Herman Lerou (rechts) overhandigt zijn boek aan prins Jaime, zoon van prinses Irene.
Herman Lerou (rechts) overhandigt zijn boek aan prins Jaime, zoon van prinses Irene. Eigen foto

Herman Lerou

Den Bosch | De restauratie van de Sint-Janskathedraal in Den Bosch was zijn levenswerk. Herman Lerou (76) werkte twaalf jaar als vrijwilliger mee aan de kathedraal in het centrum van de stad. Toen op 15 april de vlammen uit het dak van de Notre-Dame sloegen, keek Lerou met tranen in zijn ogen naar de televisie. "Het is afgrijselijk", reageert hij nog altijd aangeslagen. "Zoiets zou bij iedere restauratie kunnen gebeuren. Ook bij de Grote Kerk in Venray, maar ik denk dat er de juiste maatregelen worden getroffen om een dergelijke ramp te voorkomen. De ramp in Parijs is een wake-upcall voor alle monumentale gebouwen."

Vorig jaar bracht Lerou samen met een vriend nog een bezoek aan de Notre-Dame. Hij wist niet wat hij zag. "Het was echt restaureren met de Franse slag. Het werd heel slordig gedaan. Er lag veel rommel en er werd nonchalant gewerkt", zegt Lerou kritisch. Of er volgens de juiste veiligheidsnormen werd gewerkt in Parijs, durft Lerou niet te zeggen. Hij heeft wel een oorzaak voor de slordige werkwijze. "Er was te weinig budget. In Frankrijk zijn alle kerkelijke gebouwen in handen van de staat. Voor alle kerken in Frankrijk is er totaal te weinig budget. Alleen al met de restauratie van de Sint-Jan was 47 miljoen gemoeid."

Lerou heeft tijdens de restauratie van de Sint-Jan alles in werking gesteld om brand te voorkomen. De restauratie werd in januari 2011 afgerond en er werd volgens een strikt protocol gewerkt. Zo mocht er anderhalf uur voor het einde van de werkdag niet meer met open vuur gewerkt worden. "We hadden ook overal in de kathedraal sprinklerinstallaties aangebracht, werkten in compartimenten en er was altijd een brandmeester aanwezig. Het heeft veel geld gekost, maar deze preventieve maatregelen zijn wel noodzakelijk."

KERKBESTUUR

Toen Lerou werd benaderd om het grootschalige project te begeleiden, had hij zijn twijfels. "Het was mijn vakgebied niet, maar ik mocht mijn eigen team samenstellen en kon alle expertise in huis halen. Uiteindelijk hebben we het project in twaalf fases afgerond. We zijn binnen het budget gebleven en waren op tijd klaar. Het was een prachtige tijd en ik heb met veel bijzondere mensen samengewerkt." Lerou zat negentien jaar in het kerkbestuur van de kathedraal. Een jaar geleden besloot hij terug te treden en plaats te maken voor de nieuwe generatie. "Ik schuif af en toe nog wel eens aan bij een vergadering, maar op mijn leeftijd moet je die verantwoordelijkheden niet meer nemen."

MOBIELE TELEFOON

Tijdens de restauratie is er plaatsgemaakt voor een moderne engel. Het beeld heeft een mobiele telefoon in de hand en draagt een spijkerbroek. "De engel is wereldberoemd in Den Bosch en omstreken. Je kunt de engel trouwens ook bellen. Dan krijg je een gebed te horen. Dat is erg in trek bij toeristen."

Ander hoogtepunt voor Lerou was de Wonderlijke Klim in 2016. Ter ere van de vijfhonderdste sterfdatum van Jeroen Bosch kreeg het publiek de kans om door de dakgoten van de Sint-Jan te lopen. "Zo kon je de 96 luchtboogbeeldjes zien die vanaf de grond bijna niet te zien zijn. De beelden zijn uit de tijd van Jeroen Bosch. Zo'n 125.000 mensen hebben de Wonderlijke Klim gemaakt en dat leverde de Sint-Jan zo'n 600.000 euro op. Jaarlijks is er zo'n 700.000 euro nodig om te verspijkeren aan de Sint-Jan. Onderhoud van de kathedraal is schreeuwend duur." Later schreef Lerou ook nog het boek Sint-Jan Voor Beginners. Het eerste exemplaar van het boek overhandigde hij in Rome aan prins Jaime, zoon van prinses Irene, in zijn functie als ambassadeur van de Heilige Stoel.

Lerou woont inmiddels 25 jaar in de Brabantse hoofdstad. Hij werd geboren in 1942 en na de Tweede Wereldoorlog streek het gezin Lerou neer in Venray. "Mijn vader speelde als stedenbouwkundige een rol bij de wederopbouw van Venray en Limburg. Zodoende zijn we hier terechtgekomen. We zijn op een gegeven moment aan de Kempweg gaan wonen. Dat was geweldig met allemaal jonge gezinnen. De straat was een grote zandbak. Een paradijs voor spelende kinderen."

ARCHITECT

Samen met zijn broer Bert nam hij uiteindelijk het architectenbureau van zijn vader over. Op een gegeven moment runde Bert de vestiging in Venray en Herman had het kantoor in Den Bosch onder zijn hoede. "We hebben onder meer de hogeschool in Den Bosch gebouwd en specialiseerden ons in grootschalige woningbouw. We hebben ook diverse complexen voor geestelijke gehandicapten ontwikkeld. Mijn laatste activiteit in Venray was De Borggraaf, onder meer het onderkomen van het Venrays Museum. Daar ben ik als supervisor bij betrokken geweest." Nog steeds heeft Lerou warme herinneringen aan Venray en komt hij er regelmatig. "We hebben veel vriendschapen opgebouwd en het was lastig om Venray te verlaten, maar we zijn goed opgevangen in Den Bosch. Een prachtige stad om te wonen met veel cultuur en Bosschenaren zijn fijne mensen."

Lerou is wekelijks op de golfbaan te vinden en daarnaast bezoekt hij onder meer regelmatig musea met zijn vrouw. Ook zijn vijf kleinkinderen spelen een belangrijke rol. "Ze wonen gelukkig allemaal in de buurt en we hebben er veel contact mee. Ook ben ik nog betrokken als adviseur bij twee goededoelenstichtingen in Den Bosch."

Herman Lerou (rechts) overhandigt zijn boek aan prins Jaime, zoon van prinses Irene.