicatie. 'De maximale variant is dat twaalf jachtvliegtuigen zo'n drie keer per jaar ongeveer zes weken vanaf De Peel gaan opereren,' schrijft de staatssecretaris aan de Kamer. Dat kan dus ook vijf keer per jaar acht weken worden, denk ik dan. Duidelijkheid voorkomt achterdocht.

Woensdagavond gaf Defensie voorlichting in Asteria. Laat het nou net maandag mis zijn gegaan in Duitsland: twee straaljagers botsten tijdens een oefening, één piloot kwam om. 'We hebben geluk dat het niet boven bewoond gebied was,' zeiden ze op het nieuws.