André van Goch groeide op tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Duitse bezetting en de bevrijding van Nederland.
André van Goch groeide op tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Duitse bezetting en de bevrijding van Nederland. Foto: Jolijn van Goch

Vervallen Wehrmachtshuisje

Venray | Aan de Overloonseweg, tussen Venray en Overloon ligt, direct na de afslag Spurkterdijk, een klein en vervallen huisje. Dit door de Duitse bezetter gebouwde Wehrmachtshuisje speelde een belangrijke rol in de luchtstrijd boven Zuid-Nederland in 1941. Ook de geallieerden waren zich in 1944 bewust van het belang van het gebouw voor de Duitsers. De inmiddels 84-jarige Venraynaar André van Goch groeide op tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Duitse bezetting en de bevrijding van Nederland.

Door Pim van Goch

Geboren in 1934 en woonachtig aan de Overloonseweg in Venray, heeft André bepaalde momenten uit de oorlog onthouden. Het Wehrmachtshuisje speelt een rol in een van die gebeurtenissen: "Ik weet mij te herinneren dat voor ons huis diverse kabels van ongeveer 5 millimeter dik langs de weg lagen. Die kabels liepen van de toren van de Sint-Petrus' Bandenkerk (Grote Kerk) naar het Wehrmachtshuisje en van dat huisje naar de Brabander. Op de plek die nu de Schans wordt genoemd stond onder andere een luchtafweergeschut. In de wei naast het huisje stonden twee of drie grote schijnwerpers opgesteld." Het betrof hier zoeklichten die hoorden bij het Duitse luchtafweergeschut, opgesteld om het Ruhrgebied in Duitsland te beschermen tegen aanvallende geallieerde vliegtuigen. Het huisje bood onderdak voor het militaire bedieningspersoneel.

Een dergelijk huisje bestond uit één grote kamer, een keukentje en een apart vertrek voor de stafleden. Eén dag voor de officiële bevrijding van Venray bleek hoe belangrijk het huisje voor de Duitse bezetter was. De Britse soldaten wilden maar al te graag weten waar het zich bevond. André wil graag het belang van het gebouw tijdens de oorlog benadrukken en vertelt: "Mijn vader moest direct uit de kelder komen om op een landkaart waarop het Wehrmachtshuisje prominent stond aangegeven, aan te wijzen waar de kerktoren en het luchtafweergeschut stonden. Het huisje was voor de geallieerden blijkbaar een belangrijk in te nemen object. De kerktoren werd diezelfde avond door de Duitsers opgeblazen."

"Mijn moeder en ik hebben er een veel minder prettige herinnering aan overgehouden", stelt André. Hij schetst de gebeurtenis zoals hij zich deze herinnert. André was slechts 10 jaar oud toen het volgende voorval plaatsvond. "Op een zonnige dag ergens in augustus of september 1944 haalden wij met een groep jongens een kwajongensstreek uit. Samen met twee buurjongens sloegen mijn twee broertjes en ik een paar kabels door. Toen wij nog bezig waren, kwam er vanuit de richting van Overloon plotseling een Duitse auto met enkele soldaten aanrijden. Wij reageerden door te vluchten en ons te verstoppen achter het kippenhok van de buren. Hier werden wij door de bewapende Duitse soldaten gevonden."

"Mijn jongere broertje huilde normaal nooit, maar nu rende hij huilend richting huis. Onderweg kwam hij mijn moeder tegen en trok haar aan haar schort mee naar de buren. Wat volgde was een heftige discussie tussen de soldaten en mijn moeder." De moeder van André was van Duitse afkomst, wellicht dat dit de situatie wat draaglijker maakte. De groep jongens werden publiekelijk gestraft en vervolgens naar huis en naar bed gestuurd.

Toen André en zijn broertjes het er jaren later met hun moeder over hadden, bekende zij dat zij het nog steeds Spaans benauwd kreeg als ze aan dat moment in de oorlog dacht. De soldaten stelden de ouders van André immers aansprakelijk voor de sabotage. De gevolgen die het voorval teweeg had kunnen brengen waren beangstigend: "Het was waarschijnlijk mijn geluk dat ik van Duits bloed was."

Vandaag de dag staat er niets meer dan een vervallen huisje. Uit bovenstaand verhaal blijkt dat het Wehrmachtshuisje een bijzonder aandenken is aan de Tweede Wereldoorlog. Om die reden staat het op de lijst van het Limburgse Erfgoed. Bovendien heeft het een belangrijke rol gespeeld tijdens de bevrijding van Venray en omstreken door de geallieerde, voornamelijk Britse, bevrijders. De ervaring van André van Goch biedt ons een kijkje in het leven van een Venrayse jongen tijdens de Tweede Wereldoorlog, vlak voor de bevrijding op 18 oktober 1944.

Het Wehrmachtshuisje stond in contact met de toren van de Sint-Petrus' Bandenkerk (Grote Kerk) in Venray. Ook hier was een Duitse observatiepost gevestigd. Op 16 oktober 1944 werd de kerk verwoest, maar een bewaard gebleven notitieboekje geeft ons een beeld van de situatie vlak voor de bevrijding van Venray en omstreken. Hierover meer in een latere uitgave van Peel en Maas.