"Ik wilde de politie juist helpen"

DEN BOSCH/VENRAY | Een 56-jarige Venlonaar ontkent fel dat hij twee fietsendieven hielp bij de inbraak bij een flat in Venray. De man ging daarom donderdag in hoger beroep tegen zijn veroordeling voor diefstal en rijden zonder rijbewijs onder invloed van alcohol.

Door Geert van der Star

"Ik heb geen enkele fiets aangeraakt", zei de verdachte. "Ik heb nog nooit in mijn leven iets gestolen. Ik wilde de politie juist helpen." De Venlonaar was op 25 mei 2015 met een man en een vrouw op pad in Venray. De Venlonaar wist dat het stel zich met criminele activiteiten bezighield. Hij had een conflict met de twee en wilde ze een hak zetten. Daarom besloot hij volgens advocaat S. Engelen detective te spelen.

De Venlonaar keek toe hoe ze verschillende fietsen stalen bij het station en die vervolgens stalden bij de woning van de man. Ze reden daarna naar het flatgebouw in Venray.

Het stel stapte uit en probeerde de fietskelder open te breken. De verdachte bleef achter in de auto. "Ik ging achter het stuur zitten om de auto te starten", vertelde de Venlonaar. "Ik had het zo koud en wilde daarom de verwarming aandoen."

Het Openbaar Ministerie geloofde niets van zijn verhaal. De man was volgens justitie een handlanger van de andere dieven. Ze waren alle drie al eerder gezien bij het flatgebouw. Waarom had de man niet de politie gebeld, toen het stel probeerde in te breken?

De man had volgens de advocaat-generaal ook niet alleen de verwarming aangezet: hij had gewoon in de auto gereden. De inbraak was gezien door bewoners die op de balustrade van het flatgebouw stonden. Zij belden de politie wel.

De verdachte hield zich aan het stuur van zijn auto vast, toen de agenten hem de auto uit sleurden. Ook een teken dat hij niet mee wilde werken, vond het OM. De man vertelde overigens zelf tegen de politie over de eerdere fietsendiefstallen.

De rechtbank in Roermond had de verdachte een werkstraf van 80 uur opgelegd. Die straf was lager dan de 100 uur werkstraf en de voorwaardelijke celstraf van 1 maand waar het OM toen om vroeg. Justitie was tegen die beslissing niet in beroep gegaan. Maar nu de verdachte zelf naar het gerechtshof stapte, vond het OM dat ze wel kon 'meeliften'. Daarom vroeg advocaat-generaal A. Clarijs opnieuw om de hogere straf.

Uitspraak over veertien dagen.