Afbeelding
Foto: Rooynet

Deportatie naar Duitsland

Veulen | Het begin van het verhaal van Frans van Ool uit Veulen over zijn deportatie naar Duitsland.

"Het was 10 oktober 1944. We hadden Duitse soldaten langs zien komen, maar opeens kwamen er twee bij ons binnen. We hadden net gegeten en schrokken, toen ze zeiden dat ze mannen moesten hebben. Mijn broer Wiel was vlug naar de slaapkamer gegaan en onder het bed gekropen. We hadden op dat moment twee nichtjes uit Venlo in huis, van wie er één ziek op bed lag.

De Duitsers hoorden iets in de slaapkamer en gingen kijken. Broer Wiel werd niet ontdekt. Broer Toon en ik moesten met die Duitsers mee. Dat was een verschrikkelijk angstige ervaring om zo bij je vader en moeder meegenomen te worden naar een onbekende bestemming. Ik zie nóg die blik in de ogen van mijn moeder. We kwamen langs onze buurman Reintjes. Daar hadden ze ook jongens."

Verstoppen

"De twee Duitse soldaten die daar naar binnen gingen, zeiden dat de jongens zich moesten verstoppen. Dat deden ze en zijn daarom niet meegenomen. We moesten te voet naar Castenray. Als we niet snel genoeg liepen, prikten ze ons met de bajonet, die op de loop van hun geweer zat, in de rug. Vanuit Castenray werden wij naar een klooster aan de Kaldenkerkerweg in Venlo gebracht. Na een verblijf van enkele dagen werden we per trein in een veewagon naar Duitsland vervoerd."