Ondernemer Venray slaat tand niet-klant kapot

Venray | Een 42-jarige ondernemer uit Venray ging op 19 februari 2019 een man te lijf met een houten stok, omdat het slachtoffer niet wilde betalen voor het gebruik van zijn parkeerterrein. De rechtbank in Roermond veroordeelde hem voor een 'poging tot zware mishandeling'.

Door Geert van der Star

ROERMOND/VENRAY | Het slachtoffer was die dag met zijn auto naar Venray gereden en wilde de wagen parkeren voor de winkel van de verdachte.

"Er kwam een man naar mij toe die zei dat ik 5 euro moest betalen voor het parkeren", vertelde de automobilist. "Ik zei dat ik dit niet normaal vond." Na een korte woordenwisseling ontstond er 'een worsteling' tussen de mannen. Het slachtoffer vluchtte weg en stapte snel in zijn auto. De Venraynaar rende op dat moment zijn winkel binnen. "Hij kwam terug met een grote stok in zijn handen."

De Venraynaar was al langer gefrustreerd door 'niet-klanten' die hun auto parkeerden op zíjn terrein. Enkele weken voor het feit vond er al een soortgelijke ruzie plaats. Hierbij bedreigde een parkeerder de verdachte met een pistool. De Venraynaar zou hier psychische klachten aan over hebben gehouden. De 'woordenwisseling' met het slachtoffer op 19 februari 'riep emoties op van die eerdere bedreiging'. En zo kwam het dat een man die nog nooit met de politie in aanraking was geweest, op die februaridag met zijn ene hand het portier van een auto probeerde open te rukken, terwijl hij met zijn andere met een 110 cm lange stok zwaaide.

Op camerabeelden was te zien hoe de Venraynaar met de stok in de richting van de automobilist sloeg. Het slachtoffer vertelde over de pijn die hij voelde toen het hout zijn gezicht raakte. Hij had op dat moment zijn auto al gestart en reed achteruit. De verdachte haalde nogmaals uit met zijn stok. Hij gaf later toe dat hij de spiegel van de wagen had afgeslagen.

De rechtbank wees op de fractuur die de parkeerder opliep aan zijn tand. "Hij mag van geluk spreken dat het niet erger voor hem is afgelopen", concludeerden de rechters.

"Hij mag van geluk spreken dat het niet erger voor hem is afgelopen"

Ze rekenden het de Venraynaar aan dat hij 'kennelijk geen oog had voor de gevolgen voor het slachtoffer'. Het Openbaar Ministerie zag het tandletsel als 'zwaar lichamelijk letsel', de rechters niet. Ze veroordeelden de man daarom slechts voor een 'poging' tot zware mishandeling.

De Venraynaar kreeg daarom geen onvoorwaardelijke celstraf. Ze legden de man een werkstraf op van 150 uur, naast een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden en een meldplicht bij de reclassering.

De ondernemer moest ook een forse schadevergoeding betalen, voor de vernieling van de auto, tandartskosten en smartengeld: een bedrag van ruim 5200 euro.