Limburg: 35 miljoen erbij voor Maaslijn

VENRAY/MAASTRICHT | De provincie lapt 35 miljoen extra erbij voor de elektrificatie en de gedeeltelijke spoorwegverdubbeling van de Maaslijn, de spoorverbinding tussen Roermond en Nijmegen. Provinciale Staten stemden vrijdag unaniem in met de extra bijdrage.

Het project, waarvoor nu een totaalbedrag van 213 miljoen klaarligt, kreeg in de achterliggende periode te maken met een tekort van zo'n zestig miljoen euro. De voortdurend stijgende bouwkosten zouden er de oorzaak van zijn. Limburg draagt nu honderd miljoen bij in de kosten. Vrijdag gingen Provinciale Staten akkoord met het ophogen van de Limburgse bijdrage van 65 naar 100 miljoen. Van de ruim extra 35 miljoen neemt Limburg zo'n zestig procent voor rekening. Het Rijk lapt tien miljoen extra bij, de provincies Noord-Brabant steekt er nog eens tien miljoen euro in, Gelderland vier miljoen euro. De verwachting is dat het niet de laatste keer is dat er tekorten ontstaan. Mochten die zich weer aandienen, dan draaien Rijk en de provincie Limburg op voor elk de helft van de meerkosten. Dat is al eerder in overleggen met ProRail, Rijk en drie provincies afgesproken.

De provincie moet namelijk met vervoerder Arriva om de tafel De tekorten kunnen een financiƫle compensatie behelsen voor de fors vertraagde elektrificatie van de Maaslijn. De provincie gaat daarover met vervoerder Arriva, de exploitant van de Maaslijn, om tafel. Eerder was Arriva beloofd dat de elektrificatie en de gedeeltelijke spoorverdubbeling, al eind 2020 klaar zou zijn. Arriva kocht daarvoor elektrische treinen. Door de vertraging staan ze de komende jaren stil.